| |||||
Soms schrijf ik een scène voordat ik er aan toe ben in het verhaal. Dat heeft wel eens tot gevolg gehad dat het verhaal afboog van wat ik oorspronkelijk van plan was, om die scène te kunnen gebruiken. Maar er zijn ook momenten dat een vooraf geschreven scène niet bruikbaar blijkt op het moment dat ik er in het verhaal aan toe ben. Hieronder een leuk voorbeeld van zo’n ‘deleted scene’, die ergens tijdens Kd·323 had moeten beginnen. De ontwikkeling op dat punt in het verhaal was echter zó, dat deze scène kwam te vervallen. Het volgende is dus nooit gebeurd:
Vanuit het duister kwam al gauw de vreemde ring weer in beeld, die opvallend nauwkeurig een vertekende reflectie van de drie waterlingen liet zien. „Hé, de stoel is weer opgevouwen!” Zonder te aarzelen zwom Lidhia vlak boven de rand van de ring, tot ze vond wat ze zocht. Ze hield haar snelheid in en drukte haar vinger in het ondiepe kuiltje. Kl-lik, klonk het zacht, waarbij een aantal naden in het metaal zichtbaar werden. „Oeh!” reageerde Tirashya, die niet goed wist of ze afstand moest houden van de traag bewegende panelen, of er juist met haar neusje bovenop moest gaan zwemmen. Ze deed geen van beide maar keek geboeid toe hoe het stoeltje zich ontvouwde. Lidhia schoof er al in en zei: „Kom nu eens achter me zwemmen? Ja, ze doen het nog!!!” Ook Silvaeo maakte van de gelegenheid gebruik om het fenomeen nog eens beter te bekijken. Hij stak de ring over en ging vlak voor de gleuf zwemmen waar de letters zichtbaar werden zodra Lidhia sprak. „Hè?” hoorde hij Tirashya reageren. „Doe dat nòg eens?” „Eigenlijk dóé ik niets,” antwoordde Lidhia. Meteen schenen de letters hen weer onverklaarbaar tegemoet. „Ja!” riep Tirashya. „Wat apart, zeg!” ze zwom weer op en vroeg: „En waar hoor je jezelf dan?” „Hier,” zei Lidhia, die ook opzwom en Tirashya aan de hand naar een punt boven het midden van de wijdse ring leidde. „Euhm… hier ongeveer was het, we moeten misschien even… Ja! Hier is het! Luister maar!” Tirashya bracht haar hoofd vlakbij dat van Lidhia en zei: „Ik ben heel be— Hee! Dat is apart!” Ze draaide zich terug om naar het stoeltje te kijken en direct daarop naar de gleuf waarin de letters verschenen waren. „Pappa?” „Ja, meisje?” vroeg Silvaeo, die bij gebrek aan gesproken tekst vanuit het stoeltje door Lidhia geen letter meer te zien kreeg. Tirashya zwom intussen naar de tegenoverliggende rand van de ring en vroeg nu: „Wilt u eens een verhaaltje vertellen?” „…Een verhááltje?” „Nou ja, even blijven praten? Het hoeft geen verhaaltje te zijn, hoor,” giechelde Tirashya. „Goed, ik wil wel even doorpraten, dat is geen enkele moeite.” „Goed zo! Doorgaan, alstublieft!” riep Tirashya, terwijl Lidhia de bewegingen van haar zusje geïnteresseerd volgde. Ze leek een bepaalde plek in de ruimte te zoeken. Silvaeo begon een onzinnig verhaal over een octopus en een schele zeelelie, waar Lidhia met geamuseerde verbazing naar luisterde en Tirashya zich met moeite voor afsloot, geconcentreerd als ze was op het feitelijke stemgeluid. „Ja, genoeg! Dank u wel!” riep ze opeens. „Je wilt niet horen hoe het afloopt?” grijnsde Silvaeo, maar Tirashya was te opgewonden: „Ik heb een idee! Volgens mij kan ik nog steeds helpen bij het zoeken!” „Ik wil het einde wèl graag horen!” vond Lidhia inmiddels. „Jou heb ik het vroeger weleens verteld,” antwoordde haar vader met een lachje. „Maar nu eerst wil ik Tirashya’s idee horen!” |
|||||
|