| |||||
Ik sta voor de gesloten hekken Op een plek waar eerst het paradijs stond. Nu is alles hier duister en waait de dood in het rond. Refrein: O Eden eens zo mooie tuin. Het groene gras is verdwenen en stof waait over de grond. O Eden Ik vraag mijzelf soms af: Zullen jouw hekken ooit nog open gaan? Zal het paradijs wat je ooit was ooit weer bestaan? O Eden eens zo mooie tuin. Als ik naar het donker achter de hekken kijk denk ik aan wat ik heb gedaan. Waarom at ik van de vrucht? Waarom moest het allemaal zo fout gaan? Refrein: O Eden eens zo mooie tuin. Het groene gras is verdwenen en stof waait over de grond. O Eden Ik vraag mijzelf soms af: Zullen jouw hekken ooit nog open gaan? Zal het paradijs wat je ooit was ooit weer bestaan? O Eden eens zo mooie tuin. Het woord hoop is nog niet vergaan. Want op de laatste dag zullen jouw hekken nog één keer open gaan. De Koning keert dan terug. Dood en donker worden dan geveld. Dan wordt jij Eden in al je eer hersteld. Refrein: O Eden mooie tuin. Schitterend paradijs. Het licht is terug gekomen. De hekken staan wijd open. En wie nog niet gestopt is met geloven en niet gestopt is met hopen. Mag nu binnen gaan. O Eden schitterend Paradijs. |
|||||
|