| |||||
Bertrand legde het boek op de voortafel neer, seinde de beide meisjes dat ze bij hem rond de tafel moesten komen zitten, en zei met een wijsvinger in het boek bij de opdracht: “Oké, ik denk dat ik eruit ben. Luister goed…” Hij schoof zijn vinger langs de antwoorden terwijl hij sprak. “Als antwoord A correct zou zijn, dan zou antwoord B "Antwoord A of B" ook correct zijn... Als antwoord B correct zou zijn, dan zou antwoord C "Antwoord B of C" ook correct zijn. Dit leidt dan tot de conclusie dat als antwoord A of antwoord B het correcte antwoord is, er ten minste twee correcte antwoorden zijn. Máár dat is in tegenspraak met de stelling: "Er is slechts één correct antwoord op deze vraag". Dus als alleen antwoord C correct zou zijn, is er geen tegenspraak. Het antwoord is dus…” Bertrand rekte zijn antwoord uit en zag de ogen van beide meisjes steeds groter worden. Er verscheen een brede glimlach op zijn gezicht, toen hij zei: “Antwoord C!” “Oh, te gèk meneer Vanderlinden!” riep Nina blij uit. “Wow, cool pap. Daar was ik nooit op gekomen!” waardeerde Karlijn deze slimme actie van haar vader. “Kwestie van logisch nadenken en uitsluiten, dames,” zei Bertrand. “Kunnen jullie het zelf reproduceren?” “Zullen we eens even gaan proberen,” zei Karlijn. “Nou, ik weet het begin nog…” Nina begon, gewapend met pen in de hand, in haar schrift te schrijven. “Oh ja,” zei Karlijn, die over de schouder van haar vriendin meekeek. “En toen zei hij…” “Dames… ik hoor het wel als jullie er niet uitkomen hè?” “Is goed, pap. Bedankt!” “Ja hoor, meneer Vanderlinden,” zei Nina. “Prima,” knipoogde Bertrand. “Dan laat ik jullie nu weer alleen.” Bertrand voegde de daad bij het woord, ging weer naar buiten, stak zijn pijp opnieuw aan, pakte het boek erbij waarin hij aan het lezen was en genoot van de zon die op zijn gezicht scheen. |
|||||
|