| |||||
vrijdag Heb vandaag mijn eerste bekeuring gehad. Was er altijd bijzonder trots op nog nooit zo’n ding aan mijn broek te hebben gehad. Kost me gelijk 75 euro. “Welja”, mompel ik, onderwijl als een aangeschoten ijsbeer door het huis heen en weer lopend, “wat ben ik toch weer een grote zondaar.” De griep, welke zich in al zijn hevigheid in mijn ledematen heeft vastgegrepen, is vanuit mijn benen opgeklommen tot mijn keel en geeft bij iedere keer als ik probeer wat te zeggen het gevoel schuurpapier als ontbijt te hebben genuttigd. Dat komt bijzonder slecht uit omdat ik aanstaande zondag een toneelstukje moet opvoeren in de kerk met een groep jongeren. Ik speel een man die geboeid aan een grote zak zonden (jute zak vol geschreven met zonden) op zijn nek door de zaal loopt, op zoek naar bevrijding van deze last, (ik kan mijzelf dus zijn). Met zo’n stem wordt dat natuurlijk niets, maar afbellen durf ik niet, dus het enige wat mij rest is gelovig gebed en hopen op een wonder. “Vertrouw op U God”, bid ik hoestend en piepend. We zullen zien. Paula komt thuis. Ben benieuwd hoe ze zal reageren op mijn prent. Als ze er maar niet om lacht. zaterdag Vandaag oefenen voor het toneelstukje van zondag. Voel me nog steeds belabberd en heb hoofdpijn. Tob nog een beetje over de dienst van afgelopen zondag. Toen de collectezak passeerde, bleek dat het me ontbrak aan een gepast offer. Een briefje van 100 leek me nou net wat veel, maar het was naast wat losgeld alles wat er nog in de knip zat. Met een royale glimlach op mijn lippen wierp ik een losse euro in de zak, althans dat was de bedoeling. Het projectiel schoot net naast de zak en kwam in de schoen van de man naast me terecht. Na veel gewurm met mijn vinger in de zwarte schoen van mijn buurman, zijn enigszins gefrustreerde blik negerend, schoot hij los en rolde over de kerkvloer naar achter. Met rood opgewonden hoofd zag ik hoe een kind achter me mijn offer opraapte en in de daarvoor bestemde zak stopte. In de ogen van de man naast me was slechts een woord te lezen: Vrek! Doch negeerde hem en zette mijn alles oké glimlach op. avond Dat zo’n onbetekenend voorvalletje maar blijft rondspoken in mijn grijze cellen? Ik kon die vent naast me niet eens. Misschien was het wel een gast of zo, ja weet ik veel. Anderzijds vertelde men laatst op de kring dat engelen ons soms met een bezoekje kunnen vereren. Stel je nou toch eens voor dat die vent naast me een engel was. Met wat voor een verhaal zou hij dan weer in de hemel op de stoep staan? Het laat me niet los. zondag Het is zover. Met de stoffige jute zak op mijn rug loop ik, op zoek naar verlossing, door de zaal. De tieners, welke met mij samen het toneelstukje opvoeren, doen het ook prima. Die kerel van vorige week, met de euro in zijn schoen, is er niet, dus er heerst vrijmoedigheid in mijn hart. Als het toneelstukje is afgelopen, lopen we de zaal weer in en gaan, om de dienst niet te veel te verstoren, achterin zitten. Op de laatste rij, zit een pikzwarte man welke al een aantal weken door de Fam. H. wordt meegenomen. Het is een asielzoeker uit Somalië, hij spreekt Engels en is op zijn zachts gezegd een beetje vreemd. Vorige week toen ik het avondmaal meehielp bedienen, greep deze man met beide handen de beker vast en tulde hem in een keer helemaal leeg. Omdat het niet past om in de sfeer en waardigheid van het heilig avondmaal de asielzoeker een knietje in zijn kruis te geven, glimlachte ik