| |||||
Een koprol voorover gecombineerd met een schroefbeweging bracht Eliyna in de schaduw onder de bodem van de Lakkakaia, waar ze even een zetje naar beneden kreeg van één van de stuwstralen. Recht voor zich uit zag ze duidelijk de steeds scherper afgetekende frontale contouren van de orca en haar jong, die snel dichterbij kwamen. Het volwassen dier had intussen zo te zien besloten dat de snelzwever interessanter was dan het drijvende ‘ding’. Door het koelblauwe water trok een snerpend geluid: de verre roep van nabije soortgenoten. Eliyna’s blik verstrakte bij de nagenoeg ultrasone trilling. Terwijl de schijnbaar kalm afwachtende prinses het serene maar imposante schouwspel gespannen in zich opnam, herinnerde ze zich het gesprek dat ze jaren eerder met haar ouders gehad had. Zij had daarin aangegeven iets nuttigs te willen doen voor het Waterrijk. Haar broer Rehinor was de troonopvolger — en zij was niet tevreden met het passieve bestaan dat ze zich vanwege haar prinsessenstatus kon aanmeten. Zij verlangde naar een meer zinvolle uitdaging. Het had ertoe geleid dat zij zich de afgelopen zes jaar intensief had verdiept in de taal van de dolfijnen. Vanaf het moment dat de Pilkkakaia in gebruik genomen was, hadden haar ouders háár de Lakkakaia ter beschikking gesteld, waarmee ze al verschillende excursies had ondernomen. Tijdens één daarvan had ze, in plaats van de beoogde dolfijnen, een aantal dagen lang een onverwachte groep orca’s geschaduwd. Al snel had ze geconcludeerd dat er bepaalde overeenkomsten waren tussen de dolfijnentaal en die van de zwaardwalvissen. En aangezien het Waterlings op precies dezelfde geluidenreeks gebaseerd was, hoopte ze nu haar voordeel met die unieke ervaring te kunnen doen. Ze maakte een streng van snelle klikgeluiden, die met een sierlijke boog in toonhoogte en snelheid stegen, om dan plotseling een val te maken en te eindigen in een snelle triller. Ze hoopte maar, dat de imitatie vanuit haar geheugen dicht genoeg bij het originele waarschuwingssignaal zou liggen. Het orcawijfje antwoordde direct met een serie korte stoten in een veel lagere frequentie, waarvan Eliyna wist dat zij die nooit zou kunnen nabootsen. Maar de zorgzame moederorca hield wèl stil — en zorgde ervoor dat haar jong dat óók deed. Opnieuw echode het staccato geluid door het water. Eliyna fluisterde gefrustreerd: „Ik weet niet wat dat betékent! Wat wil je!? Moet ik mijn signaal herhalen? Verwacht je een duidelijkere uitleg!?” Tot haar ontzetting maakten de majestueuze zeezoogdieren aanstalten om nog dichterbij te komen. In het besef dat het alternatieve geluid — een haar welbekend signaal uit het Dolfijns — waarschijnlijk onbekend zou zijn of iets heel anders zou betekenen bij de orca, zwom Eliyna omhoog langs de uitzichtspleten van de snelzwever terwijl ze Ferdec haar naam hoorde roepen. Fel riep ze: „Firoc, breng prins Ferdec in veiligheid!” De Lakkakaia kwam direct in beweging en voer onder Eliyna weg, terwijl haar lijfwacht Gardox het voertuig verliet om zich met getrokken zwaard bij de prinses te voegen. Die zwom zo gauw ze kon terug naar het vlot, in de hoop dat de orca’s niet achter de snelzwever aan zouden gaan maar hun nieuwsgierigheid op háár zouden richten. Het oppervlak van dat verlangen werd echter verstoord door de verscheurende plicht die ze voelde om zowel haar broertje als het vreemde luchtwezen te beschermen. „Gardox, doe ze geen kwaad, dan hebben we de meeste kans dat ze ons met rust laten!” beval ze strak, terwijl zij zich onder het vierkante luik