248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Jerichoplein
7. dreigementen
Door: Gabriëlle
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 4 minuten

“Houd op zeg,” zei Magda knorrig. Ze had nu al tien minuten tegen Lydia aan zitten kletsen en ze moest zo terug, de glazen moesten worden opgehaald en de volgende ronde aan bittergarnituur in de friteuse. Sjaak had haar al een paar minuten geleden een wenk gegeven. Hij ging zo naar huis, hij wel, de mazzelaar. Opnieuw keek ze naar het hoopje ellende dat alleen maar oog had voor het stel op de dansvloer, dat zich zonder haar uitstekend aan het vermaken waren. Ze kon dit niet langer mee aanzien, dat haar huisgenote zich zo aanstellerig gedroeg.
“Wat moet ik dan doen?” vroeg Lydia pruilend, waarbij ze haar blik eindelijk van het stel losrukte om haar aan te kijken.
“Zeg die rotzak toch gedag en amuseer je,” Magda gaf een seintje aan Sjaak dat ze er aan zou komen en zei met iets van spijt in haar stem, “ik moet nu weer verder met serveren, sorry, maar ik kan niet heel de avond je hand vast houden.”
“Jij snapt ook niks,” pruilde Lydia verder en keek weer naar Richard en de slanke schone, die in een innige omhelzing over de dansvloer gleden.
“Nee, ik snap inderdaad niks. Dat jij jezelf te grabbel gooit voor die broer van mij, daar kan ik echt niet bij. Er zijn genoeg jongens die uit je hand zouden eten en jij kruipt voor hem,” ze stond op en voegde eraan toe: “Man, wat is het warm. Het is hier om te stikken. Ik zie je straks nog wel. Ga jij maar lekker door met zo pathetic te doen.”
Ze zag dat Richard hun kant uitkwam en hoorde hem met overdreven stem aan Lydia vragen, “hoi schoonheid, kom je ook dansen?”
Magda vroeg zich af of hij ooit zijn sarcasme wel eens kon laten varen.
“Ik heb geen zin,” zei Lydia nukkig.
“O, nou je doet maar. Ik amuseer me prima,” zei hij, iets aangeschoten.
Magda liep nog niet meteen weg. Ze wist dat ze zich hier niet mee moest bemoeien, maar kon niet laten te zeggen. “Weet je wat jij bent?”
Richard deed alsof hij haar niet gehoord had, maar was al weer onderweg naar de dansvloer.
“Waag het niet om met haar weg te gaan, want ik doe je wat,” hoorde ze Lydia in zichzelf mompelen. Magda wierp een laatste blik op haar en keek toen schuldbewust naar de keuken. Ze zuchtte. Ze moest aan het werk, er zat niets anders op.

Seb had een paar interessante gesprekken gevoerd met diverse oude bekenden en vond het nu wel tijd worden om op te stappen. Hij had in het voorbijgaan afscheid genomen van Magda, die bezig was de lege glazen op een groot dienblad te zetten. Richard had hem alleen toegeknikt, terwijl hij geanimeerd aan het praten was met de dames van het studentenhuis dat verderop lag in hun straat. Al lang bestonden er vriendschappen tussen dit huis en het Jerichoplein en hij kende de meisjes aan Richards tafel van gezicht en sommigen ook bij naam. Mandy, die tot nu toe beslag op Richard had weten te leggen, was één van hen.
Hij ging nog even naar het toilet en dan zou hij rustig huiswaarts lopen. Hij had geen haast, misschien maakte hij er wel een langere wandeling van. Toen hij juist de deur van de achterste wc weer open wilde doen, werd zijn aandacht getrokken door de volgende woorden, die op zachte fluistertoon werden uitgesproken: “Waarom zou ik jou geld moeten lenen?”
Hij herkende de stem van Paul, die lichtgeïrriteerd klonk.
Seb liet de deurkruk weer omhoog gaan en bleef staan in de wc.
“Ik heb je een zakelijk voorstel te doen,” hoorde hij Richard zeggen. Het was duidelijk te horen dat hij te veel drank op had.
“Man, je bent gek. Ik heb geen geld en als ik het had dan gaf ik het niet aan jou”, zei Paul, nog steeds op fluistertoon.
“Ik weet een tegenprestatie voor je geld. Je hebt geld en dat weet ik. Je bent nu in dienst van het Sophia gekomen en weet je wat ze daar doen met artsen die een strafblad hebben?”
“Ik een strafblad?” Hij snoof om de onzinnigheid daarvan kenbaar te maken.
“Formeel nog niet, maar dat kan veranderen. Want is het illegaal verhandelen van ecstasy niet strafbaar?”
Seb hoorde nu het geluid van schoenen die over de vloer schoven. Ook waren de mannen aan het hijgen, wat duidde op een worsteling.
“Ik heb je al eerder gezegd dat ik niet deal en dat je me daarmee niet kunt chanteren. Dus houd daarmee op. Ben je gek, man? Iemand zou je kunnen horen. Denk je dat ik wil dat anderen horen wat jij hier allemaal uitkraamt?” Paul’s stem klonk in paniek en hij hoorde een gorgelend geluid dat hij vermoedelijk van Richard kwam, omdat deze niets zei. Langzaam deed Seb de deurknop omlaag en opende de deur op een kier. Hij zag dat Paul Richard bij zijn overhemd gepakt had en hem nu in een wurggreep hield. Richard, die tegen de muur werd gedrukt, liep gevaarlijk rood aan.
Seb was gereed om in actie te komen, maar op het volgende moment liet Paul Richard abrupt los. Richard greep naar zijn keel en snakte naar adem. Het had weinig gescheeld of hij was van zijn stokje gegaan. Seb zag dat Richard wit wegtrok bij het zien van Paul’s gezichtuitdrukking, die Seb niet kon zien, omdat hij met zijn rug naar hem toegewend stond.
“Dus je wilt dit doorzetten?” Paul keek hem afwachtend aan. Toen er geen reactie kwam, zei hij: “Hoe laag kun je zinken,” hij deed een stap naar achteren.
Richard antwoordde hem gehaast: “Ik kan niet anders. Het water staat aan mijn lippen. Ik heb heel veel schulden.”
“Wat jammer nou voor jou. Ik heb echt te doen met Lydia. Misschien dat ze nou eindelijk eens wakker wordt.”
“Ik meen het, ik ga naar de politie. Dag carrière.”
Even was Seb bang dat Paul opnieuw een poging zou doen om Richard aan te vallen, maar op het volgende moment zag hij hem de toiletruimte uitbenen. Hij pikte de bocht naar links om zich terug in de zaal onder de feestgasten te begeven.
Richard leunde vermoeid tegen de muur en liet een schor gehoest horen. Hij wreef zijn nek. Hij schikte opnieuw zijn stropdas en verdween. Seb haalde hoorbaar adem. Hij wilde nu nog maar één ding, zo snel mogelijk naar huis. Onderweg naar huis liet hij zijn gedachten de vrije loop over de conflicten tussen de bewoners van het Jerichoplein. Hij kon niet bedenken dat dit nog maar het begin was van zijn zorgen en dat morgen de pleuris zou uitbreken, zoals men gewend was in goed Rotterdams te zeggen.

Gepost op 22-09-2008 om 18:42 uur
249 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Jerichoplein)
Alle verhalen van deze schrijver (Gabriëlle)

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.