| |||||
Vicky rende zo hard ze kon. Weg! Weg! dacht ze. Hijgend kwam ze aan bij de boomstam. Ze moest tot rust komen. En nadenken. Dat was één ding wat zeker was. Wat ìs dit met Beat?! Wat is er in vredesnaam met hem aan de hand? dacht ze. Het was in ieder geval niet wat hij haar verteld had. Van die hamers... Maar wat dàn? En waar kwam dat zwarte wolkje toch vandaan??? En zou dat vaker gebeuren? Het duizelde Vicky van de vragen. Hoe moest het nu met het feest? Ze wist niet eens of ze het feest met Beat nog wel wilde... Liever niet, als ze eerlijk was. Een groeiende onrust maakte zich van haar meester. "Joshua," zei ze hardop. "Joshua help me!" Waarschijnlijk was ze zo van slag door het gebeurde, dat ze Joshua niet eens had zien zitten op de boomstam. Maar hij was er wel. Nu zag ze hem. "Wat moet ik doen? Wat moet ik doen?" smeekte Vicky. "Zeg me dan wat ik moet doen!" "Ik kan het feest toch niet afzeggen?! Het is al over een paar dagen! Dat durf ik niet..." Joshua luisterde stil. Hij zei niets. Hij wees alleen naar het bloed op Vicky's T-shirt. Ze hield nog al die tijd haar hand op haar hart. Vicky's gezicht betrok. Ze beet op haar lip, maar kon een onbedaarlijke huilbui niet meer stopppen. Joshua ving haar op in zijn sterke armen. Terwijl hij haar troostte, schudde hij zachtjes zijn hoofd, maar dat zag Vicky niet. Ook nu kwam ze weer bij hem tot rust. Nadat ze zo een tijdje bij elkaar gezeten hadden, zei Vicky: "Joshua, ik denk dat dit gewoon een soort ongelukje was bij Beat. Ik heb hem nog niet eerder zo gezien." "En ik kom er wel overheen. Beat is verder lief voor me." Ongemerkt draaide Vicky weer aan haar gevoelsknopje. Ze praatte zichzelf moed in. De volgende dag zag ze Beat aankomen. Hij had een bosje bloemen voor haar meegenomen. Zelf geplukt. Toen Vicky zijn deemoedige gezicht zag en het bosje bloemen, bezweek ze voor zijn gebaar. "Het spijt me verschrikkelijk. Ik weet niet wat er gebeurde," zei Beat. "Nee, ik ook niet," kon Vicky alleen maar zeggen. "Gaat het feest nog door?" vroeg Beat gespannen. "Ja, goed." Echt enthousiast was Vicky nog niet. Maar ze dacht: Het zal toch allemaal wel goed komen? Zo vierden ze een paar dagen later tòch een geweldig feest, met veel lieve vrienden... |
|||||
|