248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Misscha
en de Sjamaan
Door: avharen
Commentaar van de schrijver:
Misscha, een oude poes, wordt gevraagd te helpen bij het vernietigen van een duistere sjamaan die dreigt iedereen te doden die in zijn buurt komt. De poes moet veel angst overwinnen maar aanvaart de opdracht.
Categorie: Fantasy
Geschatte leestijd: ca. 7 minuten

Hoofdstuk Een

‘Dit was de Spaanse les voor vandaag. Vergeet niet dat jullie morgen de naamplaatjes moeten meenemen voor de kooklessen, dat is erg belangrijk. Jullie kunnen ze ook in de kluisjes bewaren, dan lopen jullie in elk geval niet het risico ze morgen niet bij je te hebben.’
Als om haar afsluitende woorden te benadrukken ging op dat moment de bel; de les was afgelopen.
‘Tot de volgende week,’ riep ze de studenten na die luidruchtig het lokaal verlieten.
Gina was blij dat de dag voorbij was. Ze was al op de been sinds zes uur vanochtend en de klok boven de deur van het lokaal gaf aan dat het nu kwart over vier was. Ze voelde zich totaal uitgeput; met een diepe zucht stopte ze haar spullen in haar tas en verliet ze het lokaal.
De lessen aan het begin van het nieuwe schooljaar waren iedere keer opnieuw een zware opgave. Voor de eerste jaars studenten was alles nieuw, en naast haar Spaanse en Engelse lessen, was het tevens haar taak om hen in alles wegwijs te maken. Ze moest ervoor zorgen dat de studenten niet verdwaalden in dit grote onoverzichtelijke schoolgebouw, ze moest hen steeds herinneren aan het meenemen van de kleding en materialen voor de andere lessen en bovenop dit alles had ze ook nog de leiding over de gaststudenten uit het buitenland. Daar was ze nu naar op weg, ze wachtten waarschijnlijk beneden bij de ingang van het gebouw al op haar. Het was hun eerste dag hier en ze moest hen de belangrijkste plaatsen in de stad laten zien, zoals het postkantoor, het geldwisselkantoor, de supermarkt en de tramhaltes waar ze uit moesten stappen op weg naar huis.

