248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Paulus'moed
Een vechtersbaas
Door: Hugo Karels
Commentaar van de schrijver:
Een opvallende karaktertrek van de apostel is zijn moed. Maar deze pakt toch anders uit dan dat wij denken.
Categorie: Overdenking / Preek
Geschatte leestijd: ca. 13 minuten



Zijn moed
Wanneer aan een doorsnee christen gevraagd wordt om de duidelijkste karaktertrek van de apostel Paulus te noemen, dan zullen negen van de tien zijn moed noemen. Dit antwoord zouden alle generaties gegeven hebben. Paulus steekt met kop en schouders uit boven alle andere nieuw-testamentische helden. Kunstenaars hebben hem altijd met een zwaard uitgebeeld. Soms rustend op een zwaard, maar ook wel met het zwaard in de hand. Een enkele keer zelfs met twee zwaarden. Het zwaard is het symbool van het leven van Paulus en onlosmakelijk met zijn loopbaan verbonden. De apostel is de representant van de christelijke militie. Door de eeuwen heen hebben anderen zich op hem beroepen. Hij was de grote inspirator van de kruistochten, de hervormingen en andere invloedrijke bewegingen. In zijn naam streed men voor waarheid en recht. In het heetst van de strijd meenden velen vanuit de hemel zijn oproep te horen: ‘’doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden.‘’
De meest bekende voorbeelden van Paulus" moed vinden we uiteraard in de verhalen van zijn ervaringen in onherbergzame streken, waar hij zich te weer moest stellen tegen rovers en bandieten. Hij toont zijn moedige gedrag door zijn zelfbeheersing tijdens de regelrechte confrontaties met het gepeupel in Lystra, Efeze en te Jeruzalem en in zijn optreden tijdens de schipbreuk op zijn reis naar Rome. Maar zijn moed in deze situaties is op zich niet uitzonderlijk te noemen. Dapper en moedig zijn, temidden van boeven en bandieten, is niet ongewoon en vele mensen hebben oog in oog gestaan met dergelijke gevaren zonder een duimbreed te wijken. Moed tonen op het dek van een zinkend schip is in feite een alledaags gebeuren. Er zijn duizenden mensen, die opgewassen blijken te zijn tegen alle gebeurtenissen die de apostel Paulus doorleefde. Uit de twee wereldoorlogen zijn ons indrukwekkende staaltjes van moed bekend, die een grote indruk op ons maken. De generaties, die de verschrikkingen van deze oorlogen hebben meegemaakt kunnen hierover vele verhalen vertellen. Een oorlog bewijst, dat moed en durf belangrijke karaktereigenschappen zijn. Een groot arsenaal van voorbeelden hebben wij bij de hand om dit aan te tonen. Elke stad kan zijn eigen helden noemen, burgers die net als de soldaten, temidden van al het krijgsgewoel op de bres stonden om moedig en onvervaard weerstand te bieden tegen de vijand. Wat van Paulus bekend is over zijn moedig gedrag is onvoldoende om hem te rangschikken onder de moedigste mensen, die de geschiedenis heeft gekend.
Om goed zicht te krijgen op zijn moed moeten we ons op een ander terrein begeven. De moed van Paulus ligt meer in zijn uitzonderlijk koelbloedig optreden tijdens zeer moeilijke situaties op moreel gebied. Paulus had lef en durf, hij was moedig en vermetel en deze karaktertrek is door anderen nooit overtroffen. Het is niet zijn fysieke moed, die wij zo in hem bewonderen, maar zijn enorme morele kracht die hij uitstraalt. Hij is niet op zijn best als hij in gevecht gewikkeld is met rovers en dwepers of tijdens een schipbreuk, maar als hij in aanvaring komt met twee van zijn beste vrienden en meest waardevolle medewerkers, die hij van hoogverraad moest beschuldigen. Wat is woede van gepeupel in vergelijking met kwade en kwetsende ogen van goede vrienden? Wat is een storm op zee in vergelijking met de orkaan, die in het binnenste van een mens woedt wanneer het geweten hem dwingt, mensen, die men tot zijn beste vrienden rekent, pijn te doen met iets wat toch gezegd moet worden. Vrienden waar men zielsveel van houdt.
