| |||||
Haelle doet langzaam haar ogen open. Ze voelt een zacht veren matras onder zich en een warme deken over zich heen. Ze stikt van de hitte en haar hoofd bonst pijnlijk. Ze hoort wat gerommel en even later komt de jongen, met wie ze ingeprent is, binnen hij heeft een kom met water bij zich met een doek erin. Voorzichtig legt hij de doek op haar voorhoofd. Ze slaakt een zucht van verlichting en sluit haar ogen. Haelle wordt wakker van een zacht geklop op de deur. De jongen, die nog steeds niets gezegd heeft, laat de doek op haar hoofd rusten en loopt naar de deur. Hij doet hem niet meteen open eerst kijkt hij door het kleine raampje in de deur wie ervoor de deur staat. De deur gaat open en in de kamer staat haar zus, Luthién. “Is alles goed met je? Hoe voel jij je? Wat is er gebeurt?” De vragen worden op haar afgevuurd als kanonskogels en ze voelt haar hoofd weer bonzen. De jongen pakt de arm van haar zus en trekt haar mee de keuken in. “Ze heeft koorts maar het is niets om je echt zorgen om te maken. Op dit moment moet ze gewoon veel slapen en stilte om haar heen hebben.” Bij zijn laatste woorden kijkt hij haar verwijtend aan. Luthién kleurt lichtjes en schaamt zich een beetje. “We kunnen beter samenwerken we willen allebei dat Haelle weer gezond wordt en een gelukkig leven krijgt. Toch?” Luthién knikt maar vraagt zich af of zijn definitie van gelukkig wel dezelfde is als de hare. De jongen steekt zijn hand dan uit en Luthién schudt hem maar ze trekt bijna meteen haar hand terug. Zijn hand lijkt wel in brand te staan! “Ik zal me eerst voorstellen dat zal de samenwerking wel wat vergemakkelijken denk ik. Ik ben Jared Feegan, zeventien jaar oud.” Ze kijkt hem aan hij ziet er zenuwachtig uit. Luthién snapt dat niet waarom zou hij zenuwachtig moeten zijn ze kan hem toch niets doen en wat is er zo eng aan jezelf voorstellen? “Ik, ik ben Luthién Helwanyé de oudste zus en het enige familielid van Haelle.” Onmiddellijk verandert zijn uitdrukking van zenuwachtig wordt die nu stormachtig boos. Hij kijkt haar boos aan en scheld op haar. Hij stampt dan boos de kamer uit richting de trap die aan het eind van de kamer staat. Luthién weet niet wat ze doen moet, moet ze achter hem aangaan of naar haar zusje gaan? Aan de andere kant hij is duidelijk niet gecharmeerd van haar en ze kan hem beter even laten afkoelen. Misschien is het maar het beste als ze naar haar zusje gaat om haar wat te verzorgen. |
|||||
|