248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Eén, twee en drie
Paasgedachte
Door: EsQuizzy
Commentaar van de schrijver:
Lang geleden (1999) schreef ik de volgende overdenking.

Op dit moment is het weer actueel.
Categorie: Overdenking / Preek
Geschatte leestijd: ca. 11 minuten

Drie macabere silhouetten staken fel af tegen het heldere blauw van de midden-oosterse voorjaarshemel. Uitgejouwd door een flink aantal op bloed, sensatie en dood beluste mensen hingen
daar drie mannen aan ruwe houten, romeinse kruizen. Met enorme nagels door hun handen en voeten ondergingen zij daar op die heuvel des doods hun uiterst wrede, langzame en ongeëvenaard pijnlijke executie.

Wie waren zij? Waarom hingen zij daar in die stoffige hitte? Het antwoord op deze vragen kunnen wij vinden in het evangelie van Lucas, hoofdstuk 23 vers 32:

'Er werden ook nog twee misdadigers weggeleid,
om met Hem te worden terechtgesteld.'

Twee van de drie mannen waren dus 'misdadigers'. De evangelisten Mattheüs en Marcus benoemen hen als 'rovers' (Mattheüs 27:38 en Marcus 15:27). Hoe dan ook, ze hadden blijkbaar genoeg op hun geweten om de doodstraf te verdienen.
...En de derde? Wie was dát dan? Mattheüs 27:37 geeft ons een duidelijk antwoord:

'...Dit is Jezus, de Koning der Joden.'

In Lucas 1:32 en 35 wordt Hij duidelijk geďdentificeerd als 'de Zoon van God' en 'de Zoon van de Allerhoogste'.

...Waarom hing Hij daar tussen die rovers in? Staat u mij toe even bij alle drie de kruizen met u stil te staan in gedachten, en in die andere tijd. Het antwoord op deze vraag zal dan vanzelf gegeven worden.







Eén...



Het eerste kruis. Een man, die hevig strijdt tegen zijn dood, waarvan hij evengoed wéét, dat die hem tóch zal overmeesteren - uiteindelijk. Zijn houding wordt ons in slechts één enkel vers duidelijk gemaakt:

'Eén van de gehangen misdadigers lasterde Hem: "Zijt Gij niet de Christus? Red Uzelf en ons!"' - (Lucas 23:39).

Hij lasterde de Here Jezus. Op deze rover waren Jezus' woorden in Johannes 3:3 van toepassing:

'..."Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien."'

Jezus stelde hier een duidelijke voorwaarde waaraan ieder mens moet voldoen, wil hij of zij 'het Koninkrijk van God zien'. De rover aan dit eerste kruis voldeed niet aan die voorwaarde. Hij zág het Koninkrijk van God - en daarmee het Koningschap van Jezus - dus ook niet. Zijn uitroep was misschien wel geméénd, maar helaas ook spottend bedoeld.

Ik vrees voor deze man, dat hij na zijn dood pas heeft ingezien wat de consequenties van zijn honende woorden inhielden:

'En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs.'
- (Openbaring 20:15) en
'...want hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal niet uitdoven...'
- (Jesaja 66:24).
Waarde lezer, laat u niet verleiden tot spot, zoals deze misdadiger! U mag dan misschien (ik hoop het!) geen rover zijn, de voorwaarde stáát er...
...óók voor u!


Twee...


Hier zien wij het meest hartverscheurende tafereel óóit: Jezus, gekruisigd omdat Hij de mensheid - ja, ieder van ons - liefheeft. Zijn bloed sijpelt langs Zijn armen en ontblote lichaam naar beneden om via het kruishout in het stof terecht te komen, waar het door de aarde opgenomen en onder ondankbare sandalen vertreden wordt...

'Ja,' zult u misschien zeggen, 'maar dat gebeurde toch ook met het bloed van de rovers? Zíj ondergingen toch dezelfde straf!? Wat zou het bloed van Jezus dan zo bijzonder maken?'
Het antwoord op die vraag hoeven wij niet ver te zoeken. In hetzelfde hoofdstuk 23 van Lucas vinden wij het al. Toen Jezus voor stadhouder Pilatus stond, deed de laatstgenoemde enkele veelzeggende uitspraken, en wel in de volgende verzen:

'..."Ik vind niets strafbaars in deze mens."' - (Lucas 23:4),
'"Gij hebt deze mens bij mij gebracht als iemand, die het volk afvallig maakt, en zie, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid verhoord en in deze mens geen enkele grond gevonden voor datgene, waarvan gij Hem beschuldigt. En ook Herodes niet; want hij heeft Hem tot ons teruggezonden. En zie, er is niets door Hem bedreven, dat de dood verdient."' - (Lucas 23:14,15),
'Doch Pilatus richtte zich wederom met luider stem tot hen, omdat hij Jezus wenste los te laten.' - (Lucas 23:20) en
'..."Wat heeft deze dan toch voor kwaad gedaan? Ik heb niets in Hem gevonden, waarop de doodstraf staat..." - (Lucas 23:22).

