| |||||
Toen Deborah uit school kwam, zat haar moeder al klaar met een beker limonade. En ze vroeg meteen hoe juffrouw Karin de tekening vond en wat ze allemaal had gedaan. En Deborah vertelde over het verhaal wat juffrouw Karin had verteld. Ze vertelde over de hemel en de aarde die God had gemaakt en over alle dieren en planten die God had gemaakt. Ook vertelde ze dat er een hond en een poes en een cavia in de klas waren en dat Leandra haar goudvis had meegenomen. “Nou”, zei mamma, “dan zal het wel een drukte van jewelste zijn geweest in de klas”. “Ja, er was een heleboel lawaai in de klas”, zei Deborah, “Maar dat maakte helemaal niets uit. En weet je waar juffrouw Karin morgen over gaat vertellen?” “Nee”, zei mamma. “Ze gaat een verhaal vertellen over de eerste vrouw op aarde vertellen en dat lijkt me en heel spannend verhaal”. Toen ging mamma eten koken en Deborah ging met haar poppenhuis spelen. Na een poosje riep mamma: ”Deborah, eten”. Deborah rende de trap af en ging snel aan tafel. “Mamma, wat eten we?”, vroeg Deborah. “Iets wat jij heel erg lekker vind, we eten erwtensoep met rookworst”, zei mamma. “Mmm, dat is lekker!” Na het eten hielp Deborah haar moeder met de afwas. Het was een heleboel, maar met z’n tweetjes was het zo klaar. Toen moest Deborah naar bed, want het was alweer zeven uur. Deborah ging snel naar boven en trok haar pyjama aan. Ze wist dat haar moeder nog een verhaaltje zou vertellen als ze snel was. Toen ze in haar bed lag kwam haar moeder boven en … ze vertelde een verhaaltje. Het verhaal ging over Esther die heel bang was om iets te doen Ze durfde het gewoon niet. Maar Esther ging op een dag naar een gemeente en gaf daar haar hartje aan de Here Jezus. Vanaf die dag is Esther nooit meer bang geweest om iets te doen. Na het verhaaltje gingen Deborah en haar moeder bidden en daarna moest Deborah gaan slapen. De volgende dag was Deborah heel laat wakker. Ze ging snel uit bed en kleedde zich snel aan. Ze rende de trap af. Mamma zat al klaar aan tafel. Ze had de tafel gedekt en was al koffie aan het drinken. Ze zei: “Hoi Deborah, heb je lekker geslapen?” “Ja, ik heb reuzelekker geslapen”, zei Deborah, “en jij dan mamma?” “Ik ook”, zei mamma, “en nu moet je snel eten, want je bent al erg laat. En ik heb ook helemaal geen zin dat ik een boze juffrouw Karin aan de telefoon krijg omdat jij te laat bent.” Deborah at snel haar boterham op en dronk een beker melk. Daarna trok ze haar schoenen en jas aan en ze rende naar school. Ze was nog net op tijd. De bel ging toen Deborah het schoolplein op kwam rennen. Snel ging ze in de rij staan bij alle andere kinderen uit haar klas. En pas toen iedereen netjes in de rij stond mochten ze naar binnen. Iedereen trok snel zijn jas uit, want ze waren allemaal heel nieuwsgierig naar het verhaal van juffrouw Karin. Maar eerst gingen ze een paar liedjes zingen en bidden. En toen… eindelijk, juffrouw Karin begon met het verhaal. Eerst stelde juffrouw Karin een vraag over het verhaal van gisteren. Ze vroeg of iemand nog wist wat God allemaal had gemaakt. Nou dat wist iedereen wel en iedereen riep door elkaar. Deborah kon er bovenuit komen en riep: ”God maakte de zon, de maan en de sterren”. En Arjan riep: “God maakte de planten, bomen dieren, vissen en vogels”. Leandra riep: ”God maakte droge stukken land om te wonen en stukken land met water, zoals de zee”. “Nou, dat hebben jullie allemaal goed onthouden”, zei juffrouw Karin: ”Maar nu ga ik beginnen met een nieuw verhaal”... God was heel blij met alles wat Hij gemaakt had. Maar er was iemand die helemaal niet zo blij was, hij voelde zich erg alleen. Weet je wie dat was? Nee? Nou, Adam kon niemand vinden die op hem leek. En op een dag vroeg Adam aan God of Hij ook iemand voor hem had gemaakt. Dus stuurde God één voor één alle dieren bij hem en keek of er iemand was die goed bij Adam kon paste. Ook vroeg Hij aan Adam of hij elk dier een naam wilde geven. Deze namen kregen deze dieren voor hun hele leven. Maar een helper voor Adam vond God niet. Dus bedacht God een plannetje om hier iets aan te doen. Toen Adam eindelijk klaar was met de namen van de dieren mocht hij uitrusten van God. God liet een diepe slaap over hem komen en haalde een rib uit Adams lichaam en sloot de holle ruimte af. Weet je wat Hij met de rib deed? Hij maakte uit de rib een vrouw. Toen Adam wakker werd lag zij naast hem. En Adam was erg blij. Hij riep uit: “Dit is wat ik nodig heb! God heeft hiervoor gezorgd”. En Adam noemde de vrouw Eva. De man en de vrouw hadden allebei geen kleren aan, maar ze vonden dat helemaal niet erg. Ze hadden dit niet eens in de gaten. Adam en Eva kregen twee zonen. De oudste zoon noemde ze Kaïn en de jongste noemde ze Abel. Toen de school afgelopen was ging Deborah bij Corina spelen. "Wat had juffrouw Karin weer een mooi verhaal!", zei Deborah, "Ik ben nieuwsgierig waar juffrouw Karin het morgen over zal vertellen. Thuis vraagt de vader van Deborah hoe het op school was en Deborah vertelt over het verhaal wat juffrouw Karin verteld heeft. Na het eten speelt Deborah nog even buiten met Debby. Debby is het buurmeisje. Om zeven uur roept haar moeder haar omdat ze naar bed moet. |
|||||
|