| |||||
Silvaeo voelde haarfijn aan, dat de generaal onder Murox’ vragende blik naar woorden stond te zoeken. Zelf had hij ook niet verwacht de geleerde hier aan te zullen treffen — daardoor was ook hij niet op die lastige vraag voorbereid. Murox’ eigen woorden boden de koning echter een plausibele uitweg: „Verontschuldigt u ons voor deze vroege interruptie, heer Murox. Kapitein Triscon was zo goed ons in te lichten over uw meest recente bezoek aan de bibliotheek. Wellicht bent u in staat ons van enige informatie te voorzien omtrent een klein onderzoek dat wij verrichten in het kader van de algemene veiligheid.” Murox gaf geen krimp maar knikte rustig, ten teken dat hij bereid was iedere vraag te beantwoorden. Silvaeo vervolgde: „Op welk tijdstip begaf u zich in de richting van de bibliotheek?” Murox antwoordde direct en zonder aarzelen: „Dat zal zo tussen twee- en driekwint geleden zijn, Sire.” Silvaeo knikte. Die informatie klopte met de rapportage van de kapitein. Hij vroeg: „Bent u naast de kapitein en zijn metgezel nog andere personen tegengekomen op uw weg naar de bibliotheek?” „Jawel, Sire,” knikte Murox. „Ik kwam prinses Tirashya tegen op de gang.” Dat was nieuw voor Silvaeo, maar hij liet niets merken. Wel vroeg hij: „Is het u bekend waar zij naartoe ging?” „Nee, Sire. Ik heb haar slechts begroet en ben mijns weegs gegaan.” „En waar was dat precies?” wilde Silvaeo weten. „In de gang, bij de… ehm, dat blauwgroene koraalscherm daar?” antwoordde Murox aarzelend. „Ik ben niet precies op de hoogte van de ruimten die zich daar bevinden, Sire.” „Juist,” reageerde Silvaeo. „Het koraalscherm is ons bekend, dank u. Na uw onderhoud met de kapitein…” Afwachtend keek de koning de geleerde aan. Die vulde de zin netjes aan met: „Na mijn onderhoud met de kapitein ben ik direct teruggezwommen naar mijn uitstekende logeervertrekken hier, Sire. Ik heb verder ook niemand meer gezien of gesproken — dat wil zeggen, tot u mij hier kwam opzoeken.” „Heel goed. Heer Murox, nogmaals onze verontschuldigingen voor de onderbreking van uw bezigheden en vriendelijk bedankt voor de informatie.” Murox lachte: „Die bezigheden hadden niet veel om het lijf, en als ik u ergens mee van dienst kan zijn, dan doe ik dat graag, Sire.” Silvaeo knikte de man toe, maar Murox nam nog even het woord: „Mag ik van de gelegenheid gebruik maken uwe hoogheid te informeren naar de plannen die u en uw zeer geëerde echtgenote hebben met betrekking tot mijn tijd hier aan het hof? Ik word hier met alle voorkomendheid behandeld, doch ik vrees dat ik mij een weinig… overbodig begin te voelen. Is er nog enig zicht op mijn mogelijke dienstbaarheid aan prinses Lidhia? Het zou mij tegenstaan om ten onrechte gebruik te blijven maken van uw uitmuntende gastvrijheid.” Silvaeo streek eens met een hand door zijn baard en knikte: „Ik begrijp uw situatie, heer Murox, en ik dank u voor uw openhartigheid. Uiteraard willen wij u niet belemmeren bij het beoefenen van uw wetenschap. U bent onze gast, en het spreekt voor zich dat u als zodanig geheel vrij bent om te gaan wanneer u dat verkiest. U bent van harte welkom hier, en ik spreek mede namens mijn vrouw wanneer ik u zeg dat wij reeds veel aan uw steun en advies gehad hebben. Al lijkt prinses Lidhia een eigen koers te willen varen, en al willen wij haar graag die ruimte geven…,” Silvaeo slikte iets weg, voor hij verderging: „…het zou mij zeer welkom zijn als uw beschikbaarheid binnen dit paleis nog enige tijd zou voortduren.” Murox knikte en antwoordde: „Tja, de toestand van de prinses lijkt redelijk stabiel te zijn op dit moment, dat moet ik toegeven, Sire. Ik zou haar verdere vorderingen graag van dichtbij — maar natuurlijk wel discreet — willen observeren. Het is mogelijk dat zich een terugval kan voordoen, maar intussen ben ik ook benieuwd naar de ontwikkeling van haar toestand, die ook voor mij niet zonder verrassingen is gebleken. In het belang van de wetenschap zou ik graag blijven; vanuit de wens hare hoogheid volledig hersteld te zien zou ik het liefst meteen willen kunnen vertrekken. Maar op geen enkele wijze wens ik inbreuk te maken op tijd, die uw gezin nodig heeft om op zichzelf te zijn.” „Een koninklijk gezin kent slechts weinige momenten van volledige afzondering, heer Murox,” gaf Silvaeo toe. „Houd mij op de hoogte van uw bevindingen rondom de toestand van de prinses. Uw aanwezigheid wordt gewaardeerd, al zij het misschien nog niet direct door de prinses zelf. Ze heeft altijd al een verlegen karakter gehad, en om over zeer persoonlijke ervaringen te spreken met een voor haar toch onbekend iemand… Ik vrees dat dat te veel gevraagd is voor haar.” „Ik dank u voor uw vertrouwen, Sire,” boog Murox in de deur van zijn appartement, die hij daarop zachtjes sloot. De koning en de generaal keken elkaar eens aan, waarop Silvaeo aankondigde: „We gaan maar eens even op bezoek bij prinses Tirashya.” „Wellicht heeft zij naast Murox nog iemand gezien, Sire,” knikte Korfos. Silvaeo keek hem met een half glimlachje aan en zei: „Ik verwacht eerder dat zij degene is die wij zoeken!” „Die gedachte had zich ook bij mij aangediend, Sire,” knikte Korfos, waarop hij een veelzeggende blik van de koning kreeg die zijn huidige enthousiasme over het hebben van kinderen weergaf. Korfos glimlachte eens: hij wist hoe zeer koning Silvaeo gesteld was op zijn ondernemende kroost. Silvaeo haalde diep water en zei: „En nu: wáár is prinses Tirashya!?” |
|||||
|