Mattheüs heeft ons nog wat extra's te vertellen:
'Terwijl hij (dat is Pilatus) nu op de rechterstoel zat, zond zijn vrouw hem de boodschap: "Bemoei u toch niet met die rechtvaardige, want ik heb heden in een droom veel om Hem geleden."' - (Mattheüs 27:19).

...Hoe zeer verbaast het ons dan, wanneer wij verder lezen, wat het uiteindelijke besluit van Pilatus was!

'En Pilatus besliste, dat aan hun eis moest worden voldaan. En ... Jezus gaf hij over aan hun wil.' - (Lucas 23:24,25).

Wat is er zo bijzonder aan Jezus' bloed? Het is onschuldig bloed! Volgens het romeinse rechtssysteem (waar ons huidige direct van is afgeleid) behoorde Pilatus Jezus vrij te spreken! Dat was hij ook van plan - totdat de religieuze leiders hem bang maakten door met een opstand te dreigen...

'Jezus stierf dus voor niets,' hoor ik sommigen van u nu denken. Daar zit een kern van waarheid in - als we de situatie enkel vanuit het oogpunt van rechtspraak bekijken. Jezus van Nazareth is de Enige mens Die in Zichzelf niet zondig is, dat wil zeggen, geneigd om God ongehoorzaam te zijn, zoals bij ieder van ons het geval is. Die eigenschap van de Here Jezus was mogelijk doordat Hij verwekt werd in het lichaam van de jonge maagd Maria door de heilige Geest, God Zelf (Lucas 1:34,35)!

Misschien denkt u nu: 'Dát is onmogelijk!' Wel, dat dacht Maria misschien ook, toen het haar voor het eerst verteld werd door niemand minder dan Gabriël, één van Gods belangrijkste engelen! En leest u dan maar eens in Lucas 1:37 wat hij Maria antwoordde:

'"...Want niets is onmogelijk voor God."'

Jezus Zélf deed óók eens een uitspraak met die strekking:

'Jezus antwoordde, "Het onmogelijke voor mensen is mogelijk voor God."' - (Lucas 18:27).

Jezus heeft dus nooit gezondigd. Er was dan ook geen menselijke, geldige reden om Hem ter dood te veroordelen.

'Daarmee insinueer je een bóvenmenselijke reden,' denkt u nu misschien. En dan slaat u precies de spijker op de kop. Luister maar eens mee naar een stukje uit de toespraak die Petrus, één van Jezus' discipelen, later hield tot dezelfde mensen die Jezus' dood hadden geëist:

'Deze man, Jezus van Nazareth, werd aan u overgeleverd door Gods vastgestelde bedoeling en voorkennis; en u hebt Hem met behulp van goddeloze mensen gedood door Hem aan het kruis te nagelen.' - (Handelingen 2:23, vrij vertaald vanuit de engelse NIV).

Een schokkende situatie: God de Vader Zelf blijkt de duidelijke, vooraf bepaalde bedoeling te hebben gehad om Zijn eigen Zoon te laten doden door mensen die, net als de rover aan het eerste kruis waar wij bij stilhielden, Jezus' Koningschap niet zágen - en het niet kónden zien omdat zij niet aan de voorwaarde voldeden...
Wij mensen kunnen Gods gedachten en bedoelingen niet kennen zonder dat Hij het ons Zélf vertelt. Gelukkig heeft Hij dat vele malen in de Bijbel gedaan! Bijvoorbeeld in de tweede brief van Paulus aan de gelovigen in Corinthe:

'Dit alles is van God afkomstig, Die ons met Hem verzoend heeft door Christus (dat is Jezus) en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft, 19 namelijk dat God de wereld met zichzelf verzoende in Christus en de mensen hun zonde niet aangerekend heeft. ...' - (2 Corinthiërs 5:18,19, vrij vertaald vanuit de NIV).

Het vers daarvóór zegt:
'Het oude is voorbij gegaan, zie, het nieuwe is gekomen.' - (2 Corinthiërs 5:17).

