| |||||
“Wanneer was dit?”Lilly zit op de bank in een fotoalbum te kijken. Voor haar ligt een foto van toen ze nog een baby was. “Je was toen een maand bij ons, je was toen dus vier maanden oud.” Haar moeder zit naast haar en kijkt mee in het fotoalbum. Voorzichtig slaat Lilly een pagina om. Ze is heel zuinig op deze foto’s. Dit zijn ongeveer de eerste foto’s die er van haar gemaakt zijn. “Kijk hier was je een half jaar. Toen was je eindelijk even groot als een normale baby. Je kwam heel erg ondervoed hier aan.” “Wie waren eigenlijk mijn echte ouders?” Lilly heeft aandachtig zitten luisteren en durft nu pas een vraag te stellen. “Dat weten wij ook niet. Maar ik heb boven wel een doos met spullen staan waarin misschien ook wel spullen van je ouders zitten. Je biologische ouders bedoel ik dan.” “Mag ik gaan kijken?” Lilly is erg enthousiast en staat al bij de deur. Moeder lacht om haar enthousiasme. “Ga maar gauw” zegt ze. Het doet haar geen pijn dat Lilly hier naar vraagt. Eigenlijk had ze de vraag allang verwacht. Boven op zolder kruipt Lilly op haar knieën tussen de troep door. Al gauw heeft ze gevonden wat ze zocht. Een grote schoenendoos met haar naam erop. Wat zou er allemaal inzitten? Nieuwsgierig neemt ze de doos mee naar beneden. Als ze op de bank zit opent ze de doos. Het eerste wat ze tegenaan kijkt is een foto. Voorzichtig pakt ze de foto uit de doos. “Wie zijn dit mamma?” “Dat weet ik eigenlijk ook niet. Misschien staat er op de achterkant wie het zijn.” Lilly draait de foto om… Dit is het begin van een lang verhaal. Ik zou eerst even gauw vertellen wat er daarna is gebeurd. Op de achterkant stond inderdaad wie de mensen op de foto waren. Het waren haar ouders. Nadat Lilly de doos en de foto had gezien is ze gaan nadenken. De grootste vragen waren: Waarom hebben mijn ouders mij afgestaan? En hoe zal het nu met ze gaan? Maar het einde van het verhaal is dat Lilly op zoek gaat naar haar ouders. Na een lange zoektocht belandt ze in een klein plaatsje in China. Daar vind ze haar oma. Eerst ontkende de vrouw dat ze haar oma was. Maar na lang praten gaf ze uiteindelijk toe. Het gesprek wat er toen kwam ging zo: “Maar weet u dan waar mijn moeder woont?” Lilly staat met haar moeder en een tolk in een klein huisje. Nadat de tolk de tekst voor haar oma had vertaald blijft het een poosje stil. Binnen in Lilly stormt het. Zou ze het zeggen of niet? En wat als ze het niet zegt. Wat moet ze dan? Maar na een poosje knikt haar oma. “Geeft u mij het adres?” |
|||||
|