| |||||
Ik lig in een logeerbed, een stuk of wat kilometers van mijn eigen huis verwijderd. Heerlijk geslapen. Het is nog donker. Hoe laat is het eigenlijk? Waar werd ik wakker van? Van het geluid van de vogels, die na de winter weer terug zijn in het land en die door het openstaande raampje goed te horen zijn? Ik lig een poosje rustig te luisteren. Wat mooi. Onder de indruk van dit stukje schoonheid in Gods goede schepping dank ik Hem ervoor. Maar na een poosje merk ik dat het stil is. Waarom hoor ik de vogels niet meer? Ik spits mijn oren. Ja, nu hoor ik het weer. Ze ZIJN helemaal niet gestopt met hun vrolijke gesprekken. IK ben degene die niet luistert! Vervuld van mijn eigen gedachten! Bij mij zit er teveel 'ruis op de lijn'. Is het zo ook niet met Gods stem, Zijn leiding in mijn leven? Als ik als het ware mijn oren spits, open sta voor wat Hij mij te zeggen heeft, hoor ik Hem. Als ik helemaal vol ben van mijn eigen gedachten, DENK ik dat het stil is en dat Gods Woord niet te horen is! Hoor! De vogels zingen nog steeds! Dank U Heer, dat U vanmorgen even met mij wilde praten. Anneke |
|||||
|