Dát is Gods bedoeling! Dáárom hing Jezus, Zijn eigen Zoon, daar aan dat kruis! Opdat 'het nieuwe' zou kunnen komen, moest het oude voorbij gaan! Dat gold voor de Here Jezus, Die zonder zonde was, maar Hij maakte het door Zijn dood ook voor óns mogelijk! Daar gaan wij straks naar kijken.

Aan het derde kruis hangt nog iemand, die wij zeker niet over moeten slaan. Van deze rover kunnen wij heel veel leren…

Drie…


Een man, die de doodstraf verdiende. Net als de man aan het eerste kruis. Zijn dagen waren geteld. Hij wist het. Toch was er iets in zijn hart, dat hem anders maakte. Zéker niet zijn onschuld. Hij was even schuldig als de ander.
Wat was het dán? Wacht, hij zegt iets tegen de andere rover in reactie op diens spottende opmerking! Laten we eens luisteren!

'"Heb jij geen ontzag voor God, nu je onder dezelfde straf bent?"' - (Lucas 23:40, vrij vertaald vanuit de NIV).

Ontzag voor God? Eerbied voor God? Angst voor God? Maar het is een rover!

Ja, het is een rover. Maar, zoals hij al aangeeft, een rover die nog maar enkele uren te leven heeft onder het vonnis van de doodstraf. Die wetenschap boezemt hem terecht angstig ontzag in voor de levende God, Die bij machte is hem voor eeuwig te veroordelen vanwege zijn verkeerde levenswandel... (Mattheüs 10:28).

'Is dat niet een beetje laat?' hoor ik iemand snerend opmerken. Wat jammer dat hij of zij die dat zegt de levende God niet beter kent… Dat dat maar gauw mag veranderen!

Maar de rover gaat verder, luister!

'"Wij worden rechtvaardig gestraft, want wij krijgen wat onze daden verdienen! Maar deze man heeft niets verkeerds gedaan."' - (Lucas 23:41, vrij vanuit de NIV).

Oók deze rover zag in, dat Jezus onschuldig was en eigenlijk onterecht geëxecuteerd werd. Er volgt een korte stilte, terwijl de eerste rover, de spotter, de bestraffende opmerking van de tweede even verwerkt. Deed hij er maar wat mee!

Dan, plotseling, richt de rover aan het derde kruis zich tot Jezus...

'…"Denk aan mij, Heer, wanneer U in Uw Koninkrijk komt!"' - (Lucas 23:42 direct vanuit het Grieks).



…Deze woorden zijn méér dan voldoende om mij eerbiedig stil te maken. Jezus laat de man niet lang in zijn angst zitten: Hij geeft direct antwoord. In Zijn stem klinkt naast de verschrikkelijke pijn tóch ook Gods liefde voor de verloren mensen en een diepe vreugde over de oprechte smeekbede van de rover door:

'…"Ik zeg je de waarheid: vandaag nog zul je met Mij in het paradijs zijn!" - (Lucas 23:43, vrij vanuit de NIV).



…Nog méér stilte van mijn kant. Op de valreep van de dood wordt deze rover gered van de hel - hij mag bij Jezus zijn!!! Wat zal deze man zijn laatste uren anders beleven! Wat een voorrecht!

'Wacht even. Stop de persen! Wát!? Eerst zeg je dat de eerste rover niet aan de voorwaarde voldoet en nu zou die andere ineens wél...!? …Hč!? Zeg, wat ís die voorwaarde eigenlijk?'

Dat kan ik u gelukkig vertellen. Je voldoet aan Gods voorwaarde 'wanneer je met je mond belijdt dat Jezus Heer is en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt' (Romeinen 10:9).

Wie dááraan voldoet, wordt gered.

'Ho. Wacht. Dan klopt er iets niet. Die rover kan nóóit aan die voorwaarde voldoen, want op dat moment is Jezus nog niet eens gestórven - laat staan ópgestaan!'

Lees nog éven door. Dan zal ik trachten u iets bijzonders te laten zien. We hebben zojuist gehoord en gelezen dat de rover Jezus 'Heer' noemde. Sommige bijbelvertalingen geven dat jammer genoeg niet weer, maar in het Grieks wordt het woordje 'kurie' gebruikt. Dit is met niets anders te vertalen dan met 'Heer' - een titel die ontzag afdwingt en een uiting van nederige onderwerping. Daar heb je het eerste deel van de voorwaarde.

