| |||||
Zijn gezondheid Is paulus ook gezond van geest? Iemand kan oprecht zijn maar toch onbetrouwbaar. Velen van de gevaarlijkste mensen uit de geschiedenis waren onberispelijk en eerlijk. Men kan oprecht zijn, maar tegelijk heel fanatiek of onevenwichtig. Dwazen menen het vaak goed. Een mens kan bezeten zijn van de gedachte, dat hij een dienstknecht van God is. Religieuze personen kunnen soms slachtoffer zijn van hun eigen hallucinaties en door hun oprechtheid zien ze hun eigen beperkingen niet en kunnen dan levensgevaarlijk worden. Er zijn inderdaad redenen die aanleiding geven tot twijfel aan Paulus' geestelijke vermogens. Hij zag visioenen en van nature staan wij daar toch wel wat sceptisch tegenover. Hij hoorde stemmen en wie is niet huiverig van mensen, die zoiets waarnemen, terwijl anderen niets opmerken? Soms ging hij zelfs helemaal in trance en iemand die dat overkomt is in onze ogen toch niet geheel normaal. Volgens zijn eigen woorden is hij zelfs in de derde hemel geweest, en heeft daar onuitspreekbare dingen gezien. Mensen die zulke uitspraken doen geven ons een gevoel van onbehagen. Hij sprak in "tongen" en deze mensen worden niet altijd serieus genomen. Hij had wat hij noemde een "doorn in het vlees” en omdat niemand precies weet wat dat nou geweest is veronderstelt men maar dat hij aanvallen van hallucinaties heeft gehad. Wanneer men dat nu maar zeker had geweten, dan had men tenminste ook een duide1ijke verklaring voor a1 die andere "vreemde” gebeurtenissen gehad. Maar jammer voor al deze veronderstellingen, uit zijn brieven blijkt, dat Paulus in zijn denken, doen en laten, volledig bij zijn verstand was. Hij is opvallend evenwichtig en als wij een algemeen oordeel over hem moeten uitspreken, dan kunnen we alleen maar zeggen dat hij geestelijk kerngezond was. Er zijn maar weinig mensen, waarvan we uit de praktijk zoveel mogelijkheden ter beschikking hebben om hen goed te kunnen beoordelen. Velen hebben in de loop van de tijd aan Paulus moeilijke vragen gesteld over heel complexe situaties en veel van zijn antwoorden zijn vastgelegd in de brieven. Het zijn antwoorden van een helder en scherpzinnig man. Zijn adviezen maakten vaak diepe indruk en voorbeelden hiervan vinden we in al zijn brieven. Als lichtend voorbeeld voor de geestelijke gezondheid van de apostel leze men slechts de brief van hem geschreven aan de Korintiers. Deze brief staat vol met opmerkelijke zaken, die Paulus' helder inzicht verraden. Hij was de bezielde leider van een beweging die verplicht was in een oerwoud van obstakels en gevaren te worstelen met gecompliceerde en steeds weer opnieuw veranderende problemen. Zijn oplossingen, vastgelegd in de vele brieven van hem, tonen ons een mens met een schrander inzicht. Hij verstond de kunst om kleine van grote zaken te onderscheiden, het bijkomstige van het wezenlijke en het tijdelijke van het eeuwige. Hij doet dit op een manier, waar je alleen maar bewondering voor kan hebben. Alleen helden van de geest kunnen dit opbrengen. Paulus was geen buiten de werkelijkheid staande dromer. Zijn brieven staan vol met ethische raadgevingen, die juweeltjes van goed inzicht zijn. De kerk rekent ze tot haar grootste schat en voor heel de wereld is Paulus het voorbeeld van gezond verstand. Een aantal voorbeelden: ‘’Alle dingen zijn geoorloofd maar alle dingen stichten niet.‘’ ‘’Kennis maakt opgeblazen maar de 1iefde bouwt op.‘’ ‘’Hoedt u voor leeglopers.‘’ ‘’Blijft altijd goedsmoeds.’’ ‘’Geeft de boze geen plaats in uw hart.‘’ ‘’Vergeldt niemand kwaad met kwaad.‘’ ‘’Weest we1gezind tegenover iedereen.‘’ "Verheugt u te allen tijde.‘’ ‘’Bidt zonder ophouden.‘’ ‘’Dankt God voor alles.‘’ ‘’Laat nooit de zon ondergaan over uw toorn.’’ ‘’Geeft de duivel geen kans." ‘’Koopt uw tijd uit.