Duidelijk en klaar had Paulus gezien dat heel het christelijk leven gebaseerd was op het feit dat God in Christus, de tussenmuur, die scheiding maakte tussen Joden en heidenen had afgebroken en dat heidenen en Joden in het huishouden van God op voet van gelijkheid stonden door het geloof in Christus. Deze belangrijke en grote waarheid was voor hem onherroepelijk en onwrikbaar en waar hij ook heen ging, dit was een principieel punt van zijn boodschap, dat hij bovendien met veel vreugde verkondigde. Dit was een van de pijlers van de christelijke waarheid. Petrus was de eerste van de apostelen, die dit erkende en het ook in praktijk bracht. Tijdens het eten schoof hij aan bij onbesneden Romeinen, omdat ook hij overtuigd was dat deze Romeinen in hun hart de Heilige Geest hadden ontvangen. En ook Barnabas was het hiermee eens. Hij was, destijds in Antiochië, zelfs een van de belangrijkste promotors geweest van deze radicale verandering in het zendingswerk. Vele Grieken waren op deze wijze tot de kerk toegetreden zonder zich te onderwerpen aan de Joodse wetten. Maar zoals in alle grote bewegingen zijn er draaikolken en klippen, die de goede voortgang danig kunnen belemmeren. Voetangels en klemmen die de weg barricaderen. Er kwam een dag, dat Petrus en Barnabas onwillig waren de hoge en verantwoordelijke positie, die zij in de gemeente innamen, op de juiste wijze te vervullen. Paulus verwachtingen werden schromelijk beschaamd.
Conservatieve leden hadden geklaagd in hun geweten gekwetst te zijn, door het feit dat ook onbesneden volgelingen van de Heer met hen gemeenschap hadden. Deze stemming in de gemeente liep zo hoog op dat Petrus er niet meer tegen bestand bleek te zijn. Ter wille van de vrede, stemde hij in met de sterkste groep, voegde zich aan hun zijde en weigerde toen ook om met heidenen aan een tafel te zitten. Opeens was hij weer onderworpen en gehoorzaam aan de Joodse wet. Tot overmaat van ramp en beďnvloed door Petrus, volgde Barnabas toen zijn voorbeeld. Barnabas, die in het verleden getoond had zo’n groot en ruim hart te hebben. De belangrijkste waarheid van de Paulus, die de glorie en de triomf van zijn nieuwe leer was, werd nu ingeleverd en prijs gegeven door twee van zijn meest bezielde volgelingen. Er was een kritiek moment in de historie van de kerk aangebroken. Het christelijk schip was vastgelopen op een rots en een pijnlijke operatie was nodig om het schip weer vlot te krijgen en Paulus was degene, die dit moest doen. Door deze gebeurtenis werd hij er toe gedwongen zich tegenover Petrus op te stellen, een bekende autoriteit van en een pilaar in de kerk, een man die Jezus zelf nota bene, een rots had genoemd. Paulus moest nu opstaan en deze rots, die aan het wankelen was gebracht, aanklagen en zijn laakbaar gedrag aan de kaak stellen. Dit was des te erger, omdat Paulus veel aan Petrus te danken had. Petrus had hem, destijds in Jeruzalem, twee weken gastvrij in zijn huis ontvangen. Petrus had hem, bij die gelegenheid, het volledige verhaal over Jezus’ verblijf in Galilea verteld. Petrus was zijn vriend. Als bekeerling en volgeling van Jezus had Petrus aan Paulus de rechterhand gegeven. Het was Paulus veel waard, dat Petrus zijn vriend zou blijven. En moest Paulus nu zijn vriend bestraffen? Hij kon dat niet achter zijn rug in het verborgene doen. Hij moest dit in het openbaar doen, midden in zijn gezicht. Dit kon niet geheim blijven. Wat Petrus had gedaan was in het openbaar voorgevallen en wilde de reprimande effect sorteren dan moest deze ook publiekelijk plaats hebben. Paulus behoorde tot de meest goedhartige en gevoelige mensen, maar wanneer een belangrijk religieus leider zijn principe ontrouw wordt dan zal dat gecorrigeerd moeten worden. Wanneer een goed mens, wegens een tijdelijke zwakte of inzinking, een heel belangrijk en nobel doel in gevaar brengt, dan moet hij daarvan weerhouden worden.