verdraagzaam en liep terug naar voren om de beker weer te vullen. Opnieuw aangekomen bij onze donkere vriend, de beker reikend naar de persoon naast hem, deed hij warempel nogmaals een uitval naar de beker. Ben toen zacht maar met mijn volle gewicht op zijn voet gaan staan. Dit hielp, toen hij druk in de weer was zijn voet te masseren konden de anderen in de rij de beker tot zich nemen. Maar goed, terug bij vanochtend. Steek voorzichtig een pepermunt in mijn mond maar verslik me spontaan als de asielzoeker (hij blijkt Justus te heten) plotseling loeihard door de zaal:”Barabas!”roept. Gewoon negeren die jongen, ja toch. Maar dat valt niet mee. Hij blijft maar om de zoveel minuten Barabas brullen. Nu is de maat vol en roep: Shut Up!” terug. Natuurlijk is dit niet het meest geestelijkste wat je kunt doen, doch effectief blijkt het wel. Het enige wat ik hem nog heb horen mompelen was: “Feyenoord”, voor de rest was hij stil. P.s Niet dat ik wat tegen asielzoekers heb of zo hoor. Zolang ze zich maar weten te gedragen, ja toch? Dus geen getul aan de avondmaalsbeker en zeker geen Barrabas gebrul door de kerk. (Liever ook geen Feyenoord) Maandag vanavond is er een speciale avond van de pinkstergemeente. Er komt daar een profeet. Ben erg benieuwd wat die man allemaal te vertellen heeft. Ga er samen met Jaap van Willigen heen. Heb Jaap speciaal uitgenodigd omdat ik weet dat hij er op zijn zachts gezegd geestelijk de kantjes nogal vanaf fietst. God zal hem best wel het een en ander te vertellen hebben. Op die manier ben ik in elk geval verzekerd of die man een echte profeet is. Wil maar zeggen, als iemand een donderprofetie nodig heeft is Jaap het wel. We zullen zien. Sta net mijn nette kerkbroek aan te sjorren om naar de profeet te gaan luisteren. Moet me nog haasten want het is al kwart voor acht. De zaal zit al bomvol met mensen als ik net voor achten binnen kom lopen. Hoop maar dat Jaap een plekje ergens achterin de zaal heeft uitgekozen. Bij dit soort avonden moet je nooit voorin gaan zitten want dan ben je geheid de klos. Of mag ik zo niet praten? Tot mij schrik heeft Jaap op de tweede rij een plaatsje naast hem voor mij vrij gehouden. Met een tevreden glimlach op zijn lippen gebaard hij mij vriendelijk naast hem te komen zitten. Nou het moet dan maar. De zangdienst begint en we gaan staan. Na twee liederen roept de zangdienstleider enthousiast:” We gaan nu een lied zingen waar allerlei gebaren bij horen”. Oh lieve mensen wat een vreugd, ik hou helemaal niet van liederen met gebaren. “Kijk”, gaat hij verder, ”Bij Haleluja springt u omhoog en bij looft Hem draait u een slag in de rondte”. “Vergeet vooral niet blij te zijn”, voegt hij er nog aan toen. Nou en daar gaan we. Beweeg me als een reeds lang uitgestorven Dodo in de rondte en probeer er vooral blij bij te kijken Daarna gaan we een kinderlied zingen met allerlei dieregeluiden. De zangdienstleider leert ons nog even het “kameelgeluid”. “Kijk dat klinkt zo”, roept hij entousiast,”Moooeëeeëewaaaaap!, Mooooeeeeeeeeewaaaap”! Ja dit word me toch te dol, zoek het maar lekker uit met je kameelgeluiden, ik doe niet mee. Halverwege het lied stopt hij plotseling en roept:” Ja hoor, Bram zit weer niet mee te doen, kom maar op het podium Bram”. Zie hoe Bram met gebogen maar rood opgewonden hoofd het podium opsloft. “Nou Bram laat jij ons nou maar eens horen hoe de kamelen doen”. En hup daar gaat ie dan, “Moooeeaappp!, Moooeeeewaap!”, Verschrikkelijk. Als