248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Mo'men
Hoofdpijn
Door: snow
Commentaar van de schrijver:
Een parabel...
Categorie: Fantasy
Geschatte leestijd: ca. 5 minuten

1.
Hoofdpijn. Yona voelt naar zijn kleine hoofd. Hij strijkt met zijn vingers door zijn lange sliertige haar. Hij voelt bloed, maar kan niet ontdekken waar het vandaan komt. Langzaam probeert hij te gaan zitten, maar zakt weer terug op de koude keukenvloer. Hij hoort in de verte gillen en geschreeuw. Het gillen houdt op, maar het geschreeuw wordt alleen maar luider. Wat is er gebeurt? Waarom ligt hij hier te luisteren naar iets wat hij niet wil horen? Weer probeert Yona te gaan zitten. Nu lukt het beter, maar de wereld draait om hem heen en hij ziet alleen geflikker van vlammen en verder de zware donkerte om hem heen. Weer grijpt hij naar zijn hoofd. Nu voelt hij de stekende wond zitten. Achter zijn rechteroor zit een diepe snede. Wanneer hij de snede aanraakt vergaat hij bijna van de pijn en zakt weer op de grond neer. Zo blijft hij lang liggen zonder dat hij veel hoort dan alleen ver weg, het schreeuwen en de paarden die vergalopperen. Hij moet opstaan, want zijn moeder komt niet. Hij moet haar zoeken. Hij moet… Met veel moeite probeert hij weer te gaan staan, maar het lukt hem niet. Hij moet… Hijgend steunt hij op de rand van de emmer om zich op de drukken van de vloer. Even wacht hij om zijn ogen de tijd te geven om tot rust te komen en de stormram binnenin zijn hoofd op te laten houden. Dan gaat hij staan en loopt voorzichtig naar de deur, zich voortdurend vasthoudend aan alles wat hij maar kan pakken. Wanneer hij bij de deurpost is, zakt hij weer in elkaar, maar hij is buiten! Hier kan hij eindelijk vrij ademen. Hij wil zijn longen volzuigen met de koele lucht die hem tegemoet stroomt, maar proeft op hetzelfde moment een zure lucht die vanuit de diepten der hel schijnen te komen. Hij hoest, maar voelt dat een pijnscheut hem direct herinnert aan zijn wond, die nog altijd bloed. “Wat is er hier aan de hand,” vraagt Yona zichzelf af, “Waar komt dat vandaan?” Schichtig kijkt hij om hem heen in het schemerdonker de straat in. Maar ziet niets dan bezittingen die op straat liggen en daartussen lichamen. Hij kan de stank niet meer verdragen en zakt weer in een diepe pijnlijke slaap. Hij vecht ertegen, maar zijn bewustzijn vloeit uit hem samen met het bloed, wat zich als een rood spoor over de keukenvloer heeft verspreidt.

Wanneer Yona weer wakker wordt is het nog steeds donker. Of is het alweer donker? Yona weet het niet meer. Voorzichtig voelt hij achter zijn oor. Direct schiet de pijn weer van de wond naar de rest van zijn lichaam. Toch voelt het wat beter dan vannacht. Langzaam gaat hij staan. Het verbaast de kleine jongen hoe goed het gaat, na hoe hij zich vannacht voelde. Nog steeds kan hij niet ver de straat inkijken, maar de stank is weggetrokken en hij kan weer helder denken. Wat hij ziet in de straat geeft bijna hetzelfde beeld als vannacht. Nog steeds liggen overal meubels en kleden, met daartussen lichamen van mensen, sommigen die hun zwaard nog beet hebben. Dan komt het allemaal terug bij Yona. Hoe zijn moeder en broer en hij de hele dag in angst afwachten naar wat zou komen. Zijn vader was weg, maar hij wist niet meer waarheen. Die avond waren ze gekomen. De mannen, die zijn moeder en broer wegduwden en hoe hij schopte en probeerde te ontkomen aan die sterke handen van die grote mannen. Ze hadden grote bijlen en speren. Bekleed met leren harnassen en grote schoenen van staal en bont. Ze hadden lang blond haar en sommigen hadden een baard, in vlechtjes gebonden. Maar wat het meest opviel aan de mannen waren de ogen. De grootste ogen die hij ooit had gezien. En die ogen schenen maar een ding te willen zien. Bloed.
“Neem de kleine mee!” schreeuwde de grootste van allemaal, “de anderen kunnen we niet meer gebruiken!” Maar hij had zijn huid duur verkocht! Zo hard hij kon schreeuwde hij naar de mannen en schopte en sloeg toen een grote hand hem oppakte. Vloekend sprong de grote man op hem af en gaf hem een klap. Daarna weet hij het niet meer.

