| |||||
Proloog: Wayne kijkt om zich heen niemand te bekennen hij kan terug gaan. Hij vindt het jammer dat zijn beste vriend Michael vanavond wel moet op blijven. Hij moet het kamp beschermen tegen de Taliban en ander vijandige mensen. Hij draait zich om en kijkt dan midden in het gezicht van een man met een dikke zwarte baard en een tulband om zijn hoofd. Er staan 3 mannen achter hem met een pistool en hij voelt een 4e man een pistool in zijn rug te duwen. Michael jij kunt dit zien! Schiet! Schiet ze allemaal stuk voor stuk neer! Maar er gebeurt niets. “Waar is hij?Michael McCollins?” Zegt de man in gebrekkig Amerikaans. Waarom zouden Michael willen vermoorden? Waarom hem niet? Ze vechten toch voor hetzelfde? En antwoord zou hij nooit krijgen. Wayne schud zijn hoofd hij kan zijn vriend niet verraden. Daar zal hij nooit mee kunnen leven. Hij zou zijn vriend dan, indirect, vermoorden. Hij voelt geweer dicht tegen zijn rug prikken en iemand haalt de trekker over. Hij trilt en het zweet loopt over zijn gezicht. De man kijkt hem nog een keer aan. “Je zegt het! Nu!” Hij trilt van woede en even trekt Wayne de vergelijking met een klein jochie dat zijn teddybeer wil hebben en er trekt een grijns over zijn gezicht maar direct ziet hij het gevaar weer in de vorm van een geweer dat in zijn rug wordt geprikt en nog 3 trekkers die overgaan. “Ik ken hem niet!” Zegt hij ontkennend. “We hebben je gezien. Met hem, zeg het!” En dan doet hij heel stom. Hij wijst in de richting van de bergen waar Michael in verstopt is. “Daar.” Mompelt hij. Onmiddellijk willen de 4 mannen vertrekken 1 man blijft staan en zegt iets in een vreemd dialect. Dan pakt hij touwen en bind hem vast aan 1 van de zeldzame bomen in de vallei. En dan lopen ze alle 5 weg richting de bergen. Wayne trekt aan de touwen en na een eeuwigheid heeft hij ze los. Hij rent als een gek richting de bergen. Nergens meer oplettend rent hij zo snel mogelijk. Hij haalt alles uit de kast om het zijn vriend duidelijk te maken maar als hij vlakbij de schuilplaats is hoort hij een schot en dan nog 1 en nog 1. Hij rent langs de rotsblokken en ziet ze allemaal weg rennen. Hij knielt neer bij zijn vriend. Hij kreunt en staart naar de lucht. “God neemt me tot zich. Nu al! Zorg alsjeblieft dat mijn vrouw en kinderen genoeg eten en geld hebben.” Nee, nee dat kan niet. God, dat mag niet als een gek begint hij zijn vriend op te tillen en belt hij alle hulptroepen waarvan hij het nummer maar heeft. “Michael niet dood gaan ik heb je nodig! Ik kan niet zonder je! Kom op, geef niet op. Haal adem, goed zo. Laat die longen werken. Leef! Alsjeblieft Michael.” Zo raaskalt hij nog een paar minuten door. Dan kijkt hij nog eens naar zijn vriend. Zijn borst gaat niet omhoog en omlaag. Hij voelt aan zijn pols. Gestorven! “Nee, God hoe kunt u? Hij was mijn vriend. Hij was mijn voorbeeld, ik deed alles wat hij deed! Hoe kunt U hem weghalen van mij? God, waarom? Hij mag niet dood zijn en als hij het is God neem mij dan ook. Ik verdien het niet om te leven ik ben een verrader van mijn beste vriend. Een Judas!” Hij schreeuwt en huilt als nooit te voren. Hoe kunt u? De begrafenis is erg mooi maar Wayne voelt zich er eenzaam en alleen ondanks de warme hand die hem vasthoudt. Hij kijkt naar Michaels vrouw en ziet de traansporen. Hij wil het zeggen, hij wil het over de daken schreeuwen: ik heb het gedaan, ik heb hem verraden! Maar zijn lippen blijven op elkaar en er komt geen geluid uit zijn mond. Hij kijkt naar de 4 jonge kinderen. Gabriel, de jongste, kijkt wat voor zich uit en beweegt met zijn kont over zijn stoel. Hij moet zijn energie kwijt. Ach, een jochie van 5 kan dit niet snappen. De tweeling, Adam en Abram, spelen samen steen, papier schaar. Dat spel zullen ze nooit meer spelen met hun vader die altijd ermee vals speelde. Ze hebben niet door dat hun vader dood is. Ach, jochies van 7 kunnen dat niet snappen. Dan komt de oudste Elizabeth snapt het wel en ze huilt de traansporen zijn vers op haar gezicht. Haar zakdoekje is helemaal nat en ze blijft maar kijken naar de kist. Ja, hij heeft 4 kinderen van hun vader beroofd waarvan er 1 maar ooit echt weet wie haar vader is. Hij kijkt nu naar zijn vrouw ze kijkt naar hem en hij kijkt naar haar. Ze knijpt in zijn hand. Verrader! Zegt zijn hart ondertussen. Danielle, zijn dochter, kijkt naar hem en slaat haar armen om zijn nek en huilt, Danielle trok veel op met Michael. Vroeger wou ze met hem trouwen en nu heeft ze hem niet meer. Over de droom van het trouwen met Michael is ze heen. Het zo raar zijn als een meisje van 12 dat niet was. Zijn oudste 2 kinderen zijn er niet en de jongste die zou er alleen maar door heen huilen of door heen slapen. Wat heeft een jochie van 1 eraan om hier bij te zijn? Of kinderen van 14 en 15 die er niet willen zijn? Daar gaat alles het ene oor in en het andere weer uit. Hij zal het nooit vertellen. Niemand zal het weten dat hij zijn vriend heeft verraden. Hij zal dit geheim meenemen zijn graf in. Dat moet anders zal hij nog meer dierbaren verliezen. Niemand zal hem nog willen kennen. Een verrader! Een Judas! |
|||||
|