| |||||
De zon is nog maar amper op als Harry Bauknegt zijn computer opstart. Het liefst was hij nog een aantal uren in bed blijven liggen, maar hij heeft eindelijk weer eens een idee in zijn hoofd. Vol ijver vliegen zijn vingers over de letters van het toetsenbord. De letters vormen woorden op het scherm, die op hun beurt weer overvloeien in mooie volzinnen. Het verhaal, dat al twee maanden stilgelegen heeft wordt nu na een te lange pauze weer verder verteld. En dat werd ook wel tijd óók! De deadline voor zijn nieuwste roman nadert gestaag en hij is nog niet bekend genoeg om die te overschrijden. Natuurlijk had hij de term ‘writers block’ wel eens horen vallen, maar nooit was het in zijn gedachten opgekomen dat zoiets hém ook nog wel eens zou kunnen overkomen. Gelukkig zijn dit nu zorgen van het verleden. De toekomst lijkt weer wat rooskleuriger. Na een uurtje typen leest Harry met een voldaan gevoel de getypte alinea’s door. Hier en daar brengt hij een kleine wijziging aan, waardoor de zinnen wat beter lopen en duidelijker zijn In het algemeen is hij echter niet ontevreden over het resultaat. Terwijl hij zich eens lekker uitrekt en achterover gaat hangen in zijn bureaustoel, schieten tientallen ideeën voor het vervolg van dit verhaal door zijn hoofd. Dan, in een opwelling, laat hij zijn volle baritonstem triomfantelijk door het verder lege huis echoën: „I’m back!” Hij sluit zijn ogen om nog even te genieten van dit gelukkige moment. Als hij zijn ogen weer opent stokt zijn adem. Onderaan het beeldscherm van zijn computer, enkele regels onder de tekst die hij zonet typte staat nog een regel. Een regel die hij niet getypt heeft. Terwijl hij de regel leest, verschijnen er nog meer regels in beeld. Hij kijkt naar zijn toetsenbord, maar de toetsen blijven bewegingsloos op hun plaats liggen. Met een bonzend hart leest hij de nieuw verschenen tekst: Harry, je bent niet alleen. Ik ben er nog steeds. Ik houd nog altijd ontzettend veel van je. Zoveel dat ik niet kan vertrekken. Ik wil de rest van je leven bij je blijven. Harry, ik ben het. Daniëlle. |
|||||
|