248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Keiharde dromen
243·Titels
Door: EsQuizzy
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 6 minuten

*** HOOFDSTUK 10 ***


De paleisbibliotheek lag er verlaten bij op het moment dat prinses Lidhia de schuifdeur opentrok, die ochtend in alle vroegte. Vanuit het schemerduister blonken haar de schijnbaar ontelbare glinsterende titels toe van de vele boeken die de hoge, zware kasten rij na rij vulden.
Lang niet alle kaften waren echter van een opschrift voorzien. Het viel haar nu eigenlijk pas op hoe véél donkere plekken er tussen de groenige letters prijkten… Ze had Gabriëlles idee om hier op zoek te gaan naar haar dagboek enthousiast ontvangen, maar het grote aantal duistere gaten tussen de lichtende letters dimde haar verwachting toch wel behoorlijk…
„Hoe moet ik mijn dagboek hier óóit tussen vinden — als het hier echt is!?” vroeg ze zich af. Ze moest het toegeven: de bibliotheek was de ideale plek om een boek te verstoppen. Vol in het zicht tussen al die ‘soortgenoten’ zou het het minst opvallen. Maar waar moest ze beginnen!?
Achteraan maar, bedacht ze. Hier vooraan zou het te veel in het zicht staan, en als ik halverwege begin zou ik in de war kunnen raken!
Dus zwom ze naar achteren, waar ze gelaten aan de controle van de boeken op de bovenste plank van de meest linkse boekenkast begon.
Al gauw ondervond Lidhia nňg een hinderlijk effect van deze mogelijke verstopplek: alle boeken in de koninklijke bibliotheek waren van oorsprong afkomstig uit de Yithri Snij- en Boekbinderij van de gebroeders Mathon, de hofleveranciers in het grote pand langs de hoofdgeul van de stad. De Mathons hadden een uitgestrekte yithriplantage aan de oostgrens van Liliańo, maar daar was Lidhia nog nooit geweest. Magister Toenak had haar wel eens verteld dat de naam van het bedrijf taalkundig gezien niet helemaal klopte, maar dat de firma omwille van het rijmschema al generaties lang met opzet zo genoemd werd. Een ander detail dat al generaties lang ongewijzigd was gebleven, speelde Lidhia nu parten: de afmetingen van vrijwel alle boeken in de bibliotheek! Want haar dagboek, zo wist ze, vormde daarop géén uitzondering…
Donker kaft na donker kaft trok ze uit de rijen, om het enkele tellen later weer op dezelfde plek terug te schuiven. Zo nu en dan wekte een titel haar interesse — zowel van boeken zonder opschrift als van werken die hun titel in het duister verkondigden. Het duurde dan ook niet lang of Lidhia dreef stil in de ruimte tussen de kasten, verzonken in een spannend reisverslag van enkele onderzoekers uit de tijd van magister Toenaks jeugd.
Met moeite maakte ze zich, na ettelijke bladzijden gelezen te hebben, los uit het boeiende verhaal.
„Dagboek zoeken,” herinnerde ze zichzelf aan haar doelstelling. En aan die taak wijdde ze zich weer — maar niet voordat ze de spannende bundel zorgvuldig op de bodem had gelegd, waar het al gauw onder een stapeltje andere boeken kwam te liggen.
De eerste boekenkast van zeven planken kostte haar op deze manier al ruim een uur, zonder dat ze haar dagboek gevonden had. Ze realiseerde zich dat het zoeken naar haar schat zó nog wel een paar dagen zou gaan kosten…
„Ik hoop echt dat het dagboek hier staat, Gabriëlle,” sprak ze. „Ik dacht toen je het me voorstelde om hier te gaan zoeken, dat ik het eenvoudig zou vinden, maar het gaat meer tijd kosten dan ik had gedacht. Ik zal de bibliotheek kast voor kast en plank voor plank moeten nalopen. Dat gaat me wel flink wat tijd kosten, vrees ik.” Ze zuchtte en pakte een ander werkje van het schap. Een verontrustende gedachte diende zich bij haar aan, die ze meteen uitsprak: „En wat als Hagiysh als afleiding een titel achterop geschreven heeft, om het dagboek te camoufleren? Dan sla ik het misschien gewoon zomaar over — als het hier al tussen staat!”
Ze moest toegeven dat Gabriëlles idee volkomen logisch was: als zij een boek zou moeten verstoppen, zou zij het óók in de bibliotheek plaatsen.
„Hoogheid?”
„Waah!” — Lidhia’s heftige reflex deed haar het boek verliezen, dat naar de bodem zonk terwijl zij haar hand over haar hart plaatste en de magister aankeek, die ongemerkt de bibliotheek was binnengezwommen en haar onbedoeld de stuipen op het lijf had gejaagd toen hij haar aantrof.
„Mijn nederige excuses bied ik u aan, Hoogheid, voor het ongewild opwekken van uw onplezierige schrikreactie door mijn onvoorbereide uitspraak bij het niet verwachte aantreffen van de prinses.”
„Het is al goed, magister. Ik dacht dat ik alleen was.”
Toenak glimlachte: „Ook mijn persoon bevond mij binnen de grenzen van die veronderstelling.” Hij keek even naar de bodem, waar naast het slordig gezonken boek een keurig stapeltje andere titels lag. Lidhia volgde zijn blik.
„Ik was op zoek naar mijn dagboek,” bekende ze.
