| |||||
Beste lezers, Voordat ik verder ga aan dit verhaal wil ik even iets met jullie delen. Het Tikkie-drieluik was een gelijkenis op een situatie in mijn persoonlijk leven, die om die reden strikt aan een verhaallijn vast zat. Dat was ook de reden dat deeltje 3 ('...opluchting...') even op zich moest laten wachten. Nieuwe ontwikkelingen gaven mij het voer voor dat deeltje, en de reacties op Tikkie zijn zó hartverwarmend geweest (en zó pleitend voor een goede afloop), dat ik besloten heb toe te geven en er een 'toegift' aan toe te voegen. Gebeurtenissen in deze epiloog zijn niet gebaseerd op reeds gebeurde gebeurtenissen, maar eerder op een juist begrijpen van de vreemde tijdsbepaling die onze Heer toepast in Markus 11:23 en 24. En misschien is maar één zinnetje in deze toevoeging echt onderdeel van die gelijkenis. Hoe het ook zij... Tikkie. Encore. Lieve Heer Jezus, Soms gebeuren er dingen in je leven, die je je leven lang bijblijven. Eén van die dingen is dat geval met onze goudvis Tikkie, toen Fred en ik zes of zo waren. Ik weet nog goed, hoe Papa drie dagen lang steeds weer naar de vijver toe liep, in de hoop een glimp van ons visje op te vangen. En wij met hem. We zagen hem nooit meer. Op de vierde dag kocht hij een nieuwe goudvis voor ons, die in de eerste goudvissenkom paste en heel lang bij ons gezinnetje gehoord heeft: Tallie. Dat was net zo'n lief beestje. Maar het was niet Tikkie. Díé zou altijd een tikkie ☺ bijzonderder blijven in onze harten. Ik realiseer mij nu, dat Papa ons toen opzettelijk niet verteld heeft dat hij dacht dat hij Tikkie in de snavel van die afschuwelijke reiger zag spartelen toen dat beest wegvloog. Pas vanmiddag heb ik dat van hem gehoord. Nadat ik hem mijn verhaal vertelde. Was dat van U? Ik geloof van wel. Ik moest vanmiddag zó huilen! Al die jaren dat ik steeds stiekem naar de vijver ben blijven kijken... en, zoals nu blijkt, Papa ook — en Fred vast en zeker, als ik het hem vraag... Zelfs nu, ’s avonds in mijn bed, komen er nog tranen naar boven... Was dat echt zo'n trauma geworden? Had dat echt zo'n houvast in onze levens gekregen? Mijn droom vanmorgen was zo ècht, zo helder... Alsof ik het zèlf beleefde. Ik droomde niet als toeschouwer, maar… nou ja… U weet het. Stilte. Rust. Koelte — héérlijke koelte… En ruimte. Ruimte… Zwemmen — héérlijk zwemmen… Ik ben niet bang: dat hoeft niet, want ik vertrouw erop dat ook dít water wel kleiner zal worden, op den duur. Hier ben ik voor gemaakt, ik weet het zeker: mooier dan dit kan het leven niet worden! Kleine beestjes die ik nog nooit gezien heb, komen met korte, stoterige slagjes voorbij zwemmen, vlak voor mijn ogen langs. Ze zijn grappig. Ik nieuwsgierig. Zouden ze lekker zijn? Hap! Hmmm, smaakt naar méér van dat lekkers! Dit is leuk! Bewegend voer! Overal om me heen! En wat een grote planten! Hap! Had je maar niet precies voor mij langs moeten zwemmen. Enorm gewoon! Hé! Wat is dát dan? Er zit iets bovenop het water! Hoe kan dat!? Vier deukjes in het water, en ze gaan wel héél snel… soms. Zou ik… Nee, díé is te snel voor mij… Jammer, jôh! Dit is leuk! Hier wil ik wel… Hé! Wat gebeurt dáár!? Een grote schaduw boven het water… Zou ik nog meer voer krijgen? Gauw gaan kijken! Een harde knal! Pijn! Wat…!? Een enorme, harde punt glijdt langs me heen omhoog. Hij is snel, onvriendelijk en… gewoon zóóów verschrikkelijk… èng…! Niet alles is leuk hier! Ik wil weg! Zwemmen!!! WAAAAAAAAAAAAH!!!!!! … … … Een geluid… Schemer… Pijn… Waar… waar ben ik? Ik zie niets… Rode waas… Vieze smaak… Proberen… te zwemmen? Au! Zo’n pijn! Rustig blijven liggen maar… Nog eventjes… Kan bijna geen adem krijgen… Lijkt wel of kieuwen barsten… Moet… naar open water… …Waar ben ik? … … …Moet zwemmen. Niet inslapen. Moe… Zóów moe… Slagje voor slagje… Waarom gebeurt dit met mij? Licht, voor… mij uit… Nog… even… Even… Kan… niet meer… Geen… adem… … Groot… licht? Fris water!? Ben moe… Heerlijk, fris… Hè? Waar bèn ik!? Euh… Wat is er gebeurd!? Dit water is ècht lekker! Hé! Daar zwemt óók zo’n beestje! Die waren lekker! Jou krijg ik wel… Hap! … …? …?? …??? Er lijkt wel geen einde aan dit water te komen!? Dit belooft wat!!! ... Oké, Heer, ik weet het, het was maar een droom. Maar het was gewoon zóóów echt! Zó ontzettend helder, en echt… Ik geloof ècht (en afgezien van Papa en misschien Fred, ga ik dit aan niemand anders dan U vertellen) dat U mij hebt laten meemaken wat Tikkie toen heeft meegemaakt. Helemáál, omdat Papa vanavond belde. Hij heeft het vanmiddag gecontroleerd, nadat ik hem van mijn droom verteld had. Hij heeft het nooit geweten, omdat de vijver er al was toen wij daar kwamen wonen, maar… Er blijkt een nauwe buis vanuit onze vijver naar de vaart te lopen… Whoa… Dank U wel, daarvoor! Dank U wel voor mijn Papa! Dank U dat hij ons Uw liefde altijd wil laten zien. En dank U dat Tikkie in vrijheid… (nou heb ik alweer tranen… Nou ja.) Dank U wel. Uw altijd kleine meisje, ook al ben ik inmiddels al éénentwintig. Jorinde. |
|||||
|