‘’ ‘’Zijt niet bevreesd’’ ‘’IJvert zonder ophouden.’’ ‘’De godsvrucht is tot vee1 nut.’’ ‘’Weest de nooddruftigen behulpzaam.’’ ’’Zegent hen die u vervloeken.‘’ ‘’Wacht u voor eigendunk.‘’ ‘’Beproeft alle dingen en behoudt het goede.‘’ Al deze raadgevingen, met nog honderd andere, behouden altijd hun waarde in welke tijd dan ook. De wereld komt hier nooit bovenuit. Zulke raadgevingen worden niet geschreven door een zieke persoonlijkheid. Paulus was een meester-denker en genie! Zijn brief aan de Romeinen is één van de meest indrukwekkende epistels van de menselijke geest. Sommigen, behorend tot de grootsten in de Christelijke Kerk, hebben zich uitgeput en met hun hele inzet getracht Paulus brief te evenaren maar alle pogingen bleven bij een zwak aftreksel van zijn unieke stijl. Paulus was geen fantast. Hij besteedde geen aandacht aan hersenschimmen of vruchteloze zaken. Hij had een afkeer van luchtkastelen. Hij schilderde niet de hemel of de hel met zorgvuldig uitgezochte beelden, tegemoetkomend aan het verlangen van velen, die wilden weten hoe alles er uit zag, zowel de geneugten van de hemel als de ellenden van de hel. Hij wordt niet gekweld, zoals een dwaas, die verlangt een tipje van de sluier op te lichten. Hij heeft geen hunkering om te converseren met anderen aan gene zijde van de dood. De waarzegster van Endor had op hem geen aantrekkingskracht. Hij had een gezonde geest. Paulus was geen fanaticus. Hij had geen hunkering naar martelaarschap. Wanneer het mogelijk was ontsnapte hij steeds opnieuw aan zijn vijanden. Hij vond het niet verachtelijk om in een mand over de muur van Damascus te ontsnappen. Hij schaamde zich ook niet in de nacht Tessalonika te verlaten om zijn vijanden voor te zijn. Hij had niet de dwaze ambitie te lijden om de zaak van het lijden zelf. Hij wist wat pijn was en deinsde er voor terug. Hij herinnerde zich de vele afranselingen maar al te goed. In dit alles toonde hij zich een gevoelig mens. Paulus was geen gespannen, prikkelbaar mens, die altijd verwees naar hysterische ervaringen. Hij reageerde trefzeker op onverwachte, plotselinge en totaal nieuwe situaties. Hij bleef zichzelf tijdens de meest opwindende dramatische gebeurtenissen. Onverwachte situaties overzag hij met een oogopslag. De aardbeving in Filippi bracht de stokbewaarder in paniek, maar Paulus bleef kalm. Het gejoel van het gepeupel in Jeruzalem brak zijn geestelijke veerkracht niet. Zijn toespraak tot deze mensen, die hem bijna vermoordden, getuigde van grote moed en een volkomen beheersing van de gevaarlijke situatie. Tijdens een schipbreuk in een verschrikkelijke storm toonde hij zich onverstoorbaar en stak met kop en schouder boven iedereen uit. Hij was toen zo zelfverzekerd, dat de hele bemanning, tweehonderd vijfenzeventig man, uiteindelijk aan hem raad vroeg hoe het verder moest. Hij verkeerde niet in trance wanneer er hard aangepakt moest worden. Hij sprak nooit met engelen of geesten op cruciale momenten. Hij was tegen elke situatie opgewassen, omdat zijn zenuwen hem nooit in de steek lieten. Door grootheidswaanzin werd Paulus niet gekweld. Hij had een hoge dunk van zichzelf en van zijn opdracht, maar hij liet nooit blijken, dat hij zichzelf zo belangrijk vond. Zijn kracht en moed kwamen van God. Juist in zijn zwakte voelde hij zich machtig! Hij was zich zeer goed bewust van zijn beperkingen. In elke omstandigheid nam hij steeds heel nauwkeurig alle vormen in acht en altijd gaf hij er blijk van respect te hebben voor de gevoelens van zijn bezoekers. Op het juiste moment wist hij die dingen te zeggen, die dan gezegd moesten worden. Of hij nu tot de eenvoudige landbouwers van Lystra sprak of tot de intellectuelen van Athene, of tot de personen die een hoog staatsambt bekleedden, zoals in Caesarea. Een ziekelijke geest zou al deze onderscheidingen