„En deze op de bodem vergaarde werken vergen meer diepgaand onderzoek teneinde vast te stellen of ze aan de vereiste criteria voldoen?” vroeg de magister plagend.
Lidhia keek hem even aan maar herkende bijtijds de twinkeling in zijn ogen en legde uit: „Nee, die boeken kwam ik tegen en die leken me interessant om eens te lezen — als dat mag?”
„Verre van mij zij het om een leergierige prinses te weerhouden van een vrijwillige uitbreiding van haar kennis, Hoogheid,” stelde Toenak haar gerust, waarop hij zijn stem een meer serieuze klank gaf met de vraag of zij hier kwam omdat ze een gegronde (hij gebruikte het woord ‘gebodemde’) reden had om aan te nemen dat het dagboek zich hier bevond of dat zij op zoek was naar een bron van afleiding.
„Allebei wel, denk ik,” gaf Lidhia ten antwoord. „Gabriëlle stelde voor dat het dagboek wel eens hier verstopt zou kunnen zijn. Een boek tussen de boeken valt niet op, toch? En ja, het geeft wat afleiding. Ik zie tegen Kirja’s bijzetting op, vanmorgen.”
De magister knikte zwijgend.
„Maar…,” aarzelde Lidhia. „Het onderzoek naar de kerkers gaat toch wel door, hč? Kirja zou zéker niet gewild hebben dat we zouden stoppen!”
Aha, dacht Gabriëlle. Was ze dáár zo bezorgd over? Nou snap ik het!
„Ik moet toegeven dat er sprake is geweest van het stilleggen van ons onderzoek, Hoogheid,” gaf Toenak toe. „Met in gedachten het overlijden van twee van onze militairen en een kamermeisje. Maar het besluit om het voort te zetten is reeds genomen door uw vader, die met precies hetzelfde argument kwam als hetgeen u zojuist te berde bracht: het zou Kirja’s inzet en haar overlijden van haar waarde beroven wanneer wij onze onderzoekingen zouden staken. In geen geval zou ons afzien van diepere navorsingen en verdere excursies in het hart van de fundamenten van dit paleis tot Kirja’s eer strekken. Wees dus gerust, Hoogheid, in de wetenschap dat wij ons alle moeite zullen getroosten om ons verlangen naar een bevredigende invulling van de antwoorden op de reeds gerezen vragen vervuld te zien worden.”
„Fijn,” glimlachte Lidhia gerustgesteld.
De magister keek even rond en zei: „Me dunkt dat de zoektocht naar uw dagboek geen kwestie van enkele uren zal blijken te zijn, tenzij u het manuscript in een dezer meest achteraf geplaatste boekenkasten zult aantreffen.”
„Nee,” verzuchtte Lidhia, half ontmoedigd. „En ik wil er ook geen hulp bij vragen. Ik wil het zčlf vinden, ziet u?”
Toenak knikte haar begrijpend toe.
„Zoekt u óók iets speciaals, dat u zo vroeg in de ochtend hier aanwezig bent?” vroeg Lidhia nu, gedeeltelijk om het onderwerp in een ander spoor te leiden. Maar voordat de magister zijn antwoord kon formuleren klonk er een vreemd geluid dat hun aandacht opeiste van ergens aan de andere kant van de ruimte. In één tel was het plafond van de bibliotheek in duisternis gehuld: het enige dat nog zichtbaar was, waren de zwak oplichtende titels op de ontelbare boeken en de lichtkransen van de magister en de prinses zelf. Als de plotselinge, onheilspellende duisternis hen al niet de stuipen op het lijf gejaagd had, dan was het de volgende schok wel gelukt. Een zwaar gekreun alsof iets zwaars langzaam omviel, gevolgd door een doffe klap die een krakend accent in zich droeg.
Een diep gerommel; weer zo’n klap — en nňg een: steeds sneller volgden ze op elkaar, steeds luider klonk het en het gedonder kwam snel dichterbij in de schemerdonkere ruimte die plotseling in een nachtmerrie was veranderd…
De kasten!!! besefte Gabriëlle, die vallende dominostenen voor zich zag en wel wenste dat ze Lidhia kon bereiken door in gedachten harder tegen het prinsesje te schreeuwen. DE KASTEN VALLEN OM!!!
Het was Toenak die plotseling vanuit zijn geschrokken verstarring in beweging kwam, Lidhia bij haar arm greep en haar ruw meesleurde om uit dat gangpad te komen. Hij was te laat: opeens zagen Lidhia en Gabriëlle hoe de laatste boekenkast naar hen toe overhelde en zijn lading over hen uitstortte.
Lidhia gilde, terwijl de magister riep: „Sluiten!!!”
Gabriëlle was dankbaar dat het hier onder water gebeurde — en niet in de bibliotheek op school: daar zou je geen enkele kans meer hebben gehad om nog weg te komen. Het water vertraagde het zinken van de honderden groenig glinsterende boeken tot een val in slow motion. Zij ving slechts een glimp op van het gevaar, terwijl Lidhia in paniek haar pantser sloot en uiterst pijnlijk ontdekte dat ze nog deels ingezwachteld was waardoor die plaat klem kwam te zitten. Ze kermde: nog extra pijn werd veroorzaakt door de lawine van boeken waaronder ze bedolven werd. Ieder boek veroorzaakte nieuwe trillingen die op haar als martelingen overkwamen. Zij piepte het uit; Gabriëlle schreeuwde in stilte…
Enkele tellen later was het geraas verstomd. Op hier en daar een verder naar de bodem glijdend boek na, was de rust weergekeerd.

