| |||||
Tara keek met afschuw naar het enorme blok beton dat haar school moest voorstellen. Ze woonde nu al drie weken in de VS en was al aardig gewend aan het feit dat iedereen om haar heen Engels sprak. Haar vroegere lerares zou haar uitspraak, die ze altijd had beloond met een 8, nu wel verfoeien. De vrouw was erg dol op Brits Engels en vond alles wat daarvan afweek (Amerikaans Engels, Australisch Engels, enz.) 'awful'. Tara schreef haar dagboek nog steeds in het Nederlands. Ze moest haar moedertaal bijhouden en niet vergeten als ze over twee jaar terug wilde naar Nederland. Haar ouders dwongen haar Engels te spreken zodat ze 'goed zou wennen'. Tara had ruzie gezocht, maar ze waren vastbesloten en het had niets uitgehaald. Uiteindelijk had ze toegegeven al deed ze alles om Nederland te promoten. In de drie weken had ze de weg in de buurt geleerd, een bibliotheek gevonden met een kleine selectie Duitse boeken en haar schoolboeken gekregen. Tara had ontdekt dat het Amerikaanse schoolsysteem nogal verschilde van het Nederlandse. Zo had Tara begrepen dat ze in klas 11 zat en een 'junior' was. Haar ouders hadden haar ingeschreven op de Philman High School in Philadelphia. Ze was met een gele schoolbus opgepikt uit Franklin Village en nu stond ze op een stenen plein waar nog minstens tien andere bussen stonden. De school was vreselijk lelijk. Één groot, vierkant blok beton met rijen ramen en een paar ingangen. Aan de zijkant was een sportvel met kunstgras en basketbalringen. Het was enorm druk en Tara werd door de stroom meegevoerd naar binnen. Ze liep met moeite naar de receptie toe. Een lange rij kinderen stond te wachten. Drie schrille bellen en twee huilende eerste of eigenlijk negende klassers later was ze aan de beurt. De hal was inmiddels uitgestorven. Tara vroeg de ongeïnteresseerde vrouw achter de balie waar ze heen moest. De vrouw liet de bel van haar kauwgum klappen en wees haar een vage witte schildering op de grijze muur aan. 'Daar staan de nummers, je moet naar rechts.' Tien minuten later stond ze voor een deur waarachter zich haar nieuwe klas bevond. Ze slikte en klopte aan. Er kwamen voetstappen naderbij en de deur vloog open. Een lange, magere m,an met een bril op het puntje van zijn neus en gehuld in een witte labjas keek haar woedend aan. 'Je bent te laat!' |
|||||
|