Vier uur later stapte ze in de tram.
Als ik nu ook nog een zitplaats zou kunnen vinden… dacht ze vermoeid om zich heen kijkend. Rond deze tijd in de avond was het moeilijk een lege plek te vinden. Veel mensen die tot laat in de avond hadden gewerkt waren op weg naar huis, en de jongeren die uren geleden uit school waren gekomen en thuis waren geweest, gingen nu stappen.
Tot haar frustratie bleken alle plaatsen te zijn bezet en de middenpaden waren gevuld met mannen en vrouwen die, net als zijzelf, geen andere keus hadden dan te blijven staan. De zitplaatsen werden hoofdzakelijk ingenomen door jongeren die luidruchtig praatten of naar muziek luisterden. Of beiden.
Gina vloekte inwendig; had niemand van hen genoeg fatsoen in hun lijf om op te kijken en ouderen een zitplaats aan te bieden? Ouderen! Mijn God… rekende ze zichzelf al tot deze categorie?
Met twee zwaar beladen boodschappentassen in haar handen en een schooltas over haar schouders hangend, duwde ze zich langzaam voorwaarts tussen de overige staande passagiers, totdat ze niet verder kon en verslagen bleef staan. De rit naar huis zou zo'n vijftien minuten gaan duren. Gina slaakte een diepe zucht.
Ondanks de pijn in haar rug en de trekkende pijn van de zware tas aan haar schouders, had het bonkende geluid van de voortrijdende tram een kalmerend effect op haar en begonnen haar gedachten te dwalen. Ze hoorde haar vader tegen haar praten en zag hem zo duidelijk voor haar alsof ze terug was in het ziekenhuis, zittend naast zijn bed.
Hij was pas vijfenvijftig jaar, maar iemand die hem niet kende zou hem twintig jaar meer gegeven hebben. Hij zag er oud en uitgeleefd uit en zijn gezicht was bezaaid met diepe rimpels met hier en daar littekens en geheelde brandwonden. Zijn huid was bruin en droog als perkament van het jarenlange werken in de open lucht onder de hete zon. Zijn lange grijswitte haren lagen als een brede krans om zijn hoofd op het kussen verspreid.
Gedurende haar leven had ze hem nooit anders gekend dan met lange haren die tot zijn schouders reikten, soms los zoals nu, soms samengebonden tot een lange staart op zijn rug. Zijn baard was net als zijn haar grijs, met hier en daar enkele witte verdwaalde pieken, en liep vanuit zijn lange bakkebaarden uit tot een korte puntige sik. Het witte safaripak met de brede zwartleren riem waarin ze zo gewend was hem bijna dagelijks te zien, hing zonder twijfel in de kledingkast naast het bed.
Met een ruk keek Gina op. Had iemand haar naam geroepen? Ze keek om zich heen maar niemand keek haar aan. Waarschijnlijk had ze het zich verbeeld.
Toen ze weer voor haar uitkeek zag ze een man die haar ongewoon onbeleefd aanstaarde. Gina was niet iemand die zich snel overdonderd voelde. Werkend als docente op een school met zo'n vijfhonderd scholieren, was ze het gewend steeds blikken op haar gericht te hebben.
Waarschijnlijk heeft hij het niet eens in de gaten dat hij me aanstaart, dacht Gina. Hij is gewoon moe en staat een beetje te dagdromen. Wie niet, op dit moment van de dag!
Maar de manier waarop hij haar aanstaarde leek niet op een onbewust staren en al gauw had ze er genoeg van.
‘Is er iets?’ vroeg ze hem met enigszins verheven stem over een aantal mensen heen die tussen hen instonden. Ondanks dat ze voelde dat de man haar persoonlijke grens al had overschreden door haar zo aan te staren, probeerde ze toch beleefd te blijven. Het laatste waar ze behoefte aan had waren nieuwsgierige blikken van de mensen om haar heen.
‘Kennen we elkaar ergens van?’
Als reactie op haar vraag kneep de man zijn ogen tot spleetjes samen. Hij was niet groot. In feite, toen ze hem wat beter in zich opnam, zag ze dat hij zelfs uitzonderlijk kort was. De kleine gedrongen man was geheel in het zwart gekleed en ze zag dat hij in zijn hand een zware houten wandelstok geklemd hield waarin vreemde, en voor haar onbekende symbolen waren gesneden.
Zijn gezicht was mager en ingevallen en deed haar denken aan een doodshoofd; zijn huid was bezaaid met bruine vlekken en littekens. Het dikke zwarte montuur van zijn bril stond in contrast met zijn korte gezicht en door de sterk vergrotende glazen zagen zijn ogen eruit als die van een insect die haar onderzoekend aankeken.
‘Neanders overwinning was doorgestoken kaart,’ fluisterde hij met kille stem tegen haar.
Zijn antwoord overrompelde haar en het duurde een paar seconden voor ze begreep waar hij het over had.
‘Neander? Heeft u het over mijn vader? Was u een vriend van hem?’
De man in het zwart deed alsof hij haar vragen niet gehoord had.
‘Mijn eer staat hier op het spel. Zijn acties zullen niet ongestraft blijven,’ vervolgde hij met zachte stem. Hij stak met zijn lange gelige wijsvinger in haar richting. ‘Niemand vernedert mij in het openbaar en overleeft het.’
Een ijskoude rilling liep over haar rug. Hadden haar vader en deze vreemde man elkaar gekend? Zo ja, dan had hij dit goed voor haar geheim gehouden.
‘Over welke overwinning heeft u het en waar kent u hem van?’ vroeg ze hem. ‘Ik denk dat u mijn vader met iemand anders verwart. Hij stierf een week geleden in het ziekhuis aan een hartaanval.’
Nu kwam er een wrange glimlach op zijn gezicht.
‘Een hartaanval… Ik begrijp het. Neander leefde dus een dubbelleven, waarom verwondert me dat niet? Hij stond nooit volledig achter zijn roeping, dat was de reden van zijn zwakte…’
‘Welke roeping?’ vroeg ze, luider nu. Die man begon op haar zenuwen te werken en de manier waarop hij over haar vader sprak beviel haar niets.
De mensen die tussen hen instonden begonnen zich ongemakkelijk te voelen en keken strak naar buiten of lazen geconcentreerd de advertenties aan de muur. De tram begon vaart te minderen en een aantal van hen liep opgelucht naar de deur.
De kleine man in het zwart glimlachte alleen maar en zei niets. De tram stopte en de deuren gingen open. Gina zag dat de man van plan was hier uit te stappen maar ze was niet van plan hem zomaar te laten vertrekken voordat hij haar antwoord had gegeven. Ze wilde weten waar hij haar vader van had gekend en wat hij had bedoeld met haar vaders dubbelleven.
Nerveus duwde ze de mensen voor haar opzij, verontschuldigingen mompelend, en hoopte hem op tijd te bereiken, maar de deuren sloten zich alweer voordat ze ook maar in zijn buurt had kunnen komen.
Vanuit de rijdende tram keek ze naar buiten. Hij keek haar nog steeds aan en bleef haar aankijken totdat hij uit het zicht verdwenen was.
Toen Gina eindelijk de deur van haar woning achter zich sloot was het al half negen. Vermoeid gooide ze de twee zware tassen gevuld met boodschappen op de grond.
‘Ik haat dit leven!’ riep ze luid tegen de lege hal. ‘Wat voor leven is dit? Elke dag op om half zes! De hele dag nog geen minuut de tijd om te eten en als ik thuis kom is het alweer negen uur. En dan moet ik nog koken en afwassen en voordat ik eindelijk klaar ben met douchen en in bed lig, is het alweer twaalf uur. En morgen is het weer precies hetzelfde!’
Ze strekte haar pijnlijke rug, trok haar jas en schoenen uit en borg de boodschappen op in de keukenkastjes en koelkast. Snel kleedde ze zich om in haar nachtjapon en begon aan het avondeten.
Het was bijna elf uur en al donker buiten toen ze aan de afwas begon. Ze woonde alleen en er was niet veel om af te wassen maar zelfs dit was haar te veel. Ze voelde zich altijd moe en als ze haar zouden vragen wat haar grootste wens was, zou ze zeggen: ‘Slapen! Laat me alsjeblieft de hele dag met rust zodat ik in bed kan blijven liggen.’
En dan deze zomerhitte. Het leek haast wel of de zomer ieder jaar langer duurde. Ze was absoluut geen zomermens. De temperatuur liep op sommige dagen zelfs op tot veertig graden, ondanks dat de weersverwachting op tv en het Internet stug volhielden dat het maar vijftien tot twintig graden zou worden.
Ze pakte het laatste vuile bestek uit de wasbak en schrobde het schoon onder de hete waterstraal. Een vreemd gevoel bekroop haar terwijl ze het bestek wegzette in het afdruiprek.
Gina draaide zich om. Aan de andere kant van de keuken stond de man die ze die avond in de tram had gezien. Hij staarde haar aan. Anders dan voorheen, was hij nu gekleed in een zwarte mantel die tot over zijn zwartleren laarzen hing.
‘Gina,’ mompelde hij.
Langzaam liep hij op haar af. In zijn linkerhand hield hij de eikenhouten stok waarop hij zwaar leunde bij iedere stap die hij zette.
Gina had het gevoel dat ze zich in een droom bevond. Ze was niet in staat zich te bewegen, weg te rennen of om hulp te roepen. Ze kon alleen maar hulpeloos toezien hoe hij steeds dichterbij kwam, totdat hij vlak voor haar stond. Zijn gezicht raakte bijna het hare.
‘Gina,’ herhaalde hij zacht, terwijl hij haar strak bleef aanstaren.
Ze voelde zich gevangen in zijn diepe zwarte ogen die haar genadeloos aankeken vanachter zijn dikke brillenglazen. Ze wilde hem vragen wat hij van haar wilde en hoe hij binnen was gekomen. Ze had geen sporen van inbraak gezien toen ze thuiskwam of iemand horen binnenkomen toen ze in de keuken bezig was.
‘Niemand vernedert mij en overleeft het,’ beet hij haar toe waarna hij met geweld zijn hand op haar voorhoofd plaatste.
‘Laat maar eens zien hoe hem dit bevalt!’
Gina had het gevoel alsof ze uit haar lichaam werd gerukt; het volgende moment was haar vertrouwde keuken verdwenen en was ze omgeven door een inktzwarte duisternis.
Gepost op 16-09-2005 om 13:22 uur
554 keer gelezen

