| |||||
Ik ben een slécht méns. Dat leerde ik ooit op catechisatie. In mijn pubertijd schopte ik daar behoorlijk tegenaan. Als er iemand slécht was;ík in ieder geval NIET! Maar de laatste tijd denk ik daar tóch iets genuanceerder over. En ben ik er steeds meer van overtuigd dat die dominee toch een beetje gelijk had. Een béétje dan. Want als de dominee riep: 'Wij allen zijn tot níets in staat en geneigd tot alle kwaad' dan kreeg ik vlekken. Overál. Zó erg is het nou tóch ook weer niet,mán! ,dacht ik dan. Zo dacht ik tóen. Maar eerlijk opgebiecht: Dat denk ik stiekem soms nog steeds. Als ik mezelf in gedachten naast de grootste crimineel plaats. Dan denk ik: Als ze mochten stemmen zou ik grote kans maken.Op die bokaal. Dus om te winnen. Op het gebied van aardigheids-factor dan. Maar ik dwaal af. Ik ben dus slecht. Een beetje. Maar meer in de zin van: 'Heb uw naaste lief als u zelve' Daar schort het bij mij nog wel eens aan. Want ook al heb ik mij zelve niet elke dag lief. Als het over mijn naaste gaat laat die liefde nog méér te wensen over. Voorbeeld: Als er bij de supermarkt een zielig mini-vrouwtje-met-hoofddoek staat. Met een bos straatkranten onder haar arm. Dan knik ik altijd vriendelijk. Maar geen háár op m'n hoofd denkt eraan. Dat ik die vijftigeurocent van m'n kar Aan háár kan geven. Nou ja,het heeft eigenlijk niks met dénken te maken. Méér met wíllen. Die haren op mijn hoofd wíllen gewoon niet. Die weten namelijk veel leukere bestemmingen voor die euro's in mijn portemonnee. Nog zo één: Als ze aanbellen voor een collecte. Ik kruip achter m'n bank. En als ik dan nét níet op tijd ben.Qua verstoppen. Dan hoor ik mezelf met een stálen gezicht zeggen : "Sorry,ik heb geen kleingeld in huis.Hé,vink nou vervelend,joh..stóm" Om me vervolgens na het dichtslaan van de deur, naar m'n spaarvarken te begeven. Met een rotgevoel. En bij hem m'n beklag te doen. Maar toen kwam er ineens zo'n ommekeer. Dat ik dacht ; Aniet,dit kan zo niet langer.Geheel onverwacht. Na een gospelconcert. Na dat optreden kreeg ik namelijk een folder in m'n handen geduwd. Van Compassion. Een organisatie die zich o.a ook bezighoud met sponsorkindjes. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. En eenmaal thuis besloot ik hun website op te zoeken. En al snel voelde ik m'n hart steeds sneller kloppen. Op de site stonden allemaal chocoladebruine koppies die mij één voor één smekend aankeken. En daarmee raakte ik ook een soort van in paniek. Ik hoorde mezelf zuchten. "Ja,sorry jongens,ik heb niet zoveel geld en niet zoveel plek voor zoveel..." Maar één van die chocolade-koppies bleef aandringen. Net alsof er een grote doos bonbons onder m'n neus werd gehouden. Met zo'n goudkleurige bodem met daarin zo'n vijftien chocolaatjes. Dan is er ook altijd ééntje die er tussenuit springt. En die er het mooiste uit ziet. Dus ook het lekkerste moet zijn. Terwijl dat natuurlijk helemaal niet zo hoeft te zijn. Maar dat zegt je gevoel op zo'n moment. Nou,datzelfde gevoel kreeg ik op het moment dat ik naar de foto van dat meisje op die site keek. Ze kwam uit Togo,wat grenst aan Ghana en de Atlantische Oceaan. En ze had prachtige ree-bruine ogen. Verlegen stond ze daar met haar zondagse goudkleurige jurkje. Wat prachtig af stak bij haar donkerbruine huid. Met haar teenslippertjes die grijs zagen van het zand. Op een kleiachtige grond in een rieten hutje. En ik wist meteen: Dat is ze. Met jou wil ik wel mijn bezittingen delen. Jou gún ik dat.Méér dát! En oké,die andere gunden ik dat uiteraard óók,maar zij was gewoon de mooiste. Vond ik. En dat is misschien niet helemaal eerlijk;af gaan op een uiterlijk. Maar zeg nou zelf,als ouders hun eigen kind mochten kiezen. Kozen ze er ook niet één uit, die iets weg had van een Laaf. Met het risico dat mensen zouden vragen of hun kind wellicht was ontsnapt uit de Efteling. Dat wil niemand. Dus ik óók niet. En als ik nu tóch mocht kiezen. Sinds die tijd is Gloria mijn sponsorkindje. Met grote regelmaat schrijven we elkaar. Dat wil zeggen;Gloria schrijft nog niet zelf. Dat is ze aan het leren. Van mijn centjes,die ik elke maand overmaak. Met liefde. Een juf of meester schrijft .Gloria dicteert. Én Gloria maakt er een tekening bij. Als dank stuur ik haar voor die prachtige tekening dan iets terug van papier. Want dan mag alléén. Iets sturen van papier. Heeft te maken met invoeringsrechten. Ik zal je zeggen: vanaf die tijd ben ik heel creatief met papier. Ik stuur hoedjes-van papier, tasjes van papier,en laatst ook een heuse aankleedpop van papier. Met wat stofjes om die pop aan te kleden. Die stofjes kreeg ik teruggestuurd. Van de organisatie. Dat was geen papier,dus dat mocht niet. Flauw vond ik. Je creativiteit houd namelijk een keer op als het om papier gaat. Toen was ik bijna geneigd om Gloria papieren(!) zakdoekjes op te sturen. Omdat ik dat beteuterde hoofdje al voor me zag. Diep teleurgesteld omdat ze met die aankleedpop niks kan zonder 'aankleed' Ook weer stóm dat ze dat dan weer niet snappen bij zo'n betrokken organisatie. Maar om even op Gloria terug te komen. Ze leeft met me mee,ze is 'álways praying for me' en da's best schattig. Maar onlangs schreef ze iets waar ik het prettig warm van kreeg. Het voelde als een negerzoen,die zo heerlijk zoet smelt in je mond. Ze schreef als laatste regel ,reagerend op mijn rugoperatie, de volgende zin: 'Are there people who help you? " Gosh....die Gloria. Ze vroeg zich af of er wel aan me gedácht werd,nu ik zo alenig met die defecte rug in mijn flatje zat. "Of course,don't worry" ,schreef ik haar snel terug. Stel je voor dat ze zich zorgen zou maken! Ze kon tenslotte van zo'n afstand niets voor me betekenen qua boodschappen,huishouden en die dingen. Dat was véél te ver lopen. Op die teenslippers. Dus dat zou veel te frustrerend zijn voor 't kind. Ze had wel méér aan haar schattige hoofdje. En terwijl ik nog wat stickertjes in de envelop stopte voor de volgende post naar Togo realiseerde ik me iets. Dat het helemaal niet zo moeilijk is;dat lief zijn voor je naaste. Je krijgt er namelijk een dubbele dosis liefde voor terug! |
|||||
|