| |||||
Met enkele vrienden had ik laatst een heel gesprek. Het ging over de manier waarop we geloven. We vroegen dingen aan elkaar, en deelden onze persoonlijke kijk hierop. De kern van de discussie is het best als volgt te omschrijven: Onze God is onvoorstelbaar groot. We kunnen Hem niet meten, benoemen of beschrijven met ons menselijk vermogen. Hoe is het dan mogelijk dat sommige mensen zo zeker weten wat Gods wil is, of juist niet. Wie denken ze wel wie ze eigenlijk zijn? Volgens mij zijn we hiermee beland in een patstelling die heel vaak voorkomt. Er kan hierdoor onbegrip en verwijdering ontstaan. En mensen die zo zeker weten wat Gods wil is moeten dat ook nog zo nodig vaak aan anderen vertellen. Ze geven hiermee eigenlijk aan dat anderen niet goed geloven. Althans, dat kan zo overkomen. Het gesprek met mijn vrienden was prettig, open, en –zoals het van vrienden verwacht mag worden– vriendelijk. Maar we hebben elkaar duidelijk verteld hoe ieder van ons één en ander ziet. Voor geen prijs wil ik opdringerig zijn. Anderen vertellen hoe ik denk dat ze moeten leven is niet goed. Oordelen uitspreken is niet aan mij. Wel, en dat ligt er heel dicht tegenaan, vind ik het heerlijk om te laten zien hoe groot God is. Mijn Vader kan alles! Hij zelf zegt dat Hij mij waardevol vindt en heeft dat letterlijk en duidelijk op laten schrijven. Er staat ook wat Hij voor mij over gehad heeft. En hoe Hij dat deed. En waarom. Zijn gevoelens voor mij zijn echt en puur. Dit staat er heel duidelijk. En ik geloof dat. Dat is voor mij zekerheid. Mijn Vader kan alles! Dus Hij heeft de mogelijkheid om dit op deze manier te doen. En Hij geeft ons de mogelijkheid om dit na te lezen. We kunnen hiermee doen wat we zelf willen. Heel persoonlijk. Ik voel me wel eens die huismus die in die strenge winter tussen de huizen wat broodkruimeltjes ziet liggen. Hij tjilpt naar de anderen mussen om te vertellen waar het zo belangrijke voedsel ligt. Maar wat ze er mee doen moet de anderen zelf weten. Mijn Vader kan alles! En ik geloof dat dus. Niet voor een deel, maar voor al de dingen die Hij zegt. Anderen geloven dat misschien niet. Als iemand redenen heeft om aan te nemen dat hetgeen Vader zegt niet, of maar voor een deel klopt, dan ligt dat anders. Dan kan of wil die persoon dit waarschijnlijk moeilijk aanvaarden. Het is jammer dat mensen op dit punt elkaar vaak niet meer (willen) verstaan. Want als er in dit stadium gepraat en naar elkaar geluisterd wordt, gebeuren er andere dingen. Juist dan kun je elkaar leren accepteren, - begrijpen, elkaar aanvullen. Even goede, of nog betere vrienden? |
|||||
|