| |||||
Op een vreemde dag, toen de lucht paars was en het gras rood, kwam ik hem tegen. De kletsbus. Op zijn zijkant stond de leus: Ik ben een kletsmajoor, 't is waar, en heus geen schande. Met mij is elk gesprek een waar genot, stond er aan de andere zijkant te lezen. Ik durfde dat nog niet zo te geloven. Ik had er nog nooit een ontmoet, een kletsbus. Ik hield hem met een half oogje in de gaten. Ik wilde niet dat hij me zag. Gelukkig was hij druk in gesprek met Hubbie. De beroemde pratende auto en zijn vriendin de Lancia. Mijn gedachten gingen niet verder dan de angst dat als ik op deze vreemde dag in de maand Herodus anno 3014 opeens zou ontwaken uit deze vreemde droom. Maar dat gebeurde niet. Dus de ongewone realiteit van deze dag deed beseffen dat als een dag al zo begint er vele verassingen in petto zijn. Zou ik het durven. Te praten met auto? Of zou ik mezelf dan voor gek verklaren? Ook de rode kleur van het gras maakte me bezorgd. Was de chemische manipulatie inmiddels zover gevorderd dat de wetenschap niet meer wist hoe het de ernstige milieuvervuiling tegen kon gaan. Het kernafval van nu was gevaarlijker dan ooit. In een poging om meer energie op te wekken was een nieuw soort kerncentrale gebouwd. Ze noemden het X-Energy-kerncentrale's. Wat voor extra energie stond. Dus op de 37e dag van de maand Herodus ben ik de schrijver van het democratisch vorstenhuis waar koningen benoemd worden in plaats van dat koningschap door generaties word geërfd oprecht bezorgd door de verschijning van deze kletsbus. Zou het de immense eenzaamheid tegen kunnen gaan. Of was de ondergang van de wereld nabij. De zon zou weldra zwart kleuren door alle vervuiling was de voorspelling van de Profeet Mesje. Eerdere voorspellingen zoals het kunstfiasco waarin de waarde van kunst in een razend tempo daalde waren uitgekomen. Miljoeneninvesteerders en verwoede verzamelaars zagen hun inkomsten en investeringen in een afgrijzelijk snel tempo omlaag gaan. Maar ik besloot het te wagen. Heel zachtjes zei ik tegen de kletsbus: Hallo. En op een heel beleefde toon sprak hij tegen mij: En wie mag U dan wel wezen? Ik zei hem dat ik de hofschrijver was van de democratisch gekozen koning Misha. Een hofschrijver zei hij: Wat leuk. Die heb ik nog niet eerder ontmoet. Kijk ik rijd op woorden en U verdiend er de kost mee. Ik was het met hem eens. En vervolgens ging hij verder: Wat vind U van de voorspellingen van de Profeet Mesje benauwen die U net zo als mij? Ik vertelde hem dat ik geen reden had om bang te zijn. Omdat ik wist waar ik naartoe zou gaan. Maar hij zei me dat er vast geen hemel was voor kletsbussen. Dood is dood zei hij. En hij kletste de oren van mijn hoofd. Ik hoorde ze nog tuten toen ik het Paleis van koning Misha weer betrad. En dit is mijn verhaal. 37 Herodus anno 3014 aldus opgesteld en opgeborgen in het koninklijk archief van het land Hassi. |
|||||
|