| |||||
De witte wereld. Vanuit het autoraampje kijk ik de wijde witte wereld in .Ik snuif de frisse koude winterlucht in. De lucht is strak, prachtig blauw. Het landschap is spierwit. Wit als sneeuw , rein en puur. Wat een sprookje. Parallel aan het landschap, loopt de snelweg waarop wij rijden . Ontelbaar milieu vervuilende auto’s, bedenk ik me treurig. Zwarte autogassen naast het maagdelijke wit. Zondaren achter het stuur. Alsof ik even een “SORRY !”de hemel in wil gooien kijk ik de hemelblauwe lucht in. Een roofvogel zweeft met me mee zonder zijn vleugels te laten wapperen. Het ziet eruit alsof hij zich het ongans ‘bidt” en geen stap verder komt. Ik kijk naar onze snelweg van zonde, de witte wereld van God en de biddende vogel. De vogel ziet er krachtig uit met zijn sterke vleugels . Zou het gebed zo krachtig kunnen zijn om de doorbraak van de ene wereld naar de andere wereld te kunnen maken? Soms zo dichtbij. Één adem bij je vandaan. En soms zo ver weg . Die onbereikbare, rustige vredige witte wereld van God. Wat is het geheim? Alsof hij het me vertellen kan zie ik op naar de vogel die dichter bij de hemel is dan ik. Dan ineens valt hij naar beneden en vliegt daarna razendsnel weg. Ineens is de hemel weer leeg. Zijn gebed is verhoord, zijn buikje gevuld. Natuurlijk dat is het! . Vallen moest de vogel . Knielend en ‘down to earth’ gefocused op zijn prijs. Knielend aan het kruis, een simpel gebed, ‘down to earth’ en de witte wereld van God is binnen ons bereik. |
|||||
|