| |||||
In de woestijn liep een vrouw. Ze maakte een lange reis. In haar hand droeg ze een waterzak en een kleine tas. Op haar rug droeg ze een enorm grote rugzak. Ze liep gebogen onder het gewicht ervan. Hoe langer ze liep, hoe dieper ze gebukt ging onder het gewicht van de rugzak. Ze ging steeds langzamer lopen en uiteindelijk sleepte ze zichzelf voort. Er kwam een Man haar tegemoet. Hij had een vriendelijk gezicht en keek haar vol medelijden aan. Hij liep haar niet zomaar voorbij, maar stopte en sprak haar aan. "Vrouw, wat heb je een zware rugzak op je rug!" Ze zuchtte. "Ja, ik houd het bijna niet meer.." Hij zei: "Als je me vertelt wat erin zit, wil ik hem voor je dragen." Oh ja, vertellen wat erin zat wilde ze maar al te graag. Ze deed de tas af en opende hem. Er zat geen proviand in, dat had ze in de kleine tas in haar hand. Nee, de tas zat vol met Moeiten, Zorgen, Pijn, Verdriet.. Nadat ze al haar Moeiten, Zorgen, Pijn en Verdriet aan de Man had verteld, nam ze afscheid van hem, nam haar rugzak weer op en liep verder. Het leek wel alsof ze het laatste deel van zijn opmerking niet eens had gehoord. Steeds langzamer sjokte ze voort. Uiteindelijk ging het niet meer. Ze zakte in en lag hulpeloos in het zand. Door het gewicht van de rugzak kon ze niet eens meer opstaan. Het werd zwart voor haar ogen. Ze had het gevoel dat de tas op haar rug haar in een diepe put liet vallen, steeds dieper, steeds dieper. Nu kan ik het niet meer aan, dacht ze. Ik ga sterven. Ineens voelde ze een hand op haar schouder. "Waarom heb je niet naar me geluisterd?", vroeg hij. "Ik heb je aangeboden om de rugzak voor je te dragen!" Ze keek hem nietszeggend aan. Ze wist het zelf ook niet goed. Was het uit trots? Of had ze hem niet geloofd? De Man zei niet dat hij het stom van haar vond, dat het haar eigen schuld was. Hij keek haar alleen maar vol verdriet maar tegelijk ook vol liefde aan. "Vergeef me…", mompelde ze uiteindelijk. "Hier, geef de tas maar aan mij." Ze gaf hem de rugzak. In ruil daarvoor gaf hij haar een minstens even grote rugzak. Verbaasd keek ze hem aan, maar toch pakte ze de tas en gespte hem op haar rug. Tot haar verbazing woog hij bijna niets! Een blij gevoel doorstroomde haar, ze straalde van vreugde. "Wat gebeurt er?", vroeg ze. "Wat zit er in die tas?" De Man keek haar glimlachend aan en in zijn ogen zag ze alleen maar liefde. Zo’n grote liefde had ze nog nooit gezien, nog nooit geproefd. Hij zei: "Liefde, Vergeving, Vrede, Rust..." Hij deed haar rugzak met Moeiten, Zorgen, Pijn en Verdriet op zijn rug en vervolgde zijn weg. |
|||||
|