| |||||
Soms heb je van die mensen die binnen één minuut je goeie zonnige humeur in één klap- als met hun toverstafje- kunnen veranderen in een onweerswolk. Van die mensen die-als je het mij vraagt-ooit in hun kinderjaren iets te weinig aandacht hebben gekregen en daarmee door hun ouders zijn gevormd tot 'beroeps-krengen'. Van die mensen die daarmee menen die aandacht op latere leeftijd in te moeten halen door zich te bemoeien met hun medeburgers en aan verwante zaken waar ze zich helemaal niet mee zouden móeten bemoeien. Dat zou de wereld namelijk een stuk gezelliger maken. Vind ik. En vele met mij.Hoop ik. Beetje jammer dat de mensen in kwestie dat alleen niet begrijpen. Voorbeeld: Die middag was ik na een bezoekje aan het tuincentrum druk bezig geweest om mijn balkonnetje zomerklaar te maken. Ik had mijn grand foulard gezellig over mijn tuinbank(lees: oude bankstel)gedrapeerd en er leuke kussentjes op gelegd, M'n balkonbakken kleurig opgevuld,kekke metalen hartvormige windlichtjes aan m'n balkon gehangen.Kortom;ik was er klaar voor. Op zonnige vrije middagen kon ik úrenlang op mijn balkon vertoeven,terwijl ik genoot van de vrolijke vogelgeluiden en spelende kinderen op straat. Maar terwijl ik bezig was met de algehele aankleding van mijn 'tuintje' viel me ineens een scheur op in één van de balkonbakken. Ik besloot de bak voor de veiligheid van mijn buurtgenoten te verwijderen. Want ik moest er niet aan denken wat er zou gebeuren als één van de bakken ineens op een nietsvermoedende buurman terecht zou komen. De misčre die ik van zo'n eventueel incident zou hebben kon me gestolen worden. Maar toen ik de bak op de grond zette,toen was HET er. HET GÁT! En niet zo'n kleintje ook. Nee,ter grote van een bloembak. Eén groot gapend gat. En ik hou niet van gaten. Die vind ik ongezellig. En kaal. En nietszeggend ook. Dus die moest opgevuld,vond ik en wél meteen. En als van een engel ingefluisterd kreeg ik spontaan een -vond ik zélf- lumineus idee. In dat gat paste precies een wasrekje. Het wasrekje wat ik al minstens zes jaar ongebruikt in de kast had liggen,omdat een droger vele male handiger is vond ik toen. Maar dat was zes jaar geleden. Maar nu dacht ik ánders .Ineens. Hoe fijn was het om mijn fris gewassen wasgoed te zien wapperen aan een rekje en hoe lekker kon dat ruiken! Ik haastte mij naar de kast en was verbaast hoe mooi het rekje het gat opvulde.Vol trots bekeek ik hoe mijn gekleurde wasknijpers prachtig kleurde bij de roze geraniums. Ik was gelukkig. Blij én gelukkig. Maar dat duurde niet lang. Inmiddels was het buiten afgekoeld en ik besloot te gaan eten. Binnen dan. En terwijl ik met m'n bord op schoot op de bank plof,gaat de bel. Ik hoor mezelf zuchten en denk : "Ja ,dág,zal wel collecte zijn,láát maar,als het belangrijk is bellen ze nog wel een keer. En ik zit nét te eten.Ook dat. Maar het is belangrijk,want de bel gaat opnieuw,nu iets langer. Ik loop naar de gang en door de intercom roep ik; "Ja ,wie is daar?" "Ja , de buurvrouw",hoor ik ergens ver weg. De buurvrouw?,denk ik hardop,die kan toch gewoon in de portiek bellen? En alsof ze helderziend is en m'n gedachten raad,hoor ik: "Ja ,van de andere flat,kunt u even naar beneden komen? " Met gefronste wenkbrauwen loop ik de trap af naar beneden en daar staat ze. Een jaar of zestig ,schat ik,met veel te strakke permanent ,een luipaardlegging en een hond. Ik ken haar van gezicht. Zulke gezichten vergeet je namelijk nooit meer na één keer. Ze doen je denken aan horrorfilms en enge sprookjes van vroeger. "Ja sorry,wijst ze naar haar poedel,-die me aankijkt met een blik van een bulterriër- dat ik 'm bij me heb,maar ik liep nou toch langs..." Ze werpt een blik naar boven. "Die wás, snauwt ze dan ,dat mág niet! " "Níet?"doe ik onnozel. Nee ,níet snauwt ze nog harder. Ik kijk teleurgesteld van haar naar mijn balkonnetje. 'Da's jammer,ik dacht fijn weertje,kan het lekker dro.... "'Nee,mag niet,valt ze me in de rede,alléén áchter..dat mág wel. Ze legt uit dat ze de coördinator is van het wel en wee van de straat,ik zou het zelf dictator noemen,van de woningbouwvereniging en dat we ons allemaal moeten houden aan het reglement. "Áchter-balkon mag wel", herhaalt alsof ze daarmee iets wil compenseren. Maar achter komt geen zón! En er staat geen gezellig bankje. En ik mis daar geraniums. Dus wat heb ik aan áchter? Ik beloof haar het rekje direct weg te halen en loop boos naar boven. Terwijl ik het rekje van m'n balkon verwijder zie ik ze op het grasveld wat tegenover mij ligt, haar bulterriër tot een plas-pauze dwingen. Het méns houd ondertussen in de smiezen of ik wel werkelijk de daad bij het woord voeg met mijn buitensporig gedrag als overtredende burger. Het liefst zou ik haar tussen m'n wasgoed in m'n wasmachine proppen met haar luipaardlegging en haar een paar draaien mee laten draaien. Met liefde. Eén rekje met heerlijk wapperend wasgoed,stel je voor! Foei-lelijke schotels aan je balkon alsof er een UFO jouw balkon als landingsplaats heeft uitgekozen.. Keihard Marianne Weber op een zondagmiddag als je net lekker wil lezen,dat mág wel. Dáár hoor je ze niet over. Nee,zo'n wasrekje dán... |
|||||
|