| |||||
Water hebben we nodig net als bijvoorbeeld voedsel, en wat slaap af en toe. M’n ouders vertelden vroeger al dat het goed voor je was om regelmatig water te drinken. Het zou goed zijn voor veel dingen, zoals de algehele doorspoeling en zo. En als we dan verderweg op het land aan het werk waren , vader met z’n kleine jongens, dan had hij altijd water mee. Vooral met warme dagen. Maar ik vond het niks, dat constante geslurp. En er zat helemaal geen smaak aan. Dat vond ik eigenlijk nog het stomme van dat spul. Ja, het werd wel lekker als je dorst kreeg. Maar voor dat het zo ver was deed ik er niet aan mee. Enkele jaren geleden zag je in het buitenland en op de televisie dat veel mensen met kleine flesjes rondliepen en er af en toe wat uit dronken. Oorspronkelijk dacht ik dat men dit vooral in de warmere streken deed. Totdat ik ontdekte dat het fenomeen steeds grotere vormen aan nam. Heel veel mensen liepen met zo’n ding. Ook naar ons is de rage overgewaaid. En ik geloof dat er niks mis mee is. Zelf heb ik ook een flesje naast me, op het werk staan. Regelmatig gaat er een slokje water naar binnen. Mijn ouders hebben dat gerust wel goed gezien. Regelmatig water drinken is goed voor een mens. En niet alleen als je dorst hebt. Dat klopt wel want tegenwoordig zie je overal mensen met zo’n flesje waaruit ze wat water drinken. In de trein, in de auto, op school, en op het werk, zoals ik. Je zult het misschien niet geloven maar ik heb onlangs een voorganger gezien die op zijn spreekstoel ook zo’n flesje had staan. En waarom niet? Ook hij moet gezond blijven. Dat boek waar hij uit af en toe uit voorlas, daarin gaat het ook ergens over water. Over “levend water”. Mijn Vader die in dat boek aan het woord is, wil slechts het allerbeste voor ons. Onwillekeurig gingen mijn gedachten naar mijn vader op het land, vroeger. Hij wilde met het water dat hij van huis had meegenomen het goede voor mij. Maar mijn Vader uit dat boek is zelf het “levende water” dat ik nodig heb. Hij geeft het uit een fles waar voldoende in zit, en die nooit leeg raakt. Je kunt komen en drinken als je dorst hebt. Nog beter is het om daarvan regelmatig te blijven drinken. Ook hier is het in mijn geval ”Jong geleerd, oud(er) gedaan”. |
|||||
|