En dan de rest van de uitroep van de rover:

'Denk aan mij wanneer U in Uw Koninkrijk komt!"

Dit 'denken aan' is een vraag om actie van de kant van Jezus. 'Wilt U iets voor mij doen…' zou misschien niet misstaan als we de vraag in ons hedendaagse taalgebruik zouden stellen.

Ik vraag me af of het bordje dat Pilatus boven Jezus' hoofd had laten plaatsen de rover de ogen heeft geopend. Dit bordje werd algemeen gebruikt om aan voorbijgangers duidelijk te maken waaróm de geëxecuteerde was veroordeeld. Op dat van Jezus had hij laten schrijven:

'Dit is de Koning van de Joden' - (Lucas 23:38).

Misschien stelde de rover zich voor hoe het zal gaan zijn wanneer Jezus lijfelijk aanwezig over deze aarde zal gaan regeren, zoals God het beloofd heeft.
Misschien stelde hij zich die duizend jaren van wereldwijde vrede voor ogen - en daarna, de eeuwigheid met Hem (Openbaring 20:1-4, Jesaja 9:7, Jeremia 23:5 en Daniël 2:44 en 7:13, 14) zoals iedere Jood van kinds af aan onderwezen werd.

Helaas werd de Koning toen Hij kwam niet door de mensen herkend - en érkend (vergelijk Zacharia 9:9 met o.a. Lucas 19:28-44)…

In ieder geval deed de rover dat wél! Misschien heeft hij Jezus' getuigenis voor Pilatus gehoord (Johannes 18:37). Wij weten niet, wat hem precies tot het stellen van die vraag dreef. Hoe dan ook, hij stelde hem.

'Wat een dwaas! Van alle mensen wist hij toch zeker het beste dat Jezus, net als hij, ten dode was opgeschreven!?'

Inderdaad. En dat maakt zijn smeekbede des te indrukwekkender! Want hoe zou hij dit óóit hebben kunnen vragen met in zijn achterhoofd het Koninkrijk van Jezus op aarde als hij niet had gelóófd dat Jezus uit de dood zou gaan opstaan!? Het dwaze van God is wijzer dan de wijsheid van de mens (1 Corinthiërs 1:25).

Waarde lezer, deze rover aan het derde kruis voldeed vollédig aan Gods voorwaarde om bij Hem te mogen komen! In zekere zin zelfs méér dan wij, omdat wij achteráf de verslagen van de gebeurtenissen rond en de getuigenissen van Jezus' opstanding hebben in Zijn Woord, de Bijbel. Dat hád deze rover niet!

Vier… en hóéveel meer!?


Nu wij hier zo in gedachten en het verleden aan de voeten van deze drie kruizen staan, brandt in mijn hart de bewogenheid voor úw leven — het vierde, waar ik even met u bij stil zou willen staan. Want ook al denken wij mensen er niet al te graag aan, ook wij kunnen plotseling (en zullen ooit) oog in oog komen te staan met de dood — met de eeuwigheid. Waarschijnlijk hebt u het verdriet van het plotselinge overlijden van iemand die u dierbaar was ook al meer dan eens moeten dragen, zoals ik. Maar datzelfde plotselinge zou u en mij óók kunnen overkomen...

Ik heb u niet voor niets meegenomen naar deze plek. Het is de plek van waaruit mijn leven volledig veranderd is! Jezus ís opgestaan (o.v.a. Mattheüs 28:1-10, Marcus 16:1-20, Lucas 24, Johannes 20 en 21, Handelingen 2:22-39 en Openbaring 1:17, 18).

Hij heeft een nieuw, onsterfelijk lichaam (Openbaring 1:13-16)!

Hij zit aan de rechterhand van God de Vader in de hemel (Handelingen 2:33).

'Leuk, maar wat heeft dat met mij te maken?'

De rover aan het eerste kruis hoefde de plaats, die voor hem was klaargemaakt (Johannes 14:1-4) niet. Hij sloeg het aanbod helaas af. Hij koos ervoor om de eeuwigheid in de hel door te gaan brengen…

En vergist u zich niet: beide rovers zijn op ditzelfde moment, dat u dit leest, nog steeds bij hun volle bewustzijn, de één in het hartverwarmende, verkoelende licht van de levende God in het paradijs… en de ander in een verschrikkelijke andere plaats: het dodenrijk, met niets anders om naar uit te kijken dan de eeuwige vlammen van de hel…

…Aan u is de keuze. Wat doet ú…?