Bram weer van het podium stapt ziet hij er opgelucht maar ontzettend ongelukkig uit. “Goed, nog een keer opnieuw”, roept de zangdienstleider en hup daar gaan we weer. En ik? Ja ben niet gek! Doe ook mee natuurlijk. Kijk kameelgeluiden maken is natuurlijk niks, maar op het podium in je uppie “Mooooeëeeeaaap!” moeten roepen is een regelrechte ramp.”Mooooeëeewaap, Mooooeeeeewaaap, ja zo doen de kamelen zing ik uit volle borst me terwijl de transpiratie in mijn nek loopt. Leuk hoor zo’n pinkstergemeente. Net als Jaap me een kauwgumpje aanbied komt er een klein, maar erg dik mannetje het podium opstappen. Hij beantwoordt nou niet bepaald aan het beeld wat men heeft bij een profeet. Maar goed ik geef hem het voordeel van de twijfel. “I know that some of you think, is that little guy realey a prophet.” Die man leest blijkbaar ook gedachten. “But this body (gaat hij verder) is a joke of the Lord.” “In the flesh a ame a little guy but in spirit a ame build like a tank.” Profeet of geen profeet, die man weet wel hoe hij de aandacht op zich kan vestigen. Verschillende gemeenteleden worden naar voren gehaald en krijgen de meest interessante dingen te horen. Sommige worden opgeroepen de zending in te gaan. Anderen horen bemoedigende woorden over van alles en nog wat, dat hen blijkt bezig te houden. “Wat denk jij Jaap”, vraag ik hem? Zijn schouders ophalend mompelt Jaap,”Kwee nie, zou best eens echt kunnen zijn”. Later Als we drie kwartier later weer buiten staan, regent het pijpenstelen. Heb zelf geen profetie gehad, zelfs geen kleintje. Vraag me nog steeds af in welk licht ik dit moet zien. Is het echt van God of heeft die man daarbinnen alleen maar een geweldige fantasie? “En hoe was het schat”, vraagt Paula me? Mompel wat over a little guy ho was build like a thank terug. Als onze ogen elkaar ontmoeten verraad mijn blik blijkbaar complete verwarring. Hoe het ook zij, ze vraagt verder niets. Besluit om een glas zelfgemaakte wijn te nemen en vroeg naar bed te gaan, morgen weer een dag. dinsdag Kon de afgelopen nacht de slaap niet vatten. Dat rare kamelengeluid bleef maar in mijn hoofd rondspoken. Ben om half drie naar beneden gegaan en heb een tijdje voor het raam gestaan. Kreeg weer sterk het gevoel over me dat God van me houdt ondanks dat ik gebouwd ben als een tank. Ging voor de spiegel staan en mompelde:“This body is built like a tank, but in spirit, I ame a little guy”. Besluit om het vraagstuk profeet, maar te laten rusten en me bezig te gaan houden met dingen die ik wel snap. Sla de bijbel open en lees, Heb uw naaste lief gelijk uzelf. Besluit om dit schriftwoord in de praktijk te brengen door Old shatterhand (een alleen wonende kluizenaar aan het einde van de straat) te bezoeken en hem mijn liefde te tonen. Bij het compleet verwaarloosde huis aangekomen loer ik door het gescheurde venster naar binnen om een glimp van meneer den ouden(zo heet hij echt) op te kunnen vangen. Als ik door een gaatje in de deur kijk zie ik hem zitten achter in het enorm vervuilde huis. Zijn lange grijze haar en lederen jas, aan welke hij zijn bijnaam te danken heeft, wapperen langs zijn lichaam als hij aan komt lopen om te kijken welke idioot er s’morgens om 09.00 uur op de deur staat te bonzen. Krakend gaat de deur open en een muffe lucht komt me tegemoed. Begin met, “Moge Old shat”, kom effe kijken of ik nog wat voor je kan doen”. Binnen gekomen blijkt het nog veel troostelozer te zijn dan