Alle verhalen in deze serie (Misscha)
Alle verhalen van deze schrijver (avharen)



Door: snow
Welkom op bloCnoot. Ben benieuwd waar dit heengaat. Hopelijk komt er nog een vervolg? Dit is bijna een thriller, zeker het einde is erg beklemmend.
Niets persoonlijks verder, maar verleden tijd vind ik soms nogal traag lezen (als je begrijpt). Maar dat is iets persoonlijks denk ik, verder is je schrijfstijl wel ok. 1 puntje nog:

Alinea 2: "...gingen uit." of "...gingen stappen."

Ik kijk uit naar je vervolg!
Gepost op 20-09-2005 Om 12:45
Bedankt voor de correctie en de leuke reactie. Het verhaal gaat inderdaad veel verder. Het hele boek is sinds een week af en bestaat uit 27 hoofdstukken. Het heeft me 5 jaar gekost. Ik ben nu alles vanaf het begin aan het nakijken en hoop een uigever ervoor te vinden, dat zou de mooiste beloning voor het werk zijn!
Gepost op 20-09-2005 Om 20:34

Door: kiezel
Wow, spannend inderdaad, ook ik ben benieuwd naar het vervolg!
Twee kleine puntjes: "Neander's" moet volgens mij gewoon "Neanders" zijn. Verder "liep" een aantal van hen i.p.v. "liepen".
Gepost op 20-09-2005 Om 13:21
Hoi! Bedankt voor het lezen en de 'Neanders' correctie. Ik moet eerlijk bekennen dat spelling nog steeds één van mijn zwakste punten is en ik steek heel veel tijd in het corrigeren en het vinden van de juiste werkwoordvormen... N.a.v. van jouw opmerking ben ik in de bezit- en meervouds apostrof zaak gaan kijken en realiseer me nu dat ik die nog steeds niet goed doorhad. Ik heb nu echter alle fouten in het verhaal gecorrigeerd. Bedankt!
Gepost op 21-09-2005 Om 10:25

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.