omdraaide om de situatie in zich op te nemen en Gardox gespannen aangaf dat hij haar zou gehoorzamen. Eliyna wilde de prachtige dieren, die nu echt vlakbij waren, geen pijn doen. Maar ze leek weinig keus te hebben, wilde ze het onbekende exotische wezen in zijn element en uit het water houden. Ze sloot haar ogen en liet een flinke wolk ioloy ontsnappen uit de klieren bij haar oksels. Meteen dook ze, om in het heldere water oog in oog te komen met de imposante zwaardwalvissen. De regelmatige rijen dikke, vlijmscherpe tanden dreven haar adrenaline tot een piekniveau waarbij ze haar hart een luid alarmritme voelde slaan. Ze verwachtte niet, dat de orca’s in haar en haar lijfwacht geïnteresseerd zouden zijn, maar zeker weten was er niet bij… Ze liet zich opzij rollen en koos er tòch voor de Dolfijnse waarschuwing te snerpen, terwijl ze haar vingers liefkozend over de gladde huid van de enorme kop liet glijden — die tot haar grote opluchting langs haar heen omhoog gleed, op de langzaam vervagende wolk ioloy af. Het dier reageerde niet op de alarmroep: Eliyna bedacht gefrustreerd dat orca’s waarschijnlijk wel een andere maatstaf voor ‘gevaar’ zouden hanteren dan de veel kwetsbaardere dolfijnen… „Ik weet niet hoe ik je ànders kan bereiken,” zei ze, ontmoedigd door haar beperking. Op het moment dat Eliyna zag hoe de orcamoeder bijna de ioloy raakte, besefte ze dat de reactie van het dier niet te voorspellen viel. Ze riep: „Gardox! Sluiten!” „Kriiiiiiiiiiiieeek!!!!!!!” krijste de orca plotseling. Door het laatste spleetje van haar dichtklikkende schelp zag Eliyna de enorme staartvin als een zweep op zich af komen. Van de klap kreeg ze niet veel mee. Het eerste geluid dat ze weer bewust registreerde was een vaag orcagesnerp, waarvan de bron zich duidelijk verwijderde. Nog duizelig vouwde ze zich open om in het rond te kijken. De orca’s waren al te ver weg om ze te kunnen zien. Schuin beneden zich zag ze Gardox’ schelp zigzaggend zinken. Ze riep zijn naam, maar hij reageerde niet. Pijlsnel dook ze achter hem aan, maar ze had nog maar een paar meter afgelegd of de lijfwacht ontvouwde zich traag en keek verdwaasd en pijnlijk kreunend om zich heen. Zodra hij haar zag, leek hij zich alles weer te herinneren. Hij worstelde om haar te bereiken, maar Eliyna — die allang blij was dat de orca hem niet gedood had — draaide zich om om het drijvende vierkant te inspecteren. Alles wat ze zag was een vage, donkere wolk in het water. Dat vage alles wees erop dat ze juist met haar reddingsactie het doodvonnis voor het luchtwezen had getekend… „De ioloy!” hijgde ze, en ze schoot omhoog de wee smakende wolk binnen. „Ik wist niet dat dat drijfding er niet tegen kon!” jammerde ze er achteraan, terwijl ze het ding bereikte en zag dat het nog maar de helft van zijn oorspronkelijke afmetingen had. Ze zwom iets opzij om met haar hoofd onder het afbrokkelende oppervlak uit te glijden. Door de dansende, vertekenende en nu troebele waterspiegel heen zag ze dat de vreemdeling vol afgrijzen naar het slinken van zijn vlot zat te staren. Hij zou wel denken dat het vreemde verschijnsel, dat hij even daarvoor boven de golven uit had zien steken, met dit ontnuchterende verschijnsel te maken had. Dan heeft hij nog gelijk óók, realiseerde Eliyna zich bedrukt. „Prinses Eliyna? Wat doet u daar?” wilde Gardox weten. Een begrijpelijke vraag, oordeelde Eliyna en ze antwoordde: „Ik wilde dat luchtwezen helpen…! Maar juist door mijn hulp gaat hij nu alsnog waarschijnlijk sterven!” „…Luchtwezen?” vroeg Gardox, die even uit