| |||||
Lidhia was al een paar keer ten dans gevraagd door zelfverzekerde waterlingen. Ze vond het diep in haar hart eigenlijk verschrikkelijk om dit mee te moeten maken, maar ze wist heel goed aan wie ze haar uiterlijke zelfverzekerdheid en de vele complimentjes te danken had. Kirja. Weken hadden ze eraan gespendeerd: voorbereiding. Die laatste dag was Kirja bezig geweest met Lidhia’s uiterlijk — en daar was ze uitzonderlijk goed in. Met een palet aan zachte, natuurlijke kleuren en een paar helder opvallende contrastkleuren had het kamermeisje het voor elkaar gekregen om Lidhia’s pantserplaten zo geraffineerd te bewerken dat ze enorm opviel, juist doordat het niet opviel dat het uiterlijk van de prinses niet haar natuurlijke was. „Het grote geheim van een goede kleuring is dat het de natuurlijke schoonheid benádrukt,” had Kirja haar toevertrouwd, „in plaats van dat het de aandacht ervan afleidt. Het gaat er niet om dat men mijn werk ziet. Het gaat erom dat men ú ziet, zo mooi als u bent.” Lidhia was diep onder de indruk van Kirja’s woorden en werk. En Kirja’s werk had het bedoelde effect, al wist Lidhia niet goed hoe ze daarmee om moest gaan. Kirja had haar geleerd om complimentjes gewoon te aanvaarden met een beleefd „Dank u wel,” maar… In de armen van een welgestelde waterling zwierde ze door de balzaal: naar links, omhoog tot vlak onder het lichtende plafond, naar voren, schuin naar beneden tot bijna op de bodem — en dat met nog ongeveer vijftig meer paartjes in een strak gecoördineerd, driedimensionaal patroon. Hij probeerde luchtig met haar te converseren, maar wist niets te vertellen wat haar ook maar in het minst kon interesseren. Het gesprek verliep dan ook stroef; ongemakkelijk. En hij was niet de eerste met wie ze dat probleem had gehad. Zij droomde weg bij gedachten aan de gezellige, spontane uren die ze hier de afgelopen weken met Kirja doorgebracht had. De balzaal was leeg geweest op hen beiden na. De dansen, de etiquette, de bewegingen, de verwachtingen — alles hadden ze tot in de kleinste details besproken. Kirja wist van wanten, maar had zich ook als een enorm goede vriendin ontpopt. De vrijgezelle waterling die haar de balzaal door leidde vertelde iets over zijn prestaties en zijn inkomen — moest ze daarvan onder de indruk zijn of zo? En de manier waarop hij naar haar keek stond haar niet echt aan… Ze voelde zich opgelaten en ongelukkig. Tijdens de voorbereidingen had ze naar het bal uitgekeken als ieder jaar naar haar verjaardag, maar dan indrukwekkender. Nu ze het bal beleefde, besefte ze dat ze de stilte van de lege zaal en de vertrouwelijke sfeer tussen haar en haar kamermeisje miste. Was de balzaal maar weer leeg, dan zou ze hier met Kirja komen om fijn te praten over van alles en nog wat — maar vooral om haar te bedanken! En vanavond, in bed… zou ze weer dromen over het luchtmeisje Gabriëlle? Ze wist het niet; hoopte van wel al wenste ze wel dat die dromen minder onbegrijpelijk ingewikkeld waren. Zachter. Niet zo ècht. Met een knappe, hoge uithaal op een uitheemse schelp beëindigde het orkest die lange dans. Ze gaf haar partner het verplichte handje. „Mag ik Uwe Hoogheid een compliment geven met betrekking tot de kleuren van uw pantser?” vroeg de jonge waterman. „Het is verfrissend om te zien hoe betoverend een mooi watermeisje eruit kan zien met zo’n eenvoudige kleuring als de uwe.” Lidhia keek hem aan — open en direct. Ze wist dat ze haar verontwaardiging volgens de regels van de beleefdheid binnen zou moeten houden, maar ze voelde het compliment als een regelrechte belediging van Kirja’s inspanning. „Mijn waardering gaat uit naar mijn kamermeisje Kirja,” antwoordde ze met een stem waarin haar wrevel tòch doorschemerde. „Zij heeft bijna de hele dag onafgebroken aan mijn in uw ogen ‘eenvoudige’ uiterlijk gewerkt.” „De hele dag?” vroeg hij ongelovig en spontaan bot. Ze liet abrupt zijn hand los en zwom zonder daarop in te gaan bij hem vandaan, op zoek naar haar ouders. „Mamma, waarom reageren ze allemaal zo vreemd als ik ze bij complimentjes over mijn uiterlijk doorstuur naar Kirja? Ik vind al die jongens maar vreemd doen…” Haar vader wendde zich even af. Lidhia snapte niet waarom hij dat deed. Haar moeder gaf haar op haar hulpzoekende blik een glimlach die haar duidelijk in het gelijk stelde, maar waarvan de verdere betekenis Lidhia niet minder verborgen bleef. Ze keek, nog steeds om hulp verlegen, haar vader aan — maar die gaf haar een olijke knipoog en zei: „Goed zo, meisje. Wees jij maar fijn jezelf.” Onzeker gaf ze haar ouders een scheve blik. „Toe maar, lieverd,” glimlachte Quevéra. „Je hebt goed opgelet bij Kirja’s danslessen, en ze heeft je inderdaad prachtig opgemaakt.” „Dat vind ik nou ook,” knikte Lidhia. „Meisje,” zei Silvaeo zacht. Lidhia keek hem aan. „Niemand verlangt van jou dat je tegen je zin iemand kiest. Volg je eigen inzicht maar.” Er viel een last van Lidhia’s schouders. Ze keek om zich heen. Kirja zwom in een hoek bij een enorme lichtblauwe schelp die niet ver onder het hoge plafond gemonteerd was, en waaruit een aantal prachtige sliertige waterplanten richting de bodem golfden in de door de dansende paartjes veroorzaakte stroming. Het donkerharige meisje balanceerde een dienschelp op haar handen, en zwom van gast naar gast om ze een hapje aan te bieden. Lidhia was al onderweg. „Kirja, ik zou het leuk vinden als je de volgende dans met mij wilt doen.” Het kamermeisje verloor van verbazing bijna haar lading versnaperingen. De gasten die Lidhia’s vraag hadden meegekregen waren plotseling stil. Onder die onverwachte aandacht verschoot het kamermeisje van kleur. Ze fluisterde: „Hoogheid…, de volgende dans is de belangrijkste van het bal! En u mag kiezen met wie u deze dans wilt delen! Alle vrijgezelle waterlingen hopen lichtend deze dans van u krijgen!” „Ik wil hem graag met jou dansen. Jij hebt het mij geleerd. En jij hebt mij zo mooi opgemaakt.” „De jongemannen zullen beledigd zijn, Hoogheid…,” stribbelde Kirja nog tegen, al zag Lidhia duidelijk dat het knappe kamermeisje diep geraakt was door de uitnodiging. „Daar moeten ze dan maar mee leren leven,” vond Lidhia gemakkelijk. Ze boog zich iets naar Kirja over en fluisterde haar zacht toe: „Ik durf hem alleen maar met jou te dansen, ik ben zo bang dat ik iets fout doe. Ik heb al heel veel fouten gemaakt vanavond en ik heb er geen zin meer in om me te schamen voor mensen die ik helemaal niet ken. Met jou voel ik me veel zekerder. Met al die anderen is het niet echt. Jij hebt zó je best voor mij gedaan! Nu wil ik jou daarvoor bedanken. Jij mag óók wel eens in de aandacht zwemmen. En ik accepteer géén ‘nee’.” Kirja glimlachte even, maar schudde haar hoofd. Lidhia had daar al op gerekend en fluisterde haar kamermeisje één van haar eigen lessen toe: „Het is hoogst onbehoorlijk om iemand de hoofddans te weigeren.” Ze zag hoe Kirja’s onderlip trilde. Lidhia fluisterde snel: „Iedereen zal het zien als mijn jawoord, als ik één van die kwallen deze dans gun. Ik moet er niet aan denken! Daar ben ik nog lang niet aan toe. Dus vraag ik jou of je deze dans met mij wilt doen als mijn beste vriendin.” „En wat zullen uw ouders wel niet zeggen?” vroeg Kirja, niet zonder angst. „Die zouden het geweldig vinden,” verzekerde Lidhia haar. Kirja’s tegenstand brak onder de smekende blik van ‘haar’ prinses. „Heel graag dan, Hoogheid,” knikte ze bedeesd. Lidhia glunderde. Tussen het zwierige dansen door keek ze over haar schouder in de richting van haar ouders. De goedkeurende glimlach op die vertrouwde gezichten maakte haar blij. |
|||||
|