| |||||
„Herken je dit nog?” vroeg Tirashya met een mysterieuze klank in haar stem, waarbij ze zich van haar toilettafel afwendde om haar razend nieuwsgierige zus weer aan te kijken. Lidhia zwom dichterbij, haar ogen fronsend gefixeerd op het driehoekige hangertje dat haar zusje aan een fijne parelketting om haar hals gehangen had. „Oh!” deed ze verrast. Ze kende dit sieraad inderdaad! Het zien van het donkergrijze driehoekje met lichte, reflecterende randen en een stip met dezelfde kwaliteiten in het midden trok haar een paar jaar terug in de tijd… Bij welke gelegenheid en op welke manier Eliyna het sierlijke kettinkje met het aparte ornament van hun moeder had gekregen, wist Lidhia niet. Maar toen zij op een dag nieuwsgierig in het sieradenkastje van haar oudere zus snuffelde terwijl Rasat Eliyna uitgebreid opmaakte, trok het raadselachtige kleinood het tienjarige prinsesje onweerstaanbaar aan. Aan twee van de drie hoeken van het stukje steenachtig materiaal was een parelsnoer bevestigd, maar het was het steentje zčlf dat de aandacht trok. „Wat is dit voor iets?” vroeg ze. „Hm?” reageerde de nčt dertienjarige Eliyna afwezig, waarop ze beter keek en onverschillig zei: „Oh, dŕt. Die is van Mamma geweest, maar ze heeft het aan mij gegeven.” „O,” imiteerde Lidhia de ongeďnteresseerde houding van haar grote voorbeeld-op-afstand, waarop ze de uiteinden van de even lange parelsnoertjes achter haar nek en onder haar lange, zilverblonde haar bij elkaar bracht en ze in elkaar haakte. Zwijgend steeg ze op om het resultaat in de gladde waterspiegel onder het plafond te bewonderen. Eliyna’s stem klonk mat bij de eenvoudige maar directe vraag: „Vind je het mooi?” Lidhia, die zich betrapt voelde, draaide zich gauw op haar buik om Eliyna van bovenaf zo stoer mogelijk aan te kijken. „Mwňch…,” probeerde ze de sitatie en haar imago nog te redden, maar Eliyna keek haar met de alwetende, onuitstaanbare blik van een oudere zus aan en zei schouderophalend: „Ja, dus. Ik ben óók tien geweest, zusje. Je mag het wel hebben, hoor. Hij staat je leuk!” „Echt?” bloosde Lidhia, die zich ergerde aan het feit dat Eliyna dwars door haar heen keek en het tegelijkertijd tegenstrijdig fijn vond dat ze het sieraad gewoon mooi mocht vinden en het zelfs aangeboden kreeg. Eliyna knikte en concentreerde zich weer op haar gevarieerde kleurenpalet om nog een contrasterende tint uit te kiezen. Op dit moment bloosde Lidhia opnieuw bij het besef dat het sieraad drie jaar later op bijna precies dezelfde manier van haar op Tirashya was overgegaan. Ze was erop uitgekeken geweest — net als Eliyna toen, realiseerde ze zich nu. En op hetzelfde moment kwam de observatie dat het stukje kanti — want nú herkende ze het als zodanig — veel dunner was dan het Tablet in de zitkamer. Dat was natuurlijk nodig geweest om er een sieraad van te maken, of misschien was het fragment wel zó afgebroken toen het Tablet in stukken werd gebroken om het te verbergen in die muur aan het eind van de noordoostelijke gang… Ze keek op uit haar dagdroom. Tirashya stond haar afwachtend aan te kijken voor een verdere reactie. Lidhia haperde: „Ik… wist niet dat dat ding een stukje uit een tekst was!” „De stip heb ik óók altijd gezien als ‘gewoon een versierseltje’,” knikte Tirashya. „Maar toen we het Tablet in elkaar aan het puzzelen waren, viel mij een bepaald missend stukje op. Het deed me aan dit hangertje denken. En weet je nog dat wij dachten dat het oppervlak van dit hangertje beschadigd is?” Lidhia knikte. Ook nu zag ze weer de storende, asymmetrische krassen langs twee zijden van de donkere driehoek met de lichte stip. Tirashya vervolgde: „Volgens mij zijn dat stukjes van letters. En dan zou de stip gewoon een spatie zijn. Zullen we eens gaan kijken of het klopt?” „Natúúrlijk!” ging Lidhia zonder te aarzelen op dat voor de hand liggende voorstel van haar zusje in. Terug naar de zitkamer zwommen ze: een tochtje terug door kleurrijk halfverlichte gangen waarin de meest prachtige decoratieve ornamenten de natuurlijke rijkdom van de onderwaterwereld benadrukten. De verschillende lichtcultures die gekozen waren voor de verlichting gaven het geheel een dromerige uitstraling. Van lichtblauw naar rood of oranje en van paars naar geel of wit: steeds weer bleek de verfijnde kleurkeuze uit de manier waarop de koralen, schelpen, stenen en naamloze voorwerpen werden geaccentueerd door de belichting, die zich mengde met de luminescentie van wie er dan ook aan voorbij zwom. Twee niveaus en drie minuten later zwommen de lichtende prinsesjes voor de tweede keer die dag de zitkamer binnen. „En nú maar hopen dat het past!” kondigde Lidhia aan. „Volgens mij wčl,” schatte Tirashya in, terwijl ze samen vlak boven het kanti-tablet stilhielden en zij het parelkettinkje afdeed. „Kijk: hier!” Lidhia keek toe hoe Tirashya het hangertje gedraaid voor een hiaat van dezelfde vorm en afmetingen hield, met de hangende punt van de bescheiden driehoek als het rechter uiteinde van de basis, die bijna evenwijdig liep aan de onderrand van het Tablet. Tegelijk namen ze een opgewonden teug water, voordat Lidhia fluisterde: „Het past!”
|
|||||
|