Gepost op 23-04-2010 om 20:40 uur
152 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Keiharde dromen)
Alle verhalen van deze schrijver (EsQuizzy)



Door: EsQuizzy

Aan alle puzzelaars:

Logisch, toch?

Als je roept „Ik gok dit of dat!” - zonder een onderbouwing te geven, moet je niet van mij verwachten dat ik ga zeggen dat je goed gegokt hebt.



Gepost op 23-04-2010 Om 20:42

Door: Tines
Hihi. Ik had eigenlijk ook geen reactie verwacht! Maargoed, dit is dan de bevestiging.

Hmm, raar dat de kasten omvallen terwijl de slechterik al niet meer leeft. Dus er zijn méér personen betrokken? Maar waarom zouden ze Lidhia en de magister iets aan willen doen? Zouden zij, behalve het dagboek, iets anders nog op het spoor zijn? Ik zal eens die post opzoeken over de geheime doorgang en Murox. Misschien helpt dat... Maar welk nummer was dat?
Gepost op 23-04-2010 Om 21:46

Tjaaaaaa.....

Er zijn er meerdere die aan die specificaties voldoen. =q

Gepost op 23-04-2010 Om 22:40

Door: kiezel
...Gelukkig hebben wij Google!

Deel 149 t/m 151 gaan bijvoorbeeld over Murox en zijn geheime gang naar de bibliotheek.

Maar ook andere delen, zoals deel 21, wijzen op een minder sympathieke kant van Murox - en zijn jaloezie jegens Toenak, wat ook in deze post wel eens een goed motief zou kunnen zijn...
Gepost op 26-04-2010 Om 11:31

...bijvoorbeeld, ja. =)

Gepost op 26-04-2010 Om 11:35

Door:
Fanservice, ja, zeg dat wel!

Goed. Dus, laten we even aannemen dat Lidhia’s dagboek inderdaad in de bilbiotheek lag, en dat degene die hem daar verstopt heeft hoorde dat Lidhia zei dat ze hem aan het zoeken was. Waarna diegene de kasten heeft omgeduwd. De bibliotheek lijkt niet zo’n drukbezochte plek, dus heeft diegene genoeg tijd om eventjes het dagboek ertussenuit te vissen.

Gepost op 27-04-2010 Om 16:33

...bijvoorbeeld. =)

Gepost op 27-04-2010 Om 17:24

Door:
Ik heb ook weer niks aan jou hč!

Gepost op 28-04-2010 Om 13:22

Nee. Helemaal niks.

Alles wat ik wilde zeggen was: "Het zou zo kunnen zijn dat je gelijk hebt, maar het kan ook nog anders..."

=)

Gepost op 28-04-2010 Om 15:13

Door:
...Ik zie tegen Kirjas bijzetting op, vanmorgen.... Bedoel je daar niet morgenochtend? Vanmorgen klinkt in mijn oren als verleden tijd.
Gepost op 17-08-2010 Om 21:00
Vergelijk: "Ik moet naar de tandarts vanmorgen."

Dat is iets anders dan: "Ik moet naar de tandarts morgenochtend."

=)

Gepost op 18-08-2010 Om 09:25

Door:
Yep, yhnx!
Gepost op 18-08-2010 Om 10:05

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.