| |||||
Voorbij het genot Aan gene zijde van de eenzaamheid De vervulling voorbij Weg van de nabijheid Over de verschrikking heen Door het oog van de angst In het uur na de extase Los van de vrijheid Zonder een verband Wars van beloften De twijfel achtergelaten Niet verblind door rede Verder dan de passie Tijdloos Zonder lichaam of stem Daar waar je niets meer voelen kan Voorbij het belang van kennis Leven of dood of eindigheid daar gelaten Verdriet, pijn, afschuw en het zwarte git van uitzichtloze kwellingen steeds weerkerende trekkende gruwelijke klauwen verlaten Het verlangen om te behagen te zalven in warmhartige zachte strelingen weggeveegd Aan de laatste grens van de menselijkheid Waar gelukzaligheid en ellende mekaars ogen uitsteken en krankzinnige onrust de warme nabijheid aanvliegt En er niets nog overblijft Niets anders dan de tegenstelling en de vraag naar het Zijn |
|||||
|