gedacht. Stapels met oude kranten en oude lorren staan aan weerskanten van de woonkamer. Aan het plafond hangen grote grijze slierten spinrag welke de kamer een spookachtige uitstraling geven. Voor het gescheurde raam hangt een stuk vitrage wat bruin is van de nicotine dampen. “Kom je een beetje helpen opruimen”. “Als je het tenminste goedvind dan”. Het enige wat Old shat doet is me met wijdgeopende ogen, waar de slaap nog in kleeft, aankijken. “Denk dat we maar moeten beginnen met de vitrage, denk je zelf ook niet”, vraag ik hem? Hij knikt ongeloofwaardig en doet zijn ondergebit in. Loop op een drafje naar huis, regelrecht naar de linnenkast. Haal daar wat door Paula afgedankte vitrage vandaan en loop opgewonden weer bij Old shat naar binnen. Klim op een stapel oude kranten en sjor de vitrage los. Grote wolken muf ruikend stof stuifen door het huis. Er valt van alles op de grond maar na wat gepruts hangt de “nieuwe” vitrage zowaar. Roep, “Kom morgen terug om de voordeur (welke half naast zijn scharnieren hangt) te repareren”, terwijl ik buiten nog even Old shatters nieuwe aanwinst bekijk. Heb een goed gevoel over deze zaak. Geloof dat God wil dat ik hiermee verder ga. Het is inmiddels half elf geworden en een groepje vrouwen kijkt enigszins gefascineerd naar mij. Groet hen en steek de straat weer over, doch voel duidelijk hun priemende ogen in mijn rug. Zouden ze mij bij Old shatter naar binnen hebben zien gaan met de vitrage? Moet wel een aura van heiligheid om mij heen hebben hangen want ze kijken me net zolang na totdat ik ons huis weer binnenga. Kijk binnengekomen terloops even in de spiegel en ontwaar in het voorbij gaan dat er inderdaad een aureool om mijn hoofd zweeft. Een van spinrag om precies te zijn. Geen wonder dat die dames mij zo nastaarden Grote slierten spinrag, komend van Old shatter zijn plafond, zitten als een tulband om mijn hoofd gewonden. Valt nog niet mee, dat naastenliefde in de praktijk. Later op de middag vertel ik Paula over mijn “naastenliefde” in de praktijk. Ze blijkt niet echt onder de indruk. Haar ogen lijken te zeggen: Je haalt die viespeuk toch niet in huis hè? Ze moet geestelijk kennelijk nog groeien om deze daad van mij op juiste waarde te schatten. “Dus als ik het goed begrijp ga je morgen de voordeur opknappen bij die oude vent”, vraagt ze? Roep iets terug over dat ik van Old shat hou en stap vervolgens onder de douche. Net als ik er onder stap doet ze de deur met een ruk open en zegt:” Als je morgen klaar bent met je liefde te betonen aan die kerel hoop ik dat je ook nog wat liefde over hebt voor mij.” Zeep me in en zeg:”Maar ik hou toch van je schat.” Nou dan wordt het tijd dat je dat eens in de praktijk brengt, onze eigen voordeur is ook zo kaal als een neet. Als je nou eens begint met deze te verven. “Jij met je naastenliefde”, roept ze net voor de deur weer met een plof dichtgaat. Roep geïrriteerd “Amen!” woensdag Paula is naar haar werk op het gemeentehuis. Heb dus alle gelegenheid om verder te werken aan de innerlijke mens. Het is rond halfnegen en Old shatter zal inmiddels wel zitten te wachten. Pas na herhaaldelijk bonzen sloft Old shat naar de voordeur toe. Hij is ziek en heeft erge hoge koorts. Ook ijlt hij over buitenlanders welke steeds op voor hem onverklaarbare wijze in huis komen.”Kijk dan, daar zit er een op de koelkast”, krijst hij plotseling. “Man doe niet zo raar”, zeg ik terug,”er zitten helemaal geen buitenlanders