| |||||
In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren in onze woonplaats enkele mensen nauw betrokken bij de bijbel verspreiding in de landen van Oost Europa. In die tijd zuchtte men daar onder een communistische overheersing. Niets van God, kerk of bijbel werd toegestaan. Communisme en christendom kunnen nu eenmaal niet samengaan. In die tijd werden de christenen daar in het geheim vanuit het westen voorzien van bijbels. De reizen die hiervoor gemaakt werden, waren best risicovol. In 1980 werd ik ook gevraagd zo’n reis te maken met Johan, een kennis van me. In dit geval naar Hongarije, dat toen nog communistisch was. De genoemde mensen in onze woonplaats kwamen regelmatig bij elkaar om voor het “oost-europa-werk” te bidden. Toen we gingen, was dat dan ook omring door gebed. Vanuit Wenen waar de zending was gevestigd, kregen we een auto toegewezen. Een klein vrachtwagentje, een Bedford van ongeveer 40-50 jaar oud in die tijd. Hij had ooit dienst gedaan in het missiewerk in India. Nu was de wagen omgebouwd voor bijbel transport met geheime vakken in/onder de bodem. Toen ik deze auto voor het eerst leerde kennen stond ik perplex hoe vernuftig mensen kunnen zijn. Hoe is het mogelijk om die oude wagen zo in te richten dat een grote hoeveelheid bijbels -37 plastic zakken vol- verborgen kan worden? Dit, zonder dat je van binnen of van buiten iets merkwaardigs opvalt, zelfs bij zware controle? De grens controles waren het spannendst. Je opdracht was uiterst geheim. Want het was bij de douane best bekend dat er bijbels binnengesmokkeld werden. Alleen men wist niet hoe, waar en wanneer. Maar ook de reizen door de landen achter het IJzeren Gordijn waren vaak geen pretje. We hebben veel gebeden, ook gewoon praktisch, in de rijdende auto. En voor heel concrete situaties, als het hopeloos scheen. Buitenlanders mochten geen contact hebben met de bevolking. Het zijn totaal vreemde talen. Over aanwijzingen van verkeerssituaties of straatnamen kon je dus geen vragen stellen aan mensen op straat. (als je ze al zou begrijpen). Je vertoont je in een westers voertuig. De situatie was altijd vijandig in deze landen. De wegen waren slecht en de aanduiding werd vaak minimaal aangegeven. Er waren bijna geen tankstations met geschikte benzine. De lange reis was best vermoeiend en spannend. We hadden de moeilijke namen en adressen op een vloeipapiertje bij ons. Dit was zo nodig snel op te eten om de mensen in het land niet in gevaar te brengen. Op deze manier gingen we toen naar Budapest en zochten het adres. De man waar de bijbels heen zouden gaan, woonde op een flat zes hoog. We stonden die dag op een camping vlak bij de stad en gingen om een uur of elf ‘s avonds op pad. Het was inmiddels goed donker. Behalve op grote pleinen was er toen geen straatverlichting aanwezig. We wisten waar we ongeveer moesten zijn. Maar hoe we ook zochten in de stikdonkere stad we konden het onmogelijk vinden. Ondanks de goede, mondelinge instructies die we meegekregen hadden, waren we Budapest enkele keren door gereden. Soms zagen we dezelfde gedeelten waar we al eerder geweest waren. Het was inmiddels half drie. Je twijfelt aan jezelf, aan je opdracht, en aan de mogelijkheid ervan. Hoe moet het verder in deze nacht? We hebben tegen God gezegd: ”Heer dit zijn uw bijbels. U hebt er een bestemming mee. Die bestemming kunnen wij nu niet vinden. We gaan terug het land in, droppen de bijbels ergens achteraf en we vertrekken. Het is aan U wat er verder mee gebeurt”. Toen we de auto draaiden zagen we een straatnaam op een bordje. Het was de naam die we al uren zochten. We bleken ons vlak bij de gezochte flat te bevinden. Toen we aanbelden op het betreffende nummer, ging er even daarna een lichtje aan op zes hoog. Een beetje zachtjes hebben we daar staan juichen. De vermoeidheid en de spanning viel als een zware last van ons af. In deze wereld, waar alles en iedereen vijandig scheen, ontmoetten we een christen. Wat is dat heerlijk om mee te maken. Alsof je elkaar al jaren kent. Toen we de kostbare vracht eindelijk boven gebracht hadden, was er tijd voor een korte ontmoeting. Een van de eerste dingen die de contactpersoon zei dat we exact op het goede tijdstip waren gekomen. Hij en zijn huis werden namelijk altijd, de hele dag en bijna de hele nacht in de gaten gehouden door de overheid vanwege zijn christelijke activiteiten. Ze waren net vertrokken. En niet lang na dit uur zou de onopvallende bewaking er weer zijn. We begrepen ineens waarom we zoveel uren hadden rondgereden. Onze ogen waren in principe potdicht geplakt geweest. We hebben toen ieder in onze eigen taal de Heer gedankt. De lessen die ik geleerd heb in deze en andere reizen naar Oost Europa zijn onder andere dat je trouw moet zijn. En als je de zaken in gebed bij God neerlegt, doet Hij ermee wat het beste is. Soms gaan dingen dan heel anders dan wij denken dat de bedoeling is. Maar de uiteindelijke resultaten zijn dan exact naar zijn wil. We hebben een grote God. |
|||||
|