| |||||
EL JIHAD Gedurende een langdurig bezoek aan het Midden Oosten vanwege mijn zoektocht naar de wortels van de Jihad, kwam ik toevallig in een klein dorpje terecht in de omgeving van Mekka. Bij de grensovergang in Saudi Arabië had ik veel tegenslag, omdat ik altijd een Engelse bijbel bij me draag samen met een Grieks Nieuw Testament en een Hebreeuwse torah. Ook bezorgde de grenswacht mij zorgen, omdat ik twee paspoorten bij me had vanwege mijn dubbele nationaliteit. Om een lang verhaal kort te maken; men nam mijn bijbels in beslag. Tot mijn grote verbazing moest ik ook de Engelse vertaling van de Koran afstaan. De douanier verklaarde mij dat de Koran zo heilig is dat alleen de oorspronkelijke taal van de profeet Mohammed toegestaan zou moeten worden. Nog nooit moest ik als Christen zo diplomaat spelen. In een boekhandel daar ontmoette ik een man die gelijk sympathie voor me opvatte, aangezien ik uiting gaf aan mijn anti abortus filosofie en verklaarde dat de Amerikanen schuldig zijn voor de Almachtige als baby moordenaars en masse. Hij nam me mee naar zijn huis en ik moet zeggen dat de gastvrijheid uitstekend was. Toevallig bleek hij de plaatselijke imam te zijn. Terwijl wij een stevige maaltijd van lamskoteletten aan het verorberen waren, bleek het dat de imam veel van het christendom wist. Alleen hij bleef strak binnen de lijnen van de Islam. Diezelfde avond moedigde hij mij ertoe aan om de plaatselijke bevolking toe te spreken in de moskee. Hij leidde mij in als een medestrijder tegen het imperialistische Amerika. Ik gebruikte dat als een gelegenheid om de donkere kant van grote steden af te schilderen en van daaruit preekte ik over de heiligheid van God en dat Hij van ons eist dat we ook heilig zijn. Ik eindigde met te zeggen dat voor Gods aangezicht het niet een kwestie is van het wegen van onze zonden in een weegschaal en dat men het eeuwige paradijs in mag als de schaal niet doorslaat naar het kwade, maar dat het een kwestie is van redding op basis van het werk van Christus. Want God is zo heilig dat een enkele zonde genoeg is om eeuwig verderf te zaaien. Toen ik dat deed, nam ik risico; want er heerst een streng verbod tegen evangelisatie in dat land. Maar het leek erop dat mijn reputatie behoorlijk stevig stond. Die avond werd ik uitgenodigd om over te blijven slapen. Zoals ik al had begrepen, kon mijn dag niet meer stuk. Maar in mijn overmoedigheid testte ik zijn geduld. Want terwijl ik met zijn vrouw sprak, zei ik opeens: ‘U bent geen Moslim!’ Hun gezichten drukten ten eerste verrassing uit, daarna fronste hij zijn wenkbrauwen en later vertelde hij mij dat het bij hem opgekomen was om mij dertig zweepslagen te laten geven of om me gevangen te laten nemen in de plaatselijke gevangenis vanwege godslastering. “Waarom dan?” vroeg zijn vrouw rustig, terwijl ze haar waardigheid niet verloor. ‘Omdat u een Moslima bent!’ Toen moest ze glimlachen en hij rolde bijna van zijn stoel van het schaterlachen, terwijl zijn buik schudde als een mona toetje. Alles bij elkaar was het een hele ervaring. Het deed mijn reputatie als Christen goed en bovendien had ik een betere kijk op hoe Moslims hun eigen geloof ervaren. |
|||||
|