Toen stond Paulus op en sprak zonder omwegen direct tot Petrus ten aanhoren van allen: ‘’Indien gij, die een Jood zijt, naar heidens en niet naar Joods gebruik leeft, hoe kunt gij dan de heidenen dwingen zich als Joden te gedragen? ‘’
Wat deze beschuldiging van Paulus gevergd moet hebben valt met geen pen te beschrijven. Lukas vond heel de geschiedenis zo bedroevend, dat hij deze gebeurtenis niet opnam in zijn aantekeningen. Paulus heeft deze zelf in de brief aan de Galaten geschreven en aan Lukas waarschijnlijk later verteld, met tranen in zijn ogen.
Maar deze terechtwijzing van Petrus was slechts een deel van zijn zielennood. In die berisping aan Petrus was gelijktijdig ook Barnabas begrepen, want Barnabas had met Petrus meegedaan! Er lag een diepe teleurstelling en smart in zijn woorden toen hij zei: "en zelfs Barnabas liet zich meeslepen door hun huichelarij." Dit was voor Paulus onvoorstelbaar! De laatste man in de wereld, die hij hiervan zou verdenken liep over naar de vijand. De man, die zo'n warm hart voor de heidenen had en ze enthousiast in de kerk had opgenomen, ondanks dat ze niet besneden waren en zonder gehoorzaamheid aan de riten van de ceremoniële wetten te eisen, zoals handen wassen voor het eten en het onderdompelen van bekers, kannen, koperwerk en dergelijke. Barnabas, die zijn metgezel was op de succesvolle, eerste zendingsreis naar Derbe en weer terug. Deze Barnabas had na de knieval van Petrus niet de moed gehad om weerstand te bieden aan de enorme pressie die de Judaisten hadden uitgeoefend. En zo moest ook Barnabas worden berispt, de man aan wie Paulus, naar de mens gesproken, meer te danken had dan aan enig ander in de wereld. Het was Barnabas, die Paulus de kans had gegeven om in Jeruzalem kennis te maken met de andere apostelen. Toen niemand destijds te Jeruzalem in de bekering van Paulus geloofde en die serieus nam, heeft Barnabas de moed gehad hem te introduceren en zich borg voor hem te stellen. Hij stak toen, heel gewaagd, ver zijn nek hiervoor uit. Het was Barnabas, die later Paulus uit Tarsen haalde en hem verzocht naar Antiochië te komen om hem te helpen in het kerkelijk werk. Barnabas was de man, die voor hem de deur had geopend en de mogelijkheid om het evangelie te verkondigen. Barnabas was de krachtpatser, die de gevaren en ontberingen, welke de eerste zendingsreis met zich meebracht, samen met Paulus had doorstaan en overleefd. Barnabas had zich vol tederheid over hem ontfermd, toen hij door het gepeupel van Lystra was gestenigd en voor dood achtergelaten. Het was zijn bijzondere zorg, waardoor hij toen weer bij zijn positieven kwam. Barnabas had hem nooit in de steek gelaten. En nu was ook zijn beste kameraad overstag gegaan. Dit trof hem als een messteek in zijn gevoelige hart. Maar Paulus gedroeg zich als een held. Hij was moedig genoeg, om ondanks dit alles zijn vriend te berispen.
