248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Paulus'tijdgenoten
Een onbekende Jood
Door: Hugo Karels
Commentaar van de schrijver:
Voor de meeste van zijn tijdgenoten bleef Paulus een onbekende. Dat is de reden waarom Grieken en Romeinen niets over hem geschreven hebben.
Categorie: Overdenking / Preek
Geschatte leestijd: ca. 10 minuten

Paulus gezien door zijn tijdgenoten
Voor de meesten van zijn tijdgenoten bleef hij een onbekende. Dat is de reden waarom Grieken en Romeinen niets over hem hebben geschreven. Hoe konden zij schrijven over iemand, die zij nog nooit hadden gezien? De Romeinen keken van uit de hoogte op de Joden neer, zij hadden geen omgang met hen, en ze vonden het een twistziek volk. De Romeinse geest vindt een goede vertegenwoordiger in Gallio, voor wie Paulus door de Joden gebracht werd om gevonnist te worden. Gallio wilde Paulus niet eens te woord staan. Hij stelde simpel dat hij met dit geval niets van doen wilde hebben. Hij had geen tijd voor al dat gekibbel en ruzieachtig gekrakeel. De Grieken waren zo verrukt met dit antwoord van de proconsul, dat zij nu de aanvoerde van Paulus' aanklagers voor Gallio's eigen ogen mishandelden, maar de Romeinse rechter nam daar geen enkele notitie van. Dat was de houding van de Romeinen, een teken van grote onverschilligheid ten opzichte van de Joden. In die tijd werden ze erg veracht. Claudius Lysias, die als kapitein van het Romeinse leger gestationeerd was in Jeruzalem, was goed op de hoogte van alles, maar had toch nooit van de apostel Paulus gehoord. Toen de apostel op zekere dag in zijn handen kwam dacht de Romeinse officier dat hij met een of andere Egyptische terrorist te doen had. De enige Romein van stand die ooit over Paulus had gehoord en met hem ook heeft gesproken, was de procurator Festus, echter. .. deze was ervan overtuigd dat hij niet goed bij zijn verstand was en verklaarde hem voor gek. Hij was niet genegen hem steeds opnieuw te horen en maakt zich van Paulus af als een zielig mens, die door zij vele theologische studie zijn verstand had verloren.
Geen enkele Griek van stand kende Paulus. De Grieken waren zo ingenomen met hun eigen cultuur dat zij blind waren voor die van andere volken en in het bijzonder van de Joden. Voor de filosofen in Athene was Paulus niets anders dan een betweter, een babbelkous en zodra hij over de opstanding begon te spreken lachten zij hem in zijn gezicht uit. Zij draaiden zich om en liepen we en zijn leven lang zou Paulus zich dit als een steek in zijn hart blijven herinneren. Geen Griek die zich zelf respecteerde ging om met zo'n man als Paulus.
In zoverre de zakenwereld met hem in aanraking kwam noemden ze hem een simpele geest met gevaarlijk ambities en interesses. De inkomsten van een groep mensen in Filippi kwamen zo onder druk te staan, dat deze een opstootje organiseerde en er in slaagde hem de stad uit te drijven. In de stad Efeze had zijn onderwijs een dusdanig desastreus gevolg voor de handel van de zakenlieden en de vermogende klasse dat de leider, Demetrius de zilversmid, een oproer veroorzaakte. In deze stad had Paulus een hard bestaan. Hij heeft daar zelfs, zoals hij zelf zegt, gevochten met beesten! Zodra men bij mensen aan bepaalde voorrechten en inkomsten komt dan zullen ze geen middel ontzien om, hoe dan ook, hard terug te slaan. Wanneer je echt iemand erg kwaad wilt hebben, ontneem hem dan zijn verworven voorrechten.
De twee meest voorkomende bezwaren die steeds opnieuw tegen de apostel werden aangevoerd waren: dat hij de keizer ongehoorzaam was en tegen de wet van Mozes inging. Een van deze twee onderwerpen gaf steeds opnieuw aanleiding tot moeilijkheden. Toen in Tessalonika het gepeupel Paulus voor de bestuurders sleepte zei men: "Deze mensen die de wereld in oproer brengen zijn nu ook hier gekomen en zij doen tegen de geboden van de keizer, zeggende dat er een andere koning is namelijk Jezus." In Caesarea, waar Paulus werd voorgeleid voor Felix, luidde de aanklacht: "Want wij hebben deze man bevonden te zijn een pest, en een die oproer verwekt onder al de Joden over de ganse wereld, en een leider van de sekte van de Nazarenen, die ook gepoogd heeft de tempel te verontreinigen." De Joden, die erbij waren verklaarden dat elk feit, genoemd in deze aanklacht, waar was. Waarschijnlijk is er geen beter voorbeeld van de Joodse voorstelling en stemming van leiders en gepeupel dan toen zij Paulus ervan beschuldigden een vriend uit Efeze in de tempel te hebben gebracht. "Dit is de mens, die tegen het volk, de wet en deze plaats overal allen leert, en nu heeft hij ook nog Grieken in de tempel gebracht en deze heilige plaats ontwijdt."