niet kunnen maken. De apostel Paulus was niet iemand die wild en enthousiast met zijn ogen rolde wanneer hij zijn boodschap bracht. Hij geloofde in de spoedige wederkomst van Christus, maar hij noemde geen exacte tijd, of wekte hierbij de indruk dat de mensen ontheven werden van hun dagelijkse verantwoordelijkheden en plichten. In Tessalonika waren warhoofden, die praatten en dachten dat de tweede komst van de Heer spoedig aanstaande was. Hierdoor werden zij zo in beslag genomen, dat ze ophielden met werken en ook anderen aanspoorden hen na te volgen. Paulus had voor zulke mensen geen goed woord over: "Als een man niet wil werken dan za1 hij ook niet eten." Dat was zijn manier van doen om met zulke mensen om te gaan. De weekhartige Tessalonicenzen verzetten zich heel sterk tegen zo'n behandeling, maar Paulus dwong hen de werkelijkheid onder ogen te zien. Nee, Paulus was beslist niet sentimenteel! Hij sprak meer in "tongen" dan menig ander in Korinte maar hij adviseerde heel duidelijk deze genadegave niet tot eigen eer te gebruiken. Paulus gebruikte gewoon zijn gezonde verstand. Het beste voorbeeld is zijn omgaan met de rumoerige en onsamenhangende gemeente te Korinte. Dit schreef hij hen: "Ik dank God dat ik meer dan gij allen in "tongen" spreek: maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong." "Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid: wordt in het verstand volwassen." Dit zijn geen zweverige woorden van een religieuze maniak. Paulus had een hoge dunk van vrijheid. De vrijheid waarin de christenen zich nu bevonden, juichte hij van harte toe. In Christus mocht niemand over een ander heersen. "Staat dan in de vrijheid waarmee Christus u vrij gemaakt heeft," schreef hij aan mensen die hiermee nog moeite hadden. Alleen iemand die begiftigd is met een scherp verstand en een groot invoelingsvermogen kan zo'n advies geven. Er zijn vele mensen, die wel schrander en scherpzinnig zijn, maar toch dit inzicht missen. Maar nergens sprak Paulus heftiger en met meer nadruk dan wanneer hij discussieerde met de Joden in de synagogen, als het ging over de besnijdenis. Hij stelde, dat de besnijdenis niet meer nodig was om in relatie met God te komen. "Besnijdenis is niets", zei hij overtuigd als hij was van de nieuwe leer. Maar hij was niet verdwaasd of fanatiek. Er waren mensen die trots waren op het feit dat ze besneden waren en meenden daarmee God speciaal te behagen. Paulus koesterde zulke illusies niet. "Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar de onderhouding van de geboden Gods." Het enige echt van belang zijnde, is of men in Christus is, die is een nieuwe schepping. Dat is het wat voor Paulus geldt. Hij wandelde beslist niet hoog verheven op de wolken. Met beide benen stond hij op de grond. Zijn gedachten hierover waren strak omlijnd en hij liet zich niet meevoeren door zijn enthousiasme. Alles had hij onder controle. Het is duidelijk dat Paulus goed van zinnen was. Er zijn veertien getuigenissen, die Paulus' geestelijke gezondheid bevestigen. Zijn brieven en het verhaal van Lukas over de handelingen van de apostelen. Lukas was arts en daardoor uitstekend in de gelegenheid om de apostel Paulus goed waar te nemen in zijn doen en laten. En wanneer Lukas over Paulus schrijft, dan heeft hij het bepaald niet over iemand die aan waanzin lijdt of hiervan het slachtoffer is. Integendeel, hij schrijft over iemand die goed bij zinnen is, groothartig en een held, waar hij met ontzag tegen op ziet. Dit bemerk je in elke paragraaf van zijn verslag. Wanneer Lukas over Paulus begint te schrijven dan heeft hij moeite om alle gebeurtenissen evenwichtig te vermelden en hiervoor de juiste, passende woorden te vinden. Met Paulus' brieven en het verslag van Lukas voor ons zal het desondanks nooit