| |||||
Mijn hoop is het kruis Eens pakte God mijn hand en werd ik geleid Naar de plaats van het lijden, waardoor ‘k was bevrijd En tevens de plaats waar begin van nieuw leven Door Zijn liefde en sterven aan mij was gegeven ... God liet me los en ik keek om me heen; Aan de voet van een heuvel stond ik alleen. Ik bemerkte het stil geruis van de wind En daar stond ik; een nietig en klein mensenkind Ik voelde de last van schuld mijn rug nederdrukken En mijn trots viel uiteen in tientallen stukken O, als de grond waarop ‘k stond mij nu zou verzwelgen Zou er nooit een Borg zijn die mijn schuld kon verdelgen In wanhoop en nood sloeg ‘k mijn blik naar omhoog En zag in de wolken ’t begin van een boog Gods trouw en verbond weerkaatst in de lucht, Met daaronder het kruis, werd de kracht van mijn vlucht Aan de voet van dat hout vond ik rust voor mijn ziel En ‘k voelde hoe zonde en schuld als last van me viel Mijn tranen vermengden zich met het zand van de grond ‘k omhelsde het kruis: als kind van ’t verbond Het wonder van liefde vervult steeds mijn hart Als ik denk aan Zijn lijden, Zijn pijn en Zijn smart Mijn Jezus en Redder, die voor mij heeft geleden Blijft mijn Toevlucht en kracht in al mijn gebeden |
|||||
|