Deze voorbeelden tonen ons overduidelijk hoe vastberaden en onverschrokken Paulus voortdurend bezig was zijn doel te bereiken. Hij deed dingen, waar alleen mensen toe komen, die bijzonder bekwaam en vastberaden zijn. Belangrijk is dat hij de christelijke godsdienst losmaakte van allerlei vooroordelen en rituelen en deze fundeerde op het Woord alleen. Hij stelde een vocabulaire samen, die tot vandaag gebruikt wordt. De woorden van Jezus verving hij door een eigen oorspronkelijk taalgebruik. Hij was ongetwijfeld op de hoogte van deze woorden, maar hij gebruikte andere. Natuurlijk zijn er in de brieven van Paulus sporen, die heen wijzen naar de gelijkenissen of naar de bergrede, die Jezus heeft uitgesproken. We vinden in de Korintebrief ook de instelling van het Heilig Avondmaal, wat weer wijst naar Jezus' laatste nacht met zijn discipelen in de bovenzaal te Jeruzalem. Dat is overduidelijk en hierover hoeft men zich niet te verbazen. De woorden van de apostel brachten de gelovigen allemaal op een en dezelfde basis. Hij ontwikkelde een nieuw godsdienstig jargon, waarin de christenen zich direct herkenden en dat hen ook bij elkaar hield. Paulus was niet voor niets twee weken bij Petrus in de leer geweest die, goed van de tongriem gesneden, hem vele woorden van Jezus had overgebracht. Paulus gaf hieraan een nieuw elan, zodat ook voor de heidenen de godsdienstige begrippen van de Joden duidelijk werden, maar dan wel geschoeid op de leest van Christus. Paulus was de slaaf van Jezus. Zijn trots weerhield hem echter om Jezus in alles te imiteren en daarom gebruikte hij zijn eigen woorden voor dezelfde heilsfeiten en aangepast aan de omstandigheden. Hij was geen kopie van de Heer! Oude wijn deed hij in nieuwe zakken. Hij ontwikkelde zelfstandig een totaal nieuwe terminologie. De tale kanaans had weer zijn oorspronkelijke status gekregen. Een taal die door heidenen verstaan werd! Hij smeedde een nieuw instrument, waarmee hij de wereld bekeerde.
De Christus uit de brieven is de Jezus van het Evangelie en toch voelt iedereen aan, dat klank en toon volkomen anders zijn. Tussen beiden is een wereld van verschil. De oude taal had een nieuw jasje aangetrokken en in dat gewaad was die taal nu ook bruikbaar buiten de gesloten gemeenschap van het Jodendom. Alle woorden waren nieuw. De wereld moest het Woord van de Zoon van God horen met haar eigen woorden en als goede pedagoog heeft Paulus de verpakking aangepast, maar de inhoud dezelfde gelaten, zodat ook jodenchristenen zich er in herkenden. Zij ontdekten in het nieuwe uiterlijk weer de Joodse godsdienst, echter wel met de Geest van Christus. Dit brengt ons op een andere gedachte. Als Paulus het evangelie van Jezus kon preken, zonder gebruik te maken van de woorden van Jezus, gaat het dan te ver om te stellen dat ook wij Jezus in onze tijd kunnen preken zonder de woorden van Paulus te gebruiken? Het is in elk geval een aanwijzing, dat de prediking voor de toehoorders verstaanbaar moet zijn.
Wanneer de apostel spreekt over Jezus, als de gekomen Messias, dan krijgen we echt te maken met de ontembare geestkracht van Paulus. Het is ons eenvoudig onmogelijk deze in de juiste proporties in te schatten, simpel vanwege het feit, dat wij geen Joden van de eerste eeuw zijn en het voor ons onmogelijk is een juiste voorstelling te maken welk effect Paulus' prediking op deze mensen had. Eeuwenlang hadden de Joden naar de Messias uitgezien, een glorieuze Messias, omringd door een alles overtreffende macht, eer en victorie. Hij zou Israël voorgoed van al zijn vijanden verlossen, zijn boeien verbreken en alle vijanden vermorzelen onder Zijn voeten. Het idee dat deze Messias in de gestalte van de lijdende Knecht des Heren zou komen was in deze populaire gedachtegang onvoorstelbaar en zelfs weerzinwekkend. De voorstelling van een verslagen en overwonnen Messias was ongelooflijk en revolutionair!
