| |||||
Timmy pakte een paar steentjes van het grindpad dat voor het huis langs liep. Hij baalde er best van dat die belangrijke papieren zomaar uit de enveloppe gevallen waren. Hij vond Michelle aardig. Ze zou toch niet boos op hem zijn als ze het zou merken? Of zou Rhodé het niet verklappen? Timmy keek eens in de holte van zijn hand. Ja, dit waren wel goeie steentjes. Niet te groot. Hij ging op een afstandje van het huis staan en keek naar boven naar het raam van Michelle's kamer. Een flinke zwaai met zijn arm: "Tok!" Daar vloog het steentje tegen haar ruit aan. Maar Michelle reageerde niet. Nòg eentje dan. Weer geen reactie. "Miesjèèèlle!!!" riep Timmy nu zo hard als hij kon. Het raam ging niet open. "Miesjèèèlle, sòòòòrry!!!" Hopelijk had ze hem nu gehoord. "Sorry voor de papieren!!!" gaf hij nog één keer een flinke schreeuw. Hij had er een rood gezicht van gekregen. Toen er nog geen reactie kwam, probeerde Timmy het nog één keer met een steentje. Hij wachte op het bekende geluid van het steentje tegen het raam, maar in plaats daarvan hoorde hij: "Kratsj!!!" Timmy keek geschokt naar het raam waar het steentje dwars doorheen was gegaan. Er zat een klein gat in en een paar flinke barsten...! Maar de ruit zàt er nog in. Timmy was zo geschrokken dat hij alleen maar kon bedenken dat Michelle nu vast nog bozer op hem moest zijn. Wie weet dacht ze dat hij het tafeltje bij Rhodé had omgegooid. Ze wist vast ook van de enveloppe en nu die ruit! En straks viel die ruit misschien wel helemáál aan diggelen... Hij kon zo gauw niets anders verzinnen dan het op een lopen zetten. Rennen! Hij rende zo hard hij kon naar de andere kant van de villa. Daar konden ze hem tenminste niet zien. Timmy hijgde van het rennen en de schrik. Hij liet zich op het gras vallen. "Pfff..." Toen hij na een tijdje weer een beetje bijgekomen was, begon hij zich alweer te vervelen. Zomervakantie was wel leuk, maar als je niet op vakantie ging, soms toch ook wel saai hoor. Wat zou hij nu eens gaan doen? "Uhm, uhm...," dacht Timmy hardop. "Uhm, uhm... O, Simon!" Daar kon hij wel even naar toe gaan. |
|||||
|