zijn rol viel en zichzelf direct corrigeerde met: „Wat bedoelt u, Hoogheid!?” „Nou, komt u maar kijken,” nodigde Eliyna hem uit. Direct dook hij naast haar op in de wolk, waarbij hij een vies gezicht trok. „Uuhn,” reageerde hij op de bedorven smaak in het water. „Ja, ècht fijn smaakt het niet,” gaf Eliyna toe en wees: „Kijk maar!” Gardox keek. „Bizar!” vond hij. „Ja,” was Eliyna het daarmee eens. „Maar hij gaat zo in het water terechtkomen en ik denk niet dat hij tegen ioloy kan!” „…of tegen water, Hoogheid,” vulde haar lijfwacht de prinses aan, die hem bij die nieuwe gedachte geschrokken aankeek. Daarop reageerde Gardox: „Maar ik vermoed dat de rontilli een grotere bedreiging voor hem vormden. Ik kan dit drijvende geval uit de buurt van de ioloy duwen, toch, Hoogheid? Water is in ieder geval minder aggressief…” Eliyna’s gezicht klaarde op: „Hé! Dàt is een goed idee!” Meteen begon Gardox met de uitvoering van zijn plan. Eliyna liet zich niet onbetuigd, maar zag hoe het luchtwezen schrok en zich vastgreep bij de onverwachte beweging van het nog steeds verder afbrokkelende vlot. Daarbij greep hij echter in een actieve ioloyhaard. Als gestoken trok hij zijn hand terug, die hij even bekeek en hem toen in het water plonsde, vlak naast Gardox’ hoofd. De lijfwacht keek er even verbaasd naar en zei toen laconiek: „Zo, die mag blij zijn dat we al uit de ioloywolk waren…! Ho! Hij zinkt!” Binnen een paar tellen lag het wezen te spartelen in het water. Eliyna wilde naar hem toe zwemmen om hem te helpen, maar Gardox hield haar met zachte dwang tegen terwijl het restant van het houten luik aan de kant dreef. „Laat me los!” beval de prinses, maar haar lijfwacht antwoordde beslist: „Het spijt me, Hoogheid, maar uw veiligheid gaat onder mijn eed aan uw vader de koning bóven die van dit luchtwezen. En daarbij: het zal ons vanwege ons andersvormige uiterlijk waarschijnlijk bijzonder angstaanjagend vinden. Ik betwijfel of het uw hulp als zodanig zou herkennen — waarschijnlijk zou het vrezen voor zijn leven bij het zien van een waterling.” „Maar hij zal van uitputting omkomen in het water!” sputterde Eliyna, die dieper onder de indruk was van de logica van haar persoonlijke beschermer dan ze wilde laten blijken. „Uiteindelijk misschien, Hoogheid,” knikte Gardox haar toe, terwijl hij een stevige hand op Eliyna’s schouder hield. „Maar zo lang het nog zo veel kracht heeft, is het nog te gevaarlijk om het te naderen.” Weifelend keek Eliyna naar het wild spartelende wezen, dat duidelijk moeite deed om het hoofd boven water te houden. „Hij kan er niet veel van,” vond ze teleurgesteld. „Nee, Hoogheid,” stemde Gardox met haar in. Gekweld door haar schuldgevoel keek Eliyna toe hoe het bange wezen langzaam verzwakte, om ten slotte de strijd op te geven. „Nu mag ik,” vond ze. „Laat mij, Hoogheid,” stelde Gardox dwingend voor. Eliyna berustte in de koppige houding van haar lijfwacht en zag hoe hij het wezen van onderen naderde om het omhoog te drukken. Maar zodra hij het aanraakte, begon het weer wild om zich heen te slaan, waarbij Gardox een harde stoot van een elleboog tegen zijn hoofd kreeg. Hij had ècht zijn dag niet… „Gardox!” riep de prinses, terwijl ze de wachter dieper onder water trok, buiten het bereik van de opnieuw hysterisch trappelende levensvorm. Bijna wanhopig keek ze toe hoe het wezen zichzelf opnieuw afmatte, tot het de strijd weer opgaf en zich passief liet drijven. Op dat moment ontwaarde Eliyna een donkere vorm schuin beneden zich, die snel uit de diepte op hen af kwam… |
|||||
|