Toen Paulus in Jeruzalem kwam vertelden zijn vrienden hem wat zijn vijanden van hem beweerden. Het draaide om een belangrijk punt: "Men heeft van u verteld, dat gij alle Joden onder de heidenen afval van Mozes leert, door te zeggen, dat zij hun kinderen niet hoeven te besnijden, noch naar de gebruiken te leven." Volgens de gangbare publieke Joodse mening was Paulus niets anders dan een afvallige en een geloofsverzaker, een godslasteraar, die de godsdienst van zijn voorvaderen te grabbel gooide.
Een vriend van de heidenen maar een vijand van de traditie en de gevestigde orde. Wij zouden hem een vurige communist noemen. Een man met een "rode" voorkeur. Mensen die hiervoor gevoelig zijn, en vooral stadsgepeupel, raken snel in vuur en vlam wanneer ze worden opgehitst.
Waar hij ook ging, altijd werd hij opgejaagd door mensen die bang voor hem waren en die niets anders voor hadden dan hem in een kwaad daglicht te stellen.
Steeds weer opnieuw zeiden zij, dat hij geen apostel was maar dit slechts voorwendde. Hij overtroefde de mensen en was zich dat goed bewust. Hij zou geld vragen van zijn bekeerlingen, omdat hij weigerde met zijn eigen handen te werken.
Zij stelden dat hij een hypocriet was, met eigenschappen van een leeuw. Hij was een demagoog, een oplichter, een charlatan die altijd probeerde mensen op te stoken. Hij was iemand zonder principe, een opportunist, een weerhaan, een bedrieger, die alleen maar zijn eigen populariteit en leiderschap wilde bevestigen.
Hij vertoonde twee verschillende gezichten en sprak met dubbele tong. De ene keer zei hij dit en de andere keer weer het tegenovergestelde. Hij was niet realistisch en alleen maar uit op eigen voordeel.
Hij was laf, iemand die op een afstand een grote mond had maar zich gedroeg als een lam wanneer hij dicht bij je was. Hij was gebrand op geld en collecteerde steeds voor de armen maar men was er zeker van dat hij alles voor zich zelf hield. Hij gedroeg zich als een filantroop maar hij was het beslist niet. Zijn geestdrift voor de arme mensen in Jeruzalem camoufleerde alleen maar zijn eigen hebzucht. Hij was een zielig figuur, zonder enige beschaving en cultuur, die niet eens goed uit zijn woorden kon komen. Als spreker had hij geen enkele bekwaamheid. Zijn spreken was niet krachtig. Sommigen zeiden zelfs dat hij helemaal niet kon praten en niets duidelijk kon maken door zijn slechte voordracht.
De volgende aanklachten moeten serieus worden genomen: bedrieger; komediant; charlatan; overdrijver; demagoog; oplichter; schreeuwer; geldwolf en een zwakkeling. Welke kwade dingen werden er niet van hem gezegd? Het herinnert ons aan de woorden van de Here: "Wanneer zij Mij het hoofd van Beëlzebub noemen, wat zullen zij dan wel niet zeggen van Zijn dienaren?’’
Velen van zijn tegenstanders waren zonder twijfel respectabele en eerlijke mensen. Het is verbazingwekkend wat vrome en eerbiedwaardige mensen soms geloven en zeggen. Dit soort mensen geloofde oprecht dat het God hiermee een dienst bewees, zoals eens Paulus geloofde dat hij God behaagde door christenen te dwingen de naam van Jezus te belasteren.
De mensen die Paulus stenigden waren even vroom en oprecht als de mensen die Stefanus stenigden en deze waren weer even godsdienstig en gewetensvol als de mensen die de Here Jezus hebben gekruisigd.
Conservatisme, vooroordeel, partijgeest, eigenwijsheid gepaard gaande met starre denkbeelden en grote ambitie vallen vaak samen met goddelijke devotie en vroomheid, maar hebben soms rampzalige gevolgen.
Het is niet zo moeilijk om de gemoedstoestand van Paulus' vijanden goed in te denken. Paulus negeerde heel duidelijk de gangbare uitleg van de Schrift wat om reactie riep. Hij schoof opzij en negeerde volkomen wat anderen al duizenden jaren als de juiste exegese (schriftuitleg) zagen. Hij gaf een volkomen nieuw zicht op wezenlijke onderdelen van de waarheid. Het is dan niet vreemd dat dit tot veel misverstand aanleiding gaf. Het is ook geen wonder dat misverstand tot een verkeerde voorstelling van zaken leidde.
