| |||||
Scène 1 Saul belt aan bij een deur. B.B doet open. Saul: B.B U had mij gebeld. Wat is er te doen. B.B.: Ik heb een belangrijke klus voor je. Maar eerst binnenkomen niet iedereen hoeft het te horen. Saul en B.B. lopen naar binnen. (Denk om de belichting van 2 kanten) B.B.: Het is de bedoeling dat je samen met nog een paar mensen een bord langs de A4 laat plaatsen. Daarop moet staan: Er is waarschijnlijk geen God durf zel te denken en geniet van dit leven. Het moet duidelijk leesbaar zijn. Saul: Eindelijk weer iets te doen. Hoe moet het met het geld? B.B.: Schiet eerst zelf maar voor, dan krijg je het later wel weer terug. Saul: Wie kan ik meenemen? B.B.: Ik heb er 2 voor je uitgezocht. De namen zijn niet belangrijk. Ze staan om 1 uur op het station. Het is de bedoeling dat je zoveel mogelijk anoniem blijft. Scène 2 Saul gaat naar het station (als we het met tijd redden ook een stukje onder weg filmen) Op het station komt Saul zijn hand langers tegen. Met zijn drieen stappen ze in de trein. Tussendoor filmen we een klok die een half uur tot een uur vooruit gaat. Saul stapt weer uit de trein samen met zijn handlangers. Eventueel close up van Saul zijn gezicht. Scène 3 Plotseling is er een fel licht. Paulus valt op de grond. Jezus: Saul, waarom heb je zo'n hekel aan mij. Waarom doe je dit? Paulus: Wie bent U? Jezus: Ik ben de gene wie jij zo dwars zit. Maar sta op en zoek een plek om alleen te zijn, daar wordt je gezegd wat je moet doen. Scène 4 Paulus zijn handlangers staan verbaasd te kijken. Handlanger 1: Wat ziet u? Handlanger 2: Wij zien niks bijzonders. Toe vertel. Paulus blijft op de grond liggen. Zijn gezicht is verwrongen van de pijn. Handlanger 2: Gaat het wel. Paulus: Ik zie niks meer. Help me! Paulus' handlangers brengen hem naar een huis. (zelfde huis als van B.B. alleen dan verbouwd) |
|||||
|