 |
| ||||
|
De Heer regeert. De Heer regeert! Waar dan? En Wanneer dan? Op 11 september? Of toen de Tsunami Azië verwoeste? Als ik naar het journaal kijk, of de krant lees, kijk, de krant van vanmorgen, pagina … (Actueel voorbeeld) Dat is toch verschrikkelijk. Als u dat leest, zegt u dan: de Heer regeert. Ik niet. Sorry. Ik zou het wel willen, maar ik zie het niet. Weet u wat ik mensen ook wel eens hoor zeggen: Wij zijn meer dan overwinnaars. Niet zomaar overwinnaars, maar zelfs meer dan overwinnaars. Nou u misschien, maar ik niet. Ik ben Koos Kluns de 1e. Loser van de week. Mijn privé-leven is niet bepaald een overwinning. Ik heb geen relatie, geen werk, geen auto, geen mobile telefoon en zelfs geen kabel-tv, alleen maar 1,2 en 3. Ik kan niet msn-en en heb al 2 goudvissen laten verhongeren. Mijn privé-leven is niet echt een succes en mijn geloofsleven al helemaal niet. In mijn omgeving groeit iedereen in zijn of haar geloof, ervaart Gods leiding in het leven, maar ik… Ik ziet het niet. Als God regeert en wij meer dan overwinnaars zijn, dan zou hij toch iets aan ons geloofsleven moeten kunnen doen. Ik zal u wat over mijn geloofsleven vertellen. Als ik stille tijd wil houden, dan zet ik de wekker, leg mijn bijbel en dagboekje op het nachtkastje, word keurig om tijd wakker, zet de wekker uit, pak mijn bijbel, begin er in te lezen. Maar een uur of 3 uur later word ik weer wakker, van de telefoon. Heb ik altijd 1 of andere afspraak gemist. Als ik aan evangelisatieactie mee doe, zie ik allemaal mensen om mij heen inspirerende gesprekken voeren. Maar ik sta op straat als een schichtig musje vodjes papier bij mensen in de handen te proppen. Ik spreek alleen met mensen die de HEMA of de V&D zoeken. Ik ging ik naar een bidstond van de gemeente. Ik was het bijna vergeten, race door de stromende regen, rij 3 x verkeert en kom uiteindelijk nog net op tijd op het verkeerde adres aan. Ze hadden de locatie veranderd. Ik weet nog goed dat ik op een avond een bijbelstudie had gehad over ‘Verblijdt u in de Heer te allen tijde’ en ‘Heb uw vijanden lief’. ’s Nachts word ik om 04:00 uur wakker. Een huisgenoot komt ladderzat thuis, schreeuwt iedereen wakker, loopt de keukentafel omver en trapt mijn gloednieuwe waterkoker aan barrels. Ik was niet blij. Ik had niet lief. Ik douwde hem met zijn dronken kop in de vuilnisbak en smeet hem met bak en al van de trap. 2 gebroken enkels. Ik heb nog een nachtje in de cel gezeten. Nee, ik voel mij geen overwinnaar. Maar het is fijn dat u zich wel zo voelt. Moet u zo houden. Da’s goed voor u. GEBED (Ik kom op, ik kijk wat in de lucht, zoek wat gebedshoudingen met mijn handen en begin te bidden) Heer… God… Jezus… Het is met Koos. Ik wil… Ik wil het wel… Het is niet dat ik het niet wil… Maar het is niet gemakkelijk. Tenminste, voor mij niet. Sorry. Ik kom niet zo goed uit mijn woorden, Heer. Ik heb zo net wat lopen mopperen. Het ging over mezelf en over anderen, maar het ging ook over U. Ik heb op U gemopperd, dat u niet regeert en zo. En dat is niet eerlijk. God, Chananja heeft net een liedje gezongen. Over dat je niet bang moet zijn, geen zorgen moet hebben, omdat U een vriend bent. Ik zou weer kunnen gaan mopperen, want ik ervaar dat niet zo. Ik word een beetje kwaad, als ik dat allemaal zo hoor. Jezus, ik ervaar in mijn leven niet dat U de leiding hebt, dat u mij naar de overwinning leidt. Daar kan ik boos over worden, maar de waarheid is dat ik het vaak ook niet wil. Dat ik zelf de leiding wil hebben over mijn leven, dat ik zelf de overwinning wil behalen. En ik heb het geprobeerd. Ik heb mijn eigen leven geleefd en de strijd gestreden. Mijn leven is een puinhoop. Ik ben alleen, zonder werk, ik voel me nutteloos. Ik wil het u vandaag weer vragen, Heer. Of u wilt regeren in mijn leven. Of u mijn vriend wil zijn en naast mij wil staan, zodat ik me geen zorgen maak en niet bang wil zijn. Wilt u me helpen om u te vertrouwen? Om u lief te hebben? Ik beloof nog even niets, Heer, want ik heb al zo vaak beloftes gemaakt die ik niet ben nagekomen. Geef me alstublieft de kracht en de wijsheid om dingen te beloven die ik waar kan maken. Ik sta hier met lege handen, Jezus. Met grote, lege handen. Meer heb ik u niet te bieden. Ze zeggen dat dit genoeg is. Ik bid u dat het zo mag zijn. Amen. |
|||||
|
|
|||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