in of op je koelkast, het is gewoon een oude bontmuts die daar ligt.” Hij kijkt me aan met een paar ogen welke lijken te zeggen: Ja, ja je kan me nog meer vertellen. Besluit om een dokter te laten komen welke hem penicilline voorschrijft. Vraag hem:“Heb je nog eten in huis Old shat?” In de kast staan alleen nog maar wat lege potjes groente. Zal maar wat inkopen gaan doen voor de oude man. Hij eet, volgens eigen zeggen, het liefst frambozenvla en appelmoes. Kom terug met tien potten frambozenvla en 12 blikken appelmoes. “Kom vanavond wel weer even bij je kijken”, Old shat knikt terwijl hij een pot frambozenvla en een doos bonbons leeg eet. Avond 22.00 Alles stikdonker bij Old shat. Hoop maar dat het goed gaat met de oude man. Welterusten shat. Ga morgen wel even kijken hoe de zaken ervoor staan. donderdag Old shat is al weer aardig op de been. Hij was vanmorgen een paar oude lange onderbroeken in de biotex groen aan het zetten en zag geen buitenlanders meer op de koelkast. Tetter in zijn dove oor “Nou old shat, als je boodschappen nodig hebt hoef je alleen nog maar even een briefje bij ons in de brievenbus te doen, dan haal ik , zolang dit nodig is, je boodschappen. Het is een mooie zonnige dag en besluit om een stukje te gaan tuffen op de oude Harley Davidson. Blaas er met een hoop kabaal en ander “eindtijdgeroffel” van tussen om een tijd van gebed en bezinning te nemen langs de Lek. “Old shatter is aan de deur geweest en heeft een briefje met boodschappen voor je achtergelaten”, zegt Paula als ze me het verfromvraaide briefje in handen drukt. 2 frambozenfla 1 Heel tarwe brood 4 pakjes bona 5 blikken appelmoes doosje eieren melk besluit om eerst de boodschappen voor Old shat te gaan doen dan hebben we dat vast achter de rug. Kwak in het boodschappen mandje ook maar een diepvrieskip. Die oude kan toch niet enkel op frambozenvla en appelmoes leven? vrijdag Morgenavond moet ik een bijbelstudie geven op de kring en ik weet nog niet waarover ik het dan wil hebben. Ben vastbesloten om vanavond de studie voor te bereiden. Heb alvast de nodige boeken en een vel papier voor aantekeningen om mij heen verzameld en op tafel gelegd. “Weet je dat Clint Eastwood vanavond op tv is,” vraagt Paula? “Ja laat me nou effe,” Roep ik verstoord terug. Had zelf ook heus wel gezien dat Clint vanavond op de tv zou komen, maar had besloten om terwille van de studie niet te kijken. Staar nog steeds naar het witte lege vel papier als de telefoon gaat. Het is Jaap. “Zeg peter, je weet toch wel dat we vanavond zouden gaan zwemmen,” vraagt hij? “Ehh, natuurlijk, tetter ik in de hoorn, onderwijl mezelf voor het hoofd slaand voor zoveel vergeetachtigheid. “Ik kom er zo aan,” roept Jaap voordat hij met een klap de hoorn op het toestel smijt. Haast me naar boven en passeer Paula op de trap. Trek zo snel mogelijk mijn zwembroek aan en ren weer naar beneden, onderwijl mijn broek aansjorrend. “Denk je dat je meer inspiratie krijgt als je de studie met je zwembroek aan doet,” Vraagt Paula op een toon die me in het geheel niet aanstaat? Gris een badhandoek uit de kast en leg haar uit dat ik na met Jaap te hebben gezwommen de studie zal maken. “Er is vanavond “moonligtswimming,” Zegt Jaap met een vrolijke grijns op zijn gezicht. Breng om de een of andere reden dat “moonligtgedoe” in verband met oude van dagen welke naar mijn inzien rond deze tijd met dikke buiken in de swimmingpool ronddobberen. vervolg deel 2 |
|||||
|