mogelijk zijn om de wereld te overtuigen dat Paulus geestelijk volkomen normaal was. Sommige ervaringen van Paulus mag men dan moeilijk vinden om die te verklaren, maar iemand behoeft toch niet perse een "tik" te hebben omdat anderen hem niet altijd begrijpen? Wij hebben geen enkel recht om iemand voor dwaas te verklaren of rijp voor een inrichting, omdat hij ervaringen heeft gehad die ons nooit overkomen. Er is nu eenmaal meer tussen hemel en aarde dan wij kunnen weten of waarvan wij ooit zullen dromen. Het is absoluut onzorgvuldig, wanneer mensen beweren zeker te weten dat Paulus leed aan epilepsie en bovendien rustig alle argumenten daartegen van tafel vegen. Dat is de makkelijkste manier om de apostel monddood te maken en het christendom te degraderen tot onzin. Sommigen hebben zelfs gesteld dat alle mensen, die net als Paulus buitengewoon geniaal zijn, tegelijkertijd mank gaan aan een geestelijk defect. Anderen verbannen alle godsdienst naar het rijk der fabelen en weer anderen vinden heel het aardse leven een menselijk drama, waar men nu eenmaal mee te maken krijgt. Maar mensen met gezond verstand nemen afstand van zulke veronderstellingen. Wanneer men iets niet begrijpt vlucht menigeen in zulke absurde gedachten, maar wie gezond van geest is, weigert zulke dwaze meningen te omhelzen. Er zijn twee absurde uitleggingen voor het ontstaan van de christenheid. De één is populair en de andere meer excentriek. De één gaat er van uit, dat alles maar een mythe is en de andere denkt dat iedere gelovige aanleg heeft voor hysterie. Voor de één is heel het Nieuwe Testament één grote legende, poëzie en mythe. Alle verhalen zijn dan bovennatuurlijk en gegroepeerd om heel simpele feiten en gebeurtenissen, waar een zinnig mens moeilijk geloof aan kan hechten. In de meest extreme vorm brengt men de vraag ter discussie: "Heeft Jezus werkelijk geleefd?" De conclusie is dan, dat het een legende is. De tweede theorie vestigt op heel andere punten de aandacht. Men vindt dat christenen een sterke hang naar de mystiek hebben en vaak hysterisch reageren. Christenen zouden extra gevoelig zijn voor hallucinaties en afgaan op de ervaringen van een vrouw die in zo'n gemoedstoestand verkerend, dacht Jezus aan het kruis te zien hangen en vervolgens meende dat hij ook was opgestaan. Zij gaf al haar ervaringen door aan de apostelen en zo ontstond er een nieuwe wereldgodsdienst. Alleen Maria Magdalena kon dit gezegd hebben en helaas is er maar weinig over haar bekend, zodat wij deze dwaze theorie volledig verwerpen. Wij zijn niet geïnteresseerd in al deze vragen en suggesties. Wij weten dat sommige vrouwen gevoelig zijn voor dit soort zaken en dat visioenen in een ziek brein kunnen ontstaan. Maar waarom zou dit bij Maria Magdalena gebeurd moeten zijn? Dit is duidelijk een slag in de lucht! Maar Paulus is niet op geruchten afgegaan. Hij heeft zelf de verhoogde Christus gezien. Helaas voor zijn critici was hij een man die wist waarover hij sprak. En hij leed geen vervolgingen om een mythe. Hij wist, dat wat hij zei de werkelijkheid was. Hij schreef vele brieven, dertien zijn er ons bekend en deze brieven tonen ons een man die bij zijn volle verstand was. Deze brieven zijn geen verheven abstracte epistels ver boven alle werkelijkheid verheven. Neen, ze gaan concreet in op alle complexe zaken van het dagelijkse leven. Hij beantwoordt vragen, geeft adviezen, legt gegevens vast, waarschuwt indien nodig, houdt toespraken en maakt reisplannen voor de toekomst. Men kan net als Festus destijds zeggen: "Paulus gij raast en uw grote geleerdheid brengt u tot deze razernij." Maar uit zijn brieven komt kalm, helder en rustig een stem tot ons, die Festus antwoordt met: "Ik ben niet gek excellentie, maar ik spreek woorden van waarheid en gezond verstand.‘’ |
|||||
|