| |||||
Lopend door de duisternis Constant denkend over wat ik in dit leven mis Het duister sluit zich langzaam om mij heen Als iemand mij hoort help me laat me niet alleen. Verder loop ik alles op de tast. En dan opeens word ik verrast. Er loopt iemand naast me in het zwart gehuld. Hij zegt: Ik ben het gene dat je in je leven zoekt Volg mij ik neem weg al je angst en schuld. Ik ben je ware weg en maak je gelukkig Zolang je maar doet wat ik zeg. En het is waar de eerste tijd gaat het goed. Ik doe precies zoals het van die persoon moet. Maar na een tijd wijk ik een keer af van wat hij zegt En wijs hij me meteen terecht. Een pijn binnen zo gemeen. Een gevoel van angst een schreeuw: Laat me niet alleen. De persoon in het zwart lacht geniepig naar mij. Ik ben de meester van de leugen en maak jou helemaal niet vrij. Ik sta op en ren weg. De zwarte persoon blijft mij maar volgen. Steeds weer word ik diep van binnen door duister verzwolgen. Zelfs in het Huis van God blijft hij vlak achter mij staan. Hij sist: Je waagt het niet het aanroepen van Zijn Naam. Ik schreeuw: God ik ben zondig en fout maar zie om naar mij. U bent de ware weg en maakt waarlijk vrij. Een stem klinkt: Mijn zoon je bent terug terwijl je dood was. Een helder licht, een helder blauwe lucht en groen gras, Een beeld dat aan mij voorbij gaat. Dan een man in een wit gewaad. Hij steekt zijn hand uit en zegt: Ik ben degene die voor jou heeft geleden. Jij mag nu komen je hebt hard genoeg gestreden. Nog een keer wil het duister mij insluiten. Maar Jezus liefde houd het kwaad buiten. Ik pak zijn hand en ga naast Hem staan. Loop met Hem weg en mag aan Zijn hand naar de Hemel gaan. |
|||||
|