Toen hij niet begrepen werd was het onvermijdelijk dat hij gewantrouwd werd en niet geliefd was. Dat wantrouwen en onbegrip hebben grote verwoesting in zijn werk aangericht. Het bracht hem veel haat en vijandschap.
De critici van Paulus hadden hiervoor goede redenen. Steeds opnieuw kreeg hij hen tegen zich. Altijd deed en zei hij dingen die hun woede opwekten. Het is onmogelijk om iemand te beoordelen die boven je staat. Paulus stak zo ver boven zijn critici uit dat zij niet in staat waren om over hem te oordelen. Zijn persoonlijkheid en indiscretie konden zij niet goed verklaren en een voor een dropen zij beschaamd af.
De bereidheid van Paulus om zijn leven te geven en anderen te helpen was voor hen een mysterie. Hij deed al deze dingen zonder er zelf enig profijt van te hebben. Volgens zijn critici veinsde hij maar met zijn bezorgdheid over al die arme mensen die ver weg woonden. In hun ogen was dat maar schijn, integendeel, hij profiteerde van hen. Overigens, wie vindt een overloper sympathiek? En Paulus was een overloper!
Hij was destijds een vijand van de Christenen en toen opeens draaide hij om als een espenblad. In Damascus deed hij precies het tegenovergestelde van wat hij aanvankelijk wilde doen. Dat is een vorm van wispelturigheid, die sommige mensen nooit zullen begrijpen of hem nooit zullen vergeven. Altijd twistten zijn vijanden met hem over het feit dat hij niet tot de twaalven behoorde en dat hij zich niet de privileges mocht aanmatigen die alleen golden voor Petrus en Johannes. Hij zou van Jezus niet voldoende weten en hij was duidelijk hun mindere.
De kritiek van zijn vijanden, het wijzen op zijn fouten en gebreken, is voor ons van groot belang om wat te weten te komen over het karakter van Paulus. Zij geven ons de kans hem te zien zoals anderen hem zagen.
Wat van Paulus gezegd werd was vaak onder de maat en het was laster, maar toch laat het soms een bijzonder licht vallen op de apostel.
Als voorbeeld en ter illustratie wijs ik op het vernietigend oordeel dat over Jezus werd uitgesproken: "Een veelvraat en wijnzuiper, een vriend van tollenaars en zondaars.”
De scheldwoorden, die de vijanden aan het adres van Paulus bezigden zijn zo belangrijk omdat zij iets zeggen van wat Paulus wel of niet deed. Vele van deze zonden had Paulus beslist nooit gedaan.
Wanneer zijn vijanden slechts een oppervlakkige indruk van Paulus hadden gekregen, dan hadden wij veel minder van de apostel geweten.
Het was ook niet mogelijk geweest om Paulus in zijn werkelijke grootheid te kennen. Zijn leefwereld was doordrenkt van miskenning en misverstanden. Hij leed hier erg onder maar bleef vriendelijk.
Hij werd omringd door hard schreeuwende critici, zij logen en vloekten, maar Paulus ging onbewogen door met zijn werk. Hij deed zijn uiterste best om de wereld gelukkiger en beter te maken maar als dank voor dit alles schreeuwde het gepeupel in de hoofdstad van zijn eigen land de volgende woorden: "Weg van de aarde met zulk een, want het is niet behoorlijk dat hij leeft.” Het is genoeg wanneer de dienstknecht is als zijn meester.
Het is duidelijk dat zijn vijanden er altijd op uit waren om Paulus te doden. Zij haatten hem zo intens dat alleen zijn bloed hen nog tevreden kon stellen.
Hun walging en afschuw van hem waren zo groot, dat ze Paulus opjaagden als aangeschoten wild. De meer dan veertig mensen, die een eed zwoeren dat zij noch eten noch drinken zouden voordat zij Paulus hadden gedood, zijn representatief voor al degenen die zich ellendig voelden alleen al door het feit dat Paulus leefde.
Heel het leven van de apostel als christen was een grote lijdensweg. De vroeg-christelijke kerk haalde in dit verband vele malen de woorden van de Here Jezus aan, die luidden: "Ik zal hem tonen om hoeveel dingen hij menigmaal om mijne zaak moet lijden.”