Een Messias, die toestond dat hij als een ordinaire misdadiger werd gekruisigd en dan ook nog door zo'n goddeloze heidense macht als de Romeinen, klonk in de oren van de Joden als een onbestaanbare en volkomen absurde godslastering. De afschuw en weerstand, die Petrus overvielen toen Jezus hem vertelde dat Hij naar Jeruzalem zou gaan om na veel lijden gedood te worden, herhaalde zich telkens opnieuw met dezelfde heftige reacties bij elke Joodse ziel, die hoorde dat deze "Messias" als een boosdoener aan het kruis genageld en gestorven was. Het kruis was voor de Joden een "steen des aanstoots!” Elke verwijzing naar of gewag van dat kruis sloot in eerste instantie voor goed de deur van het Joodse hart. In elke vrome Jood met slechts een greintje zelfrespect ontbrandde, na het aanhoren van zulke godslastering, direct een ontembare en niet meer te beheersen, tomeloze en meedogenloze razernij. Hoe had de apostel Paulus het lef om dit te prediken? Toch was dit de boodschap van Paulus! De gekruisigde Jezus was Jezus de Messias. Hij predikte deze boodschap in elke synagoge, waar hij werd toegelaten.
Wanneer hij uit de synagoge werd geworpen preekte hij verder in de huizen van particulieren en wanneer deze mogelijkheid ook niet meer voorhanden was, dan preekte hij op de straat. Deze boodschap preekte hij overal waar hij kwam. Wanneer hij uit de ene stad werd verdreven, ging hij naar de volgende stad en preekte daar deze Messias. En wanneer zij hem daar wegjoegen, dan vervolgde hij zijn prediking in weer een andere stad. Soms kwam zo'n stad, die door Paulus wakker geschud werd, in rep en roer en ontstond er een groot tumult als gevolg van zijn prediking. Hij ontstak een vuur, dat hem zelf dreigde te verteren, maar hij veranderde zijn boodschap niet. Door bloeddorstig gepeupel werd hij vele malen achtervolgd, maar als hij de kans kreeg draaide hij zich om of keerde terug en preekte aan datzelfde gepeupel de Messias opnieuw. Altijd was het dezelfde boodschap "Jezus is de Messias - mensen hebben Hem gekruisigd, maar God heeft Hem uit de dood opgewekt."
Het was deze boodschap, die hij ook in Damascus predikte, waar hij vermaard was en bekend stond als de grote uitroeier en verdelger van Gods kerk. Daar noemden ze hem een overloper en afvallige, maar hij hield niet eerder op met prediken tot ze hem de stad uitdreven. Hij predikte in Jeruzalem, waar hij eertijds een zeer goede reputatie had als vijand en achtervolger van de discipelen van Jezus en hield daar pas op met preken, toen het bloed van de Joden op het kookpunt kwam. Waar Paulus kwam sloegen zijn woorden in als een bom. Zonder twijfel heeft hij ook in Tarsen gepredikt, maar de ontvangst van zijn boodschap was daar blijkbaar zo teleurstellend, dat hij later nooit een enkele verwijzing in zijn brieven eraan spendeerde. Waarheen hij ook ging, overal was hij gehaat en gevreesd en werd hij vervloekt om zijn prediking, maar Paulus liet zich niet afschrikken of ontmoedigen. Onvervaard en onwrikbaar vervolgde hij zijn weg.
Zijn boodschap was ongeloofwaardig, belachelijk en bespottelijk en klonk als pure godslastering in de oren van de vrome en zo gevoelvolle Joden van zijn dagen. Maar Paulus proclameerde, waar hij zich ook bevond, dat Jezus inderdaad de lang verwachte en beloofde Messias was, de droom van alle profeten en de hoop van de wereld, maar die desondanks door de mensen, hun eigen tijdgenoten gekruisigd was. "Maar", voegde Paulus er steeds weer aan toe: "die God op deed staan uit de doden." De meeste mensen, ook die van goeden wille, schaamden zich voor wat hij zijn evangelie noemde, maar Paulus roept uit: "Ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud van een ieder, die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want het Woord des kruises is wel voor hen die verloren gaan een dwaasheid, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht Gods." Paulus zou dit evangelie prediken tot in de hoofdstad van de wereld, Rome. Zijn prediking was voor de Joden een aanstoot en een ergernis