Jezus kan, naar Zijn belofte, ieder moment terugkomen om de mensen, die aan Zijn voorwaarde voldoen, op te halen en naar Zijn Koninkrijk te brengen (1 Thessalonicenzen 4:13-18 en 1 Corinthiërs 15:51-59).

Hen, die opnieuw geboren, een nieuwe schepping geworden zijn (Johannes 3:3, Galaten 5:15 en 2 Corinthiërs 5:17).

Hoe kunt u dat? Door het voorbeeld van de rover aan het derde kruis te volgen - met uw mond te belijden dat Jezus ook uw Heer is en met uw hart te geloven dat God Hem uit de dood heeft opgewekt. Dan wordt u behouden en hoeft u het steken van de dood, het eeuwige vuur van de hel, niet langer te vrezen!

Daarmee houdt het echter niet op! Zoals een baby zult u gaan groeien tot geestelijke volwassenheid, door het lezen van Gods Woord (de voeding) en het toepassen ervan op en in uw leven (Mattheüs 4:4 en 7:24-27). De wedergeboorte is het begin van een heel nieuw leven, dat volledig tot haar doel mag komen door de Vader, de Here Jezus en de heilige Geest, die Hij ook ú beloofd heeft (Handelingen 1:8 en 2:38, 39).

Een persoonlijke, intieme relatie met de almachtige God van het heelal!? Persoonlijk kan ik u vertellen dat het écht de moeite (die er óók is) waard is. Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden... (Romeinen 8:19 e.v.)!

En wát een heerlijkheid zal dat zijn!

Ik geloof dat ik óók ú daar tegen zal mogen komen, in het huis van de Vader. Het blijft echter uw eigen keuze. De prijs is al betaald, aan het middelste kruis werd de straf voor ook úw zonden al gedragen (Jesaja 53:4-12)!

Neem het aanbod van Gods liefde voor u toch aan! Vandaag nog, want misschien krijgt u géén tweede kans meer! Dan zullen wij sámen deel uit mogen maken van die menigte mensen uit elke natie, elke stam en van elk volk en elke taal - een menigte, die niemand tellen kan (Daniël 7:14 en Openbaring 7:9) voor de troon van onze Vader, de levende God en Zijn Zoon, de Here Jezus! Wat een onuitsprekelijke vreugde zal dat zijn!

…Zo zijn wij via één, twee en drie uitgekomen bij een menigte, die niet te tellen is. En zo komen wij weer bij het begin, want er is nog één ding, wat ik u graag zou willen zeggen. Het is een tekstgedeelte wat slaat op die menigte mensen in Jezus' Koninkrijk:
'…zij zijn voor de troon van God,
en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel.
En Hij, Die op de troon zit,
zal Zijn tent over hen uitspreiden.
Nooit meer zullen zij honger hebben;
nooit meer zullen zij dorstig zijn.

De zon zal hen niet steken,
noch enige brandende hitte.
Want het Lam (dat is Jezus, Jesaja 53:7, Johannes 1:29 en Openbaring 5:6-14)
in het midden van de troon
zal hun Herder zijn;
Hij zal hen naar bronnen van levend water leiden.

En God Zelf zal alle tranen van hun ogen wissen.'

- (Openbaring 7:15-17, vrij vanuit de NIV.).



…Gaat u met mij mee?

Hopelijk tot ziens.
Gepost op 14-04-2006 om 19:14 uur
757 keer gelezen

Alle verhalen van deze schrijver (EsQuizzy)



Door: Arnet
Tja, een gouwe ouwe, maar hij blijft goed!
Gepost op 14-04-2006 Om 20:10
Thx!
Gepost op 19-04-2006 Om 12:03

Door: Auke-Willem (AW)
Een boodschap die nooit aan kracht inboet en nooit te vaak wordt gebracht!
Gepost op 19-04-2006 Om 11:30
Tja, ik zou nu een beetje ander taalgebruik bezigen, maar verder... : )
Gepost op 19-04-2006 Om 12:03

Door: Tines
Toevallig dat ik dit lees en dat het ook bijna Pasen is! Een mooie boodschap en anders omschreven dan je het normaal zou horen (denk ik)...
Oh ja en het antwoord op je vraag: ik ga mee!
Gepost op 04-03-2008 Om 13:15
Mooi zo!
Gepost op 04-03-2008 Om 14:43

Door: inem
Deze had ik nog niet gelezen van je...
Wow... te wonderlijk, maar o zo waar!
Vooral dat laatste, dat God Zelf alle tranen van de ogen zal wissen...

Gepost op 19-01-2010 Om 17:20

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.