Elke sterke persoonlijkheid stoot af of trekt aan. Zoals Paulus sommige mensen duidelijk van zich af stootte, zo trok hij anderen naar zich toe die zich volledig aan hem overgaven. Zoals hij een van de meest gehate mensen was, was hij ook een van de meest geliefde. De christenen van Galatië mochten hem zo graag dat zij zelfs hun ogen voor hem wilden uitsteken om aan hem te geven, opdat hij maar kon zien. De bekeerde Filippenzen volgden hem overal met hun groeten en gaven hem keer op keer geld voor zijn levensonderhoud. In Korinte had hij zulke toegewijde vrienden, dat zij zelfs aan hem de voorkeur gaven boven Jezus. Paulus was verschrikkelijk ontsteld toen hij vernam dat zij zeiden: "Wij zijn van Paulus." Toen Paulus zijn vrienden in Efeze vertelde dat hij op weg was naar Jeruzalem en dat zij hem waarschijnlijk nooit meer zouden zien, braken hun harten en raakten zij hevig ontroerd en huilden ze als kinderen. En toen de tijd aanbrak dat hij moest vertrekken sloegen zij al schreeuwende hun armen om zijn hals en kusten hem steeds weer opnieuw. Tenslotte begeleidden zij hem tot aan het schip en klemden zich zo aan hem vast, dat hij moeite had om zich los te trekken. Zij zagen in hem een vriend, een broeder, een vader.
De grote waardering voor de apostel Paulus komt tot uiting in wat Lukas schrijft over Paulus' laatste reis naar Jeruzalem. Het was een doorlopende hulde aan hem. We kunnen terecht zeggen: "Zie hoe lief ze hem hebben." In Troas waren zijn vrienden zo begerig om hem te horen dat zij luisterden tot midden in de nacht. De ruimte was zo vol dat er zelfs in de vensterbank werd gezeten om hem maar te zien. Om hem nog eenmaal te zien liepen zelfs de oudsten van de kerk van Efeze naar Milete, een afstand van vele kilometers, en ze zouden er zelfs nog veel meer kilometers voor hebben gelopen om hem te zien.
In Tyrus waar hij alleen bekend en nooit eerder geweest was kreeg hij een groot onthaal en bleef hij een zevental dagen en toen hij vertrok ging iedereen met hem mee naar het schip, zowel mannen als vrouwen en kinderen en voordat het schip vertrok knielde iedereen neer om voor hem te bidden. Zij smeekten hem om niet naar Jeruzalem te gaan maar Paulus ging toch.
In Caesarea was het verzoek nog ernstiger en indringender om maar niet naar Jeruzalem te gaan en zijn leven te riskeren, maar hij liet zich er niet vanaf brengen. Ondanks hun aandringen bleef Paulus niet. Zij wisten hoe de situatie in de hoofdstad was en zij hadden vage vermoedens van wat er kon gebeuren. Het was alleen, omdat Paulus protesteerde en smeekte om door hun tranen niet zijn hart te breken en omdat hij zelf voelde dat hij van God moest, dat zij hem lieten gaan. Jeruzalem was voor Paulus nu eenmaal geen goede verblijfplaats.
In dat grote krachtenveld van conservatisme waren er zonder meer die hem verwelkomden en goed gezind waren. De kerkelijke leiders waren wel vriendelijk maar… ook voorzichtig. Zij wisten maar al te goed, dat men tegen Paulus een vooroordeel had en dat het er voor hem gevaarlijk was. De leiders haalden hem over tot het verrichten van een Joods ritueel om de menigte gunstig te stemmen. Tenslotte had Paulus diep respect voor de apostelen Jacobus, Petrus en Johannes. Wanneer Petrus schrijft: "onze geliefde broeder Paulus" dan spreekt hij niet alleen voor zichzelf maar uit aller naam. De leiders van de moederkerk hebben de uitspraak nooit verloochend, die ze destijds op de eerste concilie in Jeruzalem gebruikten: "onze geliefden, Barnabas en Paulus, mensen, die hun leven hebben overgehad voor de naam van onze Here Jezus Christus."
Zoals Paulus bereid was om zijn leven voor Jezus te wagen, zo waren er ook weer anderen die hun leven voor hem in de waagschaal stelden.
Een man en zijn vrouw met de namen Aquila en Priscilla, waren een van zijn eerste vrienden temidden van vele anderen. En nu gebruiken we Paulus' eigen woorden: "zij riskeerden hun hals." voor het leven van Paulus.
Velen waren hiertoe bereid. Paulus wekte altijd in mensen toewijding en hartstocht op. Wanneer hij in de gevangenis zong, dan zong hij niet alleen. Silas zong met hem mee. Het was geen solo, maar een duet. Hij had altijd medewerkers, die hem volgden, waaronder soldaten en gevangenen. We zien hem nooit helemaal alleen en wanneer alle anderen hem in de steek hadden gelaten, was altijd Lukas nog bij hem.
Het was mogelijk om van hem op elk moment van zijn loopbaan te zeggen: "In alles verdrukt, maar niet benauwd; twijfelmoedig, maar niet mismoedig; vervolgd maar niet verlaten; nedergeworpen doch niet verwoest; altijd de doding van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus in zijn lichaam zou geopenbaard worden."






Gepost op 23-08-2004 om 03:08 uur
761 keer gelezen

Alle verhalen van deze schrijver (Hugo Karels)

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.