Hij moet ze zoeken. Hij moet zijn moeder en zijn broer vinden. Zo snel hij kan loopt hij terug het huis in. In huis is het een grote ravage. Overal liggen meubels, omgevallen kookgerei en borden, korven en manden met eten en gereedschappen. Voorzichtig stapt hij over de meubels heen. Daar, daar steken een paar voeten uit vanachter een stapel omgevallen manden. Voorzichtig loopt hij erheen. Voorover ligt zijn broer in een plas bloed, zijn rug opengehaald met een bijl. Snel keert Yona zijn gezicht af. Nee! Zijn dappere broer, dood? Nog eens kijkt hij en dan ziet hij hoe zijn broer een dolk vastheeft. Strijdend is hij ten onder gegaan. Voorzichtig en met tranen in zijn ogen pakt Yona de dolk uit de stijve hand van zijn broer. Het is een simpel en stevig wapen. Tenminste iets om je mee te verdedigen, denkt Yona. Langzaam zakt hij op zijn knieën en huilt zachtjes bij zijn gevallen broer. Pas na een tijdje hoort hij buiten het geluid van paardenhoeven. De schrik slaat hem weer om het hart. Zo snel hij kan duikt hij achter een omgevallen tafel en met een bonzend hart en de dolk stevig in zijn hand geklemd wacht hij op wat er gaat komen. Rijd door, bid hij, rijd toch door! Maar nee, de paarden staan stil bij zijn huis. Hij hoort hoe een man op de grond springt. Meerdere mannen volgen zijn voorbeeld. Donk! De zware laars komt hard op de drempel van het simpele huisje terecht. Yona verstijfd van angst. Ze zijn terug, denkt hij terwijl zijn ogen heen en weer flitsen om een uitweg te vinden. Dan spreekt de man op de drempel. “Yona! Kom tevoorschijn!” Hoe weet de man zijn naam? Wie is dat? Is het zijn vader, die teruggekomen is? Nee, zijn vader heeft niet zo’n zware stem. Maar wie dan, die zijn naam kent? Moet hij tevoorschijn komen, zoals de man zei of moet hij blijven zitten? De vragen schieten in een kort moment door zijn hoofd. Dan doet de man een aantal stappen het huisje in en zucht. Yona hoort een andere stem, ditmaal van een vrouw. “Zou hij zich vergist hebben?”
“Nee, Yona is hier en hij leeft” zegt de man. “Kom tevoorschijn Yona!”
Bevend hoort Yona hoe de man regelrecht op zijn schuilplaats afkomt. Hij kijkt omhoog en ziet een man staan, groot als een boom en met een oud gezicht. Hij is gekleed in een pantser van been en aan zijn zij hangt een groot zwaard. De man kijkt Yona aan, maar doet niets. Hij kijkt alleen maar. En Yona, die trilt van angst, kijkt terug. Hij is als door angst verlamt. “Kom,” zegt de man. Zijn stem is niet kwaad of agressief, maar er spreekt ook geen medelijden of liefde uit. Toch spreekt hij door dat ene kleine woord met gezag. Langzaam, zonder zijn blik van de man af te houden staat Yona op. Het is of hij niet anders kan. Of de Heer van Areinië zelf tot hem spreekt. Wie is die man, vraagt Yona zich af, terwijl de man zich omdraait en weer naar de deur loopt. “Mijn moeder,” stamelt hij dan tegen de man, “ik moet haar nog vinden.”
“Nee, het heeft geen zin. Ze is niet meer hier. De Nordlijn hebben haar gedood.”
“De Nordlijn… hebben…” stamelt Yona. “Ik begrijp het niet meer.”
“Neem hem mee,” zegt de man tegen de vrouw.
Gepost op 15-12-2004 om 17:43 uur
706 keer gelezen

Alle verhalen in deze serie (Mo'men)
Alle verhalen van deze schrijver (snow)



Door: Auke-Willem (AW)
Hmmm, mijn interesse is gewekt!
Gepost op 15-12-2004 Om 19:19

Door: EsQuizzy
In het begin schrijf je 'Langzaam ging zij zitten...' — dat zou ik even een mannelijke vorm maken...
Verder sluit ik me even aan bij Hawkeye, ik zal dit verhaal later uitgebreid lezen!
Gepost op 16-12-2004 Om 13:10

Door: kiezel
Het is inderdaad gelijk spannend (en bloederig ).
Als ik jou was zou ik wel de tekst eens door iemand met gevoel ervoor laten doorlezen en corrigeren op fouten (met name werkwoordsvormen), maar het verhaal belooft spannend te worden / blijven!
Gepost op 16-12-2004 Om 13:17

Door: DFreeze
Snow, interessante eerste post! Welkom op bloCnoot. Hopelijk lezen we nog veel van je! Dit belooft in ieder geval veel goeds
Gepost op 17-12-2004 Om 00:19

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.