| |||||
Bertrand rekte zich eens geeuwend uit en Janine kon het niet laten om hem onder zijn oksel te prikken. Bertrand reageerde meteen, en deed zijn armen supersnel weer naar beneden, terwijl hij een hand onder de door Janine zojuist aangevallen oksel hield en zijn arm stijf tegen zijn lichaam aan drukte. “Hé joh! Zo kan ik me toch helemaal niet lekker uitrekken?!” zei hij gemaakt geërgerd. “Zal het niet weer doen,” beloofde Janine plechtig. “Niet één keer.” “Nee, nee, dat ken ik. Niet één keer, maar wel twintig, haha.” Hij keek Janine lachend aan. “Zeg, wat dacht je trouwens van een refill?” Bertrand pakte zijn koffiekop van het bijzettafeltje en hield hem voor Janine. “Ja, lekker, doe maar,” zei ze met een stiekeme glimlach, omdat ze heel best doorhad wat Bertrand eigenlijk bedoelde te zeggen. Ze pakte haar koffiebeker en gaf hem aan een verbaasd kijkende Bertrand. “Nou…, omdat jij het bent, dan…,” antwoordde Bertrand. “Dank je.” Janine keek Bertrand lachend aan. “Tsjonge, tis maar stil hier vanavond, vind je ook niet?” zei Bertrand later die avond, terwijl hij zijn laptop even liet voor wat het was. Hij zat naast Janine op de bank en wilde even de stilte en zijn eigen gedachten verbreken door een gezellig babbeltje met zijn vrouw te maken. “Ja. Vast een voorproefje van wat ons te wachten staat als onze beide meiden het huis uit zijn,” zei Janine, en ze klopte Bertrand eens op zijn knie. “Nou, dat duurt nog wel effies, hè?” “Tijd gaat sneller dan je denkt, Bertrand. Voor je het weet is er zo één uit huis en ergens op kamers voor de studie.” “Tja, da`s waar,” antwoordde Bertrand, en hij keek daarbij serieus. Zó serieus, dat Janine een klein lachje niet kon onderdrukken. “Zeg, waar ìs Steffie eigenlijk?” “Steffie is met een aantal vrienden naar één of andere uitvoering voor CKV. Ze moesten nog twee keer iets cultureels bezoeken, geloof ik. En vanavond was er een voorstelling in het buurthuis die ook meetelde, dus… daar zijn ze heen. Ze blijft bij Alinne slapen vannacht en morgenavond. Zondag komt ze op tijd weer naar huis, zodat ze ook meekan naar ma.” “Ah, oké.” “Zal ik straks nog even bellen, denk je?” “Waarom?” “Nou…, gewoon, om te kijken of alles goed is?” “Janine, laat d`r nou maar. Die loopt ècht niet in zeven sloten tegelijk. En als er iets is… belt ze òns wel.” “Hm. Ja, je hebt gelijk,” verzuchtte Janine. “Bovendien is Koen er ook nog bij, en die rijdt vast wel met de meiden mee naar huis. In ieder geval rijdt hij een stuk met ze op.” “Haha, ik moet wel om jou lachen, hoor. Eerst mij een beetje uit zitten lachen als ik hier melancholiek zit te wezen, en nu zelf problemen hebben met het loslaten.” “Tsja…, zitten we in hetzelfde schuitje…,” lachte Janine magertjes, totdat haar opeens iets uit haar eigen jeugd in gedachten schoot, en ze Bertrand vroeg: “Hé, weet je nog… van vroeger…van ons?” Janine`s plotselinge trip down memory lane zorgde ervoor dat Bertrand vliegensvlug moest schakelen om het te kunnen blijven volgen. “Wat van vroeger, schat?” “Nou eeh…, jij fietste toch ook vaak mee naar huis als we met een groepje ergens heen geweest waren? En je kwam voor me op en leerde iedereen die me ook maar enigszins plaagde een lesje…, behàlve die Karel…, die heb je nooit aangepakt. En die was juist heel erg vervelend.” “Haha, tsja, geen wonder!!” zei Bertrand. “Ik zei dat ik gek op je was, niet dat ik geen zin meer in het leven had!” Bertrand lachte hartelijk, en begon nog harder te lachen toen hij het verontwaardigde gezicht van Janine zag. |
|||||
|