| |||||
Frisse lucht, Van de koelkast terug naar de bank. “Klik-kraak-pssst” Het bierblikje springt open. Boris ploft neer op de bank en grijpt met een zucht naar de afstandsbediening. ‘Nog steeds heb ik die schoenen aan… Wat stom. Ik heb de hele dag al schoenen aan en ik ben niet eens buiten geweest. Zo, schoenen uit, voeten op tafel. Geluid van de tv wat harder, o nee, nu is ‘ie te hard, beetje zachter.’ Boris zapt naar Discovery Channel. Er is een show over hoe je een auto bouwt. 4x4. ‘Cool hoor. Eerst maar een slok bier. En wanneer deze show afgelopen is maar even een tosti bakken. Er moet nog veel gebeuren. De huiskamer moet ook nog gezogen worden en de afwas van gister en eergister staat er nog. Maar eerst even bijkomen.’ ‘Mmm, reclame. Stom. Even kijken naar National Geographic.’ Gister was er een programma over van die enorme bouwwerken op de tv. Erg cool, want Boris studeert bouwkunde en van die grote projecten heeft hem altijd geboeid. Als hij is afgestudeerd is hij bouwkundig ingenieur en kan hij ook op dat soort bouwplaatsen terechtkomen. Dat is, als hij binnen de tijd afstudeert. Nu is hij tweede-jaars student in Amsterdam. Hij heeft niet alle punten gehaald van het afgelopen jaar, maar dat haalt hij na de kerst wel weer in. Eigenlijk moet hij ook nog dit blok een vak bouwkundige materialen halen, maar hij heeft ook al fysica en architectuur van de 20e eeuw… Dus zijn blok is allang volgestouwd. Volgend jaar dan maar inhalen hoor. Soms voelt Boris zich wel eens schuldig, als hij halverwege een blok zit, en wat achterloopt met zijn vakken. Maar ach, de tv en internet geven genoeg afleiding om dat schuldgevoel weg te nemen. En op donderdagavond is het feest. Dan gaan hij en zijn maten van L.A.N.X. stappen in de binnenstad. En vrijdag de eerste metro naar huis. Dit jaar is Boris voor het eerst bij de studentenvereniging gekomen. Vorig jaar wilde hij eerst zijn studie op orde krijgen, eerst even zijn propedeuse halen, en dan het jaar daarop een beetje meer tijd besteden aan de gezellige kant van het studentenleven. Maar ach, eigenlijk is alleen donderdagavond gezellig. Omdat hij nog maar een feut is kan hij niet in een commissie plaatsnemen en moet hij de rest van de week zichzelf zien te vermaken. Na de kerst mag hij wel een dispuut kiezen. Hij heeft zijn oog laten vallen op ov. B.O.R.G.I.A. Tenminste een gezellig dispuut, lekker veel vrouwen erbij. Nu is het nog afwachten of ze hem willen hebben. ‘Zo, eerst een tosti. Tosti-ijzer van de kast halen. Even een bord afwassen. Witbrood van vorige week. Kaas en ham. Curry alvast klaarzetten. O nee, de curry is op… Gister immers opgemaakt.’ Nee he, nu moet ‘ie alsnog naar de winkel om curry. ‘Ach, laat ook maar.’ Hij neemt wel een gevulde koek. Al kauwend loopt hij terug naar de bank. De tv maar weer aan. ‘He, een programma over Amsterdam! Beter…’ Het gaat over de plek waar Theo van Gogh is doodgeschoten. Daar is’tie vorige week nog geweest. Er zijn nog steeds mensen die daar tegen een paaltje bloemen leggen. Dikke onzin natuurlijk. Hij was zelf zo idioot om die moslims tegen zich in het harnas te jagen. Wat wel cool is, is dat hier in Amsterdam tenminste wat gebeurt. In Ten Boer, waar zijn ouders wonen gebeurde nooit iets. Boerendorp, zoals de naam al zegt. Natuurlijk kon hij wel naar Groningen, en op zaterdag deed hij dat ook wel, maar hier, in Amsterdam is de echte actie. De weekenden zijn hier te kort, ook al duren ze van donderdagmiddag tot maandagochtend. Zijn ouders hadden geklaagd of hij niet weer eens thuiskwam. Ach, hij had nu zijn vrienden hier. En hij had sinds kort een baantje op Schiphol. Daar was hij aangekomen via een klasgenoot van hem. Met koffers gooien, het vliegtuig in en het vliegtuig uit. Best leuk. Wel lang soms, maar ach, er zaten veel pauzes tussen omdat je nooit wist wanneer de vliegtuigen aan zouden komen en je aan het werk moet. ‘Nou, weer genoeg gelantervanterd , er moet maar wee wat gebeuren. Tv uit. Opstaan uit de stoel en maar weer terug naar de acht vierkante meter. Eerst even e-mail checken. Voor het geval er weer een roosterwijziging is ofzo.’ ‘Tjonge jonge, wat doet die comp er lang over om op te starten. Hij is natuurlijk ook al anderhalf jaar oud. Straks eens even kijken of er niet een mooi nieuw tweedehandsje op internet staat. Een laptop of zo is ook wel cool. Ze installeren nu op de hogeschool een draadloos netwerk, dan kun je zo met je eigen computer inloggen op het netwerk.’ |
|||||
|