| |||||
Moeizaam haalde de 83-jarige adem… Haar ogen waren half gesloten… Eens geboren als een kwetsbaar meisje! Nooit verwacht zo oud te worden… Ik keek naar haar, Probeerde haar gezicht af te lezen… Had zij pijn? Wilde zij iets zeggen? Wat voelde zij? Wat dacht zij? Haar levensreis was ten einde. De strijd was zwaar… Of vulde ik dat in? De laatste weken… Eerst waren er nog verhalen. Over vroeger hoe fijn dat was… Over moeilijke dingen zweeg zij als het kon… Zij leed liever zelf pijn. Was dankbaar dat haar zus, Dit lijden bespaard bleef… Ik keek weer naar haar, Probeerde haar gezicht af te lezen… Had zij pijn? Wilde zij iets zeggen? Wat voelde zij? Wat dacht zij toch? Soms dan opende zij een kiertje van haar hart. Bijvoorbeeld toen zij het laatste oliesel kreeg… Dankbaar voor de mooie dienst, Verlangen uitsprekend om naar God te gaan, En haar geliefden weer te mogen ontmoeten… Later, lusteloos geworden door de pijn. Moe van het niets kunnen doen… Sprak zij weinig meer… Alleen met haar pijn, Knikte zij bevestigend als ik haar vroeg: U bent het zat geworden hè!? Ik keek toen naar haar, Probeerde haar gezicht af te lezen… Had zij pijn? Wilde zij nog iets zeggen? Wat voelde zij? Wat dacht zij toch? Ik ervaarde eenzaamheid in haar strijd. Deze weg kon zij alleen zelf gaan… Het valt mij zwaar te erkennen, Hoe machteloos ik ben, Dat ik er alleen maar voor haar kon zijn… Zwijgend zat ik bij haar, Af en toe streelde ik haar gezicht of hand. Maar vond zij dit wel prettig? Bidden…, dat was wat ik kon doen voor haar! Jezus is toch ook haar verlosser en bemiddelaar!? Ik keek dan naar haar, Probeerde haar gezicht af te lezen… Had zij pijn? Wilde zij iets zeggen? Wat voelde zij? Wat dacht zij? Ik ging bidden: HEERE wees bij haar in deze laatste reis, Geef dat zij gedachten van vrede heeft… Uw liefdevolle Vaderarmen om haar heen ervaart. Dat zij heerlijk thuis zal komen! Bij U is alles mogelijk: Schenk rust en vrede, tot Uw eer en heerlijkheid. En tot uitbreiding van Uw Koninkrijk! Ik heb naar haar gekeken, Kon haar gezicht niet aflezen… Wist echter wel: op God kan ik vertrouwen! Zij zal gedachten en gevoelens van rust en vrede hebben… Dank U HEERE Heere, Zij was toch niet alleen! |
|||||
|