| |||||
Het was weer eens oorlog in Tims gedachten. De veldslag rond zijn nachtmerrie over Manoucheca was gestreden: hij had alles weer op een intens verdrietige, maar vooral waarheidsgetrouwe rij weten te krijgen. De strijd die op dit moment in zijn ziel woedde, betrof een ander meisje. Zo vaak het hem overkwam, was het in de stilte van de nacht, wanneer de wereld in haar eigen schaduw sliep en hij het enige levende wezen leek te zijn dat eenzaam tegen zichzelf te vechten had. Het was óók nacht geweest toen hij het per ongeluk ontdekt had als pré-tiener: dat fijne, warme gevoel, veroorzaakt door een trage, steeds herhaalde beweging van zijn heupen. In het geheim had hij het onderzocht en erin geoefend, meestal ’s nachts; soms onder de douche. Het was hem al snel duidelijk dat intieme gedachten aan meisjes het fenomeen enorm stimuleerden. En die gedachten had hij genoeg… Hij durfde er met niemand over te praten, juist vanwege die intimiteit en die gedachten. Het was zo vreemd, en hij begreep zichzelf niet goed. Wat hij wèl begreep was dat het een fijn gevoel was — een gevoel waartegen het ongemakkelijke fysieke resultaat dat het gaf niet opwoog. Tijdens een clubavond voor de jeugd van de kerk was het onderwerp ‘seksualiteit’ door de jeugdleiding ter sprake gebracht. Ook de term ‘masturbatie’ was die avond voorbijgekomen, al had hij op dat moment geen idee wat dat woord inhield — totdat iemand het ‘zelfbevrediging’ noemde. Dáár kon hij zich namelijk wel iets bij voorstellen… Sinds die clubavond had hij oorlog met zichzelf. Want wat nog steeds fijn voelde, voelde nu óók deels slècht. ‘Deels’, omdat hij al snel gemerkt had dat de meningen over dit onderwerp sterk verschilden — zelfs, en misschien juist — onder zijn medegelovigen. Hij schommelde tussen verschillende meningen en wist het niet. Op een gegeven moment was hij vastbesloten geweest ‘het’ niet meer te doen. Zijn geest was daarin gewillig genoeg, maar ja…, zijn vlees zat hem steeds opnieuw dwars. Even had hij het volgehouden. Maar zijn lichaam bleek ook op zichzelf te werken: tijdens die periode had hij ontdekt dat natte dromen qua beelden de neiging hadden om veel verder te gaan dan wat hij bewust fantaseerde, en dat de resulterende effecten evenredig minder ‘controleerbaar’ en dus nog veel ongemakkelijker waren… Hij had liever zelf die controle. En nu… De beelden en andere ervaringen die hij de afgelopen dag van en met Amber opgedaan had bleken bijzonder hardnekkig. Zijn lichaamsreactie deelde in die continuïteit, hoe oprecht het respect ook was dat hij voor haar had. Terwijl hij op zolder in die hangmat had gelegen, worstelend met diezelfde reactie op zijn gedachten, zijn ogen gesloten tegen het felle licht, had hij ineens een beweging gevoeld. Het was Amber geweest, die zich zonder een woord te zeggen naast hem in de hangmat liet glijden en snikkend tegen hem aan kroop. Hij was onder de indruk van haar blijkbare verdriet om Manoucheca en vroeg zich af wat hij met deze onverwachte ontwikkeling aan moest. ‘Nieuwe herinneringen maken,’ had ze het genoemd… Welnu, dàt was best gelukt… Hij wist niets beters dan zijn arm om haar middel te schuiven. Dat lag ook gemakkelijker. Warm en zacht had ze aangevoeld, en al waren ze allebei netjes gekleed, hij was zich mede vanwege zijn eerdere ervaringen die dag overweldigend bewust van haar lichaampje, terwijl zij duidelijk eenvoudige troost zocht — heel puur, als een jonger zusje bij haar grote broer. Alles bij elkaar genomen stonden ook zijn tranen dicht onder de rand. Haar verdriet had aanstekelijk gewerkt, en al gauw lagen ze sámen te snikken. De vrijkomende emotie bleek een goede remedie te bieden tegen die andere hormonen, en hij was verbaasd geweest dat hun plotselinge intimiteit zo zuiver kon zijn. Kinderlijk onschuldig, met die woorden had hij het in gedachten bewonderend omschreven. Zou zij iets voor mij voelen? — een gedachte die hoopvol maar tegelijkertijd ook ingewikkeld voor hem was. Zijn knuisten verbeten samengebald lag hij nu in zijn bed, omgeven door de nachtschaduw, die vanwege de afwezige concurrentie met beelden van buitenaf steeds opnieuw een versterkte weergave leek te bieden van Tims herinneringen — en alles wat zijn voorstellingsvermogen nog meer te bieden had. Verdriet als wapen komt niet op commando, besefte hij. Hij wilde de lieflijke herinnering aan zijn fijne momenten met Amber, die avond, niet onteren door toe te geven aan wat zijn lichaam leek af te dwingen. Hij wenste wel dat hij die ontdekking van dat ‘fijne gevoel’ nóóit had gedaan — en dat hij zijn seksualiteit kon uitschakelen, zoals een computer of een televisie… Maar al te goed wist hij, dat hij voorlopig niet in slaap zou komen tenzij hij aan die aandrang zou toegeven om die spanning te ontladen. Maar dan zou hij zich weer schuldig voelen… Moest hij het accepteren of bestrijden? Of was er een andere mogelijkheid? Hij wist het niet. Vermoeid vroeg hij zich af of hij er óóit vanaf zou kunnen komen — en hoe. Hij zuchtte verslagen; bedacht dat hij misschien wel gewoon te weinig respect had en verachtte zichzelf. Het spijt me, Amber… |
|||||
|