248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Keiharde dromen
186 Ergens
Door: EsQuizzy
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 3 minuten

„Lidhia, zei je nou: hij is hier niet!?” vroeg Silvaeo luidkeels, in de hoop dat zijn dochter hem daar beneden wèl zou kunnen volgen. Direct na zijn vraag verdwenen ook Lidhia’s flippers door het nauwe gat, om vijf tellen later vervangen te worden door haar hoofd.
„Hij is daar niet,” bevestigde de prinses met een vreemde uitdrukking op haar gezicht. „Maar er is daar een opening — een grotere dan deze. Ik vermoed dat het puin door die opening is gaan schuiven en dat magister Toenak met het puin door dat gat is gegleden! Dat hebben we dan gehoord. Hij is in ieder geval niet in deze kuil onder het spul bedolven want ik kan de bodem makkelijk bereiken met mijn handen. Maar hoe het met hem is in die àndere ruimte… dàt weet ik nog niet.”
„Wel alle…,” begon de generaal.
„Mag ik daarheen? Ik kan er makkelijk doorheen en de opening ziet er stevig genoeg uit,” argumenteerde Lidhia met een ernstige uitdrukking op haar gezicht.
Silvaeo keek haar aan en zweeg even. Het viel hem zwaar om zo vlak na elkaar tweemaal dezelfde moeilijke beslissing te moeten nemen. Maar ze wisten nog niet hoe de magister er aan toe was — en het viel hem op dat zijn dochtertje ineens niet meer zo jong leek in zijn ogen. Dus zei hij: „Je mag, maar op één voorwaarde: één blik — en dan direct weer rapporteren!”
Lidhia knikte hem toe dat ze het begrepen had en verdween weer onder de precair hangende rotsblokken.
„Kleine meisjes worden groot,” verzuchtte de koning.
„Héél groot, Sire,” knikte de medica hem toe.

Intussen liet Lidhia zich voorzichtig door de juist ontdekte opening glijden. Een onregelmatige buis daalde hier onder een hoek van zo’n vijfenveertig graden, wat een kalme afdaling voor de verbonden prinses vergemakkelijkte. Veel langer dan vier meter was de ruwe pijp ook niet — toen liet ze de doorgang achter zich.
„Oooh…,” liet ze zich ontvallen, en aan de echo’s van haar stemgeluid kon zelfs zij in dit geval bepalen dat de magister zich ergens recht beneden haar moest bevinden.
Ergens.
Want haar lichtstraling was niet sterk genoeg om wat dan ook in die richting te kunnen onderscheiden. Vlak boven haar strekte een vreemd gevormd plafond zich uit in alle richtingen — maar ook daarvan werd rondom haar de uiterste grens gevormd door het bereik van haar luminescentiestraling. Lidhia was echter met haar aandacht bij de bodem die zich in het donker verscholen hield.
Ze maakte een klikgeluid, en besefte pas toen ten volle dat ze in een ruimte terechtgekomen was, die groter was dan de balzaal van het paleis.
„Een enorme grot,” fluisterde ze geïmponeerd, waarop ze riep: „Magister!?”
De onderwaterecho’s schreeuwden het laatste deel van dat woord onregelmatig door elkaar heen terug, wat haar in het diep duistere water een onaangenaam gevoel gaf. Maar er kwam geen antwoord met het vertrouwde stemgeluid dat ze hoopte te zullen horen. Het liefst zou ze deze grot snel achter zich laten, maar haar bezorgdheid om de magister won het. Ze slikte eens en liet zich met gespreide armen en benen recht naar beneden zinken, vertrouwend op haar evenwichtsorganen.
Haar luminescentie verloor al gauw zijn grip op het plafond, waardoor Lidhia volledig in het duister zweefde en slechts door de waterstroming rond haar lichaam en de stijgende druk kon waarnemen dat ze daadwerkelijk op weg was naar de bodem — als die er was, wat ze zich al gauw begon af te vragen…

„Prins Rehinor en heer Murox komen er weer aan,” attendeerde luitenant Lartiyon de anderen op de naderende waterlingen. Silvaeo keek slechts even op, om zich na een korte, goedkeurende blik op de felgekleurde schijnsels in de verte weer op het zwarte gat beneden hem te richten.
„Mooi zo,” zei hij. „Dan kunnen we zo direct die stenen aan de kant werken.”
„Eh, Sire?” begon de generaal, die de naderende waterlingen scherp in het oog hield.
„Hmmm?” reageerde de koning.
„Het lijkt er niet op dat ze de gereedschappen bij zich hebben.”
Nu keek Silvaeo weer op, een ontstemde blik in zijn ogen. „Nee, toch?”
Zwijgend wachtten ze tot Rehinor en Murox binnen gehoorsafstand kwamen.
„Waarom hebben jullie de vezels en de takels niet bij jullie?” vroeg Silvaeo kortaf.
„Vader,” hijgde Rehinor. „De schacht is afgesloten!”
„…Hoe bedoel je: afgesloten?”
„Die cilinder is gedraaid,” legde Rehinor uit. „De gang eindigt net voor de paleisschacht tegen een massieve wand. We hebben van alles geprobeerd, maar we krijgen er geen beweging in. We zitten hier opgesloten.” De kroonprins keek zijn vader met een veelzeggende blik aan en herhaalde zijn eerdere woorden: „In de val.”

Gepost op 01-10-2009 om 19:32 uur
229 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Keiharde dromen)
Alle verhalen van deze schrijver (EsQuizzy)



Door: Tines
Oei! Spannend, zeg! Schrijft wel leuk zeker? Ik ben erg benieuwd naar het vervolg! Ik kan nu even niets bedenken, maar ik kom misschien later nog met een theorie hierover!
Gepost op 01-10-2009 Om 20:31

Door: kiezel
Spannend inderdaad! Een leuke post (hoewel het voor de hoofdpersonen minder leuk is natuurlijk...).

De term de verbonden prinses kwam een beetje raar op mij over bij de eerste lezing. Alsof ze verkeerd verbonden was zeg maar.
Gepost op 02-10-2009 Om 11:10

Ja, dat probleem had ik ook even, maar als je het verhaal achter elkaar door leest, lijkt mij dat wel mee te vallen.

=)

Gepost op 02-10-2009 Om 11:32

Door: inem
Spannend....
Gepost op 03-10-2009 Om 21:53

Door:
Ik ga nou tech echt even op het puntje van mijn stoel zitten.:;)
Gepost op 16-08-2010 Om 10:28

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.