| |||||
Inleiding: “De guanaco, die door sommige natuuronderzoekers wordt beschouwd als een identiek aan de lama in natuurstaat, is de Zuid-Amerikaanse vertegenwoordiger van de oosterse kameel.” Deze pasage komt uit het uiterst interessante reisverslag van Charles Darwin, De reis van de Beagle. (3) Het reisverslag gaf hem de aanleiding om te komen tot een van de beroemdste boeken uit onze geschiedenis, The origin of Species, by means of natural selection. We kunnen gerust zeggen dat dit boek een revolutie heeft ingehouden in de wetenschappelijke wereld. Het tot dan toe aangenomen feit van het bestaan van een scheppende God was niet meer nodig om tot een relevant wereldbeeld te komen. Wij zijn gewoon het gevolg van toeval. Geloof, en zeker een scheppende God, hadden we niet meer nodig. Toch zijn er nog steeds mensen in deze moderne wereld die het geloof aanhangen en geen moeite hebben met het wetenschappelijke beeld van evolutie. Velen, vooral wetenschappers, zeggen dat dit onmogelijk is. En in die zin ben ik het met ze eens. Wanneer men wil geloven in een liefhebbende God, die zich geopenbaard heeft zoals in de bijbel staat, door Jezus Christus, moet niet alleen de evangeliën geloven, maar ook de eerste hoofdstukken van de bijbel, waarin beschreven staat hoe God onze wereld schept. Een keuze kan dan niet worden gemaakt. Als je de eerste hoofdstukken er uit kan scheuren, omdat ze niet waar zijn, waarom zou je dan de andere hoofdstukken wel geloven, zoals ze er staan? Oftewel, je gelooft de bijbel van kaft tot kaft, of niet. Maar dan moeten er toch alternatieven zijn voor de evolutietheorie, die ook wetenschappelijk zijn aan te tonen. Naar mijn mening zijn die er wel, maar deze zijn niet sterk in hun argumentatie. Hoe dit komt hoop ik ook uit te leggen. Schepping en Intelligent Design Naast de algemeen geaccepteerde evolutietheorie staat allereerst de ‘oude’ scheppingstheorie. Deze theorie gaat simpelweg uit van vier belangrijke elementen; Als eerste wordt God gezien als de schepper, die in zes dagen het leven op deze aarde schiep. Als gevolg van de zonde van de mensen liet God een zondvloed over de aarde komen, waarbij heel veel leven werd vernietigd en veel geologische aardlagen werden gevormd. De levende wezens van na de zondvloed hebben wel een micro-evolutie doorlopen, waarbij verschillende ondersoorten zijn ontstaan. De veronderstelling leeft dan ook bij aanhangers van deze theorie dat het leven op aarde jong moet zijn. Hoe jong wordt meestal niet vermeld. Dit is een relatief begrip. De moeite die wetenschappers met deze theorie hebben laat zich raden. Het “element” God in het deterministische beeld van wetenschap is te complex om in te kunnen passen. Maar zonder een scheppende God, is er geen schepping, en dus is de theorie niet op wetenschappelijke gronden gebaseerd, maar op geloof. Vergelijk hierbij P.W. Atkins in Natures Imagination (pagina 128): “A “God” is the embodiment of complexity, the ultimate antisimplicity.” (1) Dit probleem bestaat niet bij de theorie van Intelligent Design. Deze theorie is creationistisch geladen, maar laat een schepper buiten beschouwing. De theorie is opgebouwd rond één belangrijk thema; er is ontwerp in het leven en in het heelal te ontdekken. De theorie is uiterst deterministisch; de krachten en natuurwetten die gelden voor de kleinste deeltjes, werken door in alle hogere niveaus. Deze krachten en natuurwetten vertonen (sporen van) ontwerp. Ook in het heelal en zeker in de biologie is dit ontwerp te vinden. (naar Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp? C. Dekker, R. Meester, R.v. Woudenberg (red) ea.)(4) Hoewel volgens sommigen de ID-theorie allang heeft afgedaan (6), heeft deze theorie een veel sterkere wetenschappelijke basis dan de conventionele creationistische theorie, omdat ID niet direct een God verondersteld, maar juist probeert te laten zien dat toeval niet aan de basis kan liggen van het leven op aarde. ‘The present is the key to the past’ Conventionele evolutiewetenschappers zeggen soms dat ID aanhangers proberen om God via een achterdeur binnen de wetenschap te krijgen. Eerlijk gezegd lijkt mij dat een slap argument om kritiek die een bepaalde groep wetenschappers op het conventionele paradigma heeft, af te doen als volksverlakkerij en pseudo-wetenschap. En was dit nou juist niet een groot hekelpunt die Karl Popper aandroeg om zijn wetenschapsfilosofie van falsificatie te onderbouwen? Popper kwam op het idee voor zijn theorie doordat hij als assistent van de psycholoog Adler zag dat deze elk soort menselijk gedrag kon verklaren aan de hand van één, algemene theorie. Dit, zo zei Popper, is onwetenschappelijk, omdat de theorie, door een zee van confirmaties, niet weerlegbaar of falsifieerbaar is. (5) Ditzelfde zien we ook bij de evolutietheorie. De theorie is zeer algemeen, en eigenlijk kan elk stukje bewijs onder de evolutietheorie worden geschoven. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een artikel die ik Dr. Jan Smit van de Vrije Universiteit, Amsterdam, onder de aandacht bracht. Dit artikel (2) beschrijft een vindplaats van ongeveer 350 fossiele walvissen in Peru, begraven in diatomeeënaarde. Hier heeft dus een catastrofe plaatsgevonden, waarbij de normale geologische opvatting, ‘The present is the key the past’, niet opgaat. De langzame ontwikkeling van een laag diatomeeën, is hier niet gebeurt, maar de diatomeeën zijn in één catastrofale gebeurtenis neergelegd, waarbij minstens 350 walvissen het leven lieten, omdat ze eronder werden begraven. De schrijvers van het bewuste artikel zijn christenwetenschappers, verbonden aan de Loma Linda Universiteit, California. Zij geloven dat een dergelijke catastrofe alleen door bijvoorbeeld een zondvloed kan worden veroorzaakt. Dr. Jan Smit had echter het artikel gelezen en was zich daarvan niet bewust. Zijn reactie was dan ook: “Ik ben zelf een catastrofist, deze specifieke zaak kan prima voorkomen, ook binnen de evolutietheorie! Die walvissen konden best in een lagune zijn begraven. Daar heb je geen zondvloed voor nodig. Waarschijnlijk is het gewoon een lokaal verschijnsel.” Dus zowel langzame afzetting als een catastrofe kunnen binnen de evolutietheorie worden gebruikt, zonder in conflict met elkaar te komen. Op deze manier is de evolutietheorie dus niet te falsifiëren, en volgens Popper, dus onwetenschappelijk. Natuurlijk is het te kort door de bocht om dit op basis van een voorbeeld te zeggen, maar ik hoop dat de intentie die ik wil aangeven duidelijk is. Dit is de kracht, maar misschien ook wel de zwakheid van de evolutietheorie. Hij is onaantastbaar, overal in te passen, algemeen en reduceerbaar. Wanneer je een complexe godheid nodig hebt om je theorie te verklaren wordt dit als onwetenschappelijk gezien. Misschien wel terecht, maar daardoor fout? Als gelovige kan ik dat niet zeggen. Ik geloof dat er een hogere Macht is, die ik niet kan bevatten. God is er ook niet voor om te reduceren. Maar dit is een (geloofs)feit dat je moet aannemen. Doe je dat, dan valt op wetenschappelijke basis de grond onder je voeten vandaan. Met alles wat is geschreven door anderen over dit onderwerp wil ik graag nog een ding aanhalen, dat is de manier waarop kritiek wordt geuit van evolutiewetenschappers naar creatiewetenschappers. Laat ik als voorbeeld het artikel van P.W. Atkins nemen (1). Daarin komen de volgende zinsneden voor: ‘I believe…’ (p 122), ‘I consider…’ (p 122, 124), ‘what it is I mean…’ (p 126), ‘I do not doubt…’ (p 129), ‘I maintain…’ (p 130), ‘My personal beliefs for the future…’ (p 132). Als gelovige hoor ik hier dingen in die niet getuigen van een onwrikbare zekerheid, maar van geloof! Maar al te vaak wordt de evolutietheorie gebruikt als een atheïstisch geloof. Een reden om niet na te denken over een hoger doel of Wezen. Omdat juist dit een soort overgave vraagt buiten de controle van onze eigen menselijkheid om. Conclusie De evolutietheorie blijft in onze wereld sterk op de voorgrond staan. Er kan ontzettend veel mee verklaard worden in de biologie en de geologie. Maar ook in de psychologie en de sociologie kan men er alle kanten mee op. Bovendien reikt de evolutietheorie een handvat om niet te geloven in een hoger doel of een God. De wereld lijkt dan zoveel simpeler. Toch is ook dit een geloofskwestie. Het geloof dat er geen scheppende God is, is uiteindelijk net zo sterk als dat er wel een scheppende God is. In de academische wereld worden gelovige wetenschappers echter niet serieus genomen, tenzij ze niet expliciet hun ingewikkelde vooronderstelling, God, naar voren brengen in hun wetenschappelijke werk. Pogingen om toch erkent te worden zijn meestal weinig geslaagd, veelal omdat het een emotionele zaak is. Met de ID-beweging kan er misschien wat meer ingang worden gevonden in de wetenschappelijke wereld. De vraag of dit belangrijk is, lijkt me voor dit moment en in het licht van dit essay niet relevant. Maar dan moet er zeker meer onderzoek worden gedaan, er moeten meer wetenschappers serieus gaan schrijven over de mogelijkheid van ontwerp in het leven. Uiteindelijk zal men er dan niet aan ontkomen om ook een Ontwerper in de discussie te brengen, maar dat is misschien van later zaak. Referenties: (1) Atkins, P.W., The Limitless Power of Science, in Nature's Imagination, ed. John Cornwell, Oxford University Press, Oxford, 1995 (2) Brand L.R. e.a, Fossil whale preservation, Geology, feb 2004, volume 32, issue 2 (3) Darwin, C. De reis van de Beagle, p. 169, uitgeverij Contact, 1993 (4) Dekker C., R. Meester, R.v. Woudenberg (red) e.a., Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp?, Uitgeverij ten Have, 2005 (5) Koningsveld, H, Het verschijnsel wetenschap. Meppel (Boom) 1984 [1976]. (6) Korthof, G, William Paley's kapotte horloge,17 Juli 2005 (update: 15 Okt 2005). http://home.planet.nl/~gkorthof/korthof73.htm |
|||||
|