| |||||
Karel haalt opgelucht adem, als hij merkt dat het fluiten niet voor Cnoot bedoeld is, maar voor een andere hond, die ineens ergens uit de bosjes komt zetten. Het beest springt tegen zijn baas omhoog en probeert hem in het gezicht te likken. Zijn baas, een lange magere vent met haar tot op zijn schouders, probeert hem tot de orde te roepen. Karel kan het dier nu beter bekijken. Het beest is minstens twee keer zo groot als Cnoot. Zijn vacht ziet er onverzorgd uit. Opnieuw springt de hond wild bij zijn baas omhoog.De lange kerel begint tekeer te gaan tegen de hond. De hond geeft niet op. Maar op dat moment haalt zijn baas uit met een stok en geeft de hond een harde klap op zijn kop. Woest begint de hond te blaffen en zijn baas even hard te vloeken en te tieren. De hond heeft blijkbaar zin in iets dat in een tas zit en de eigenaar nu boven zijn hoofd houdt, opdat de hond er maar niet bij kan komen. De hond ziet het waarschijnlijk echter als een uitdaging om het toch te bemachtigen. Een verschrikkelijk geblaf is het gevolg. Karel kan het niet aanzien. Dan krijgt het woeste beest Cnoot en Karel in de gaten. Hij stuift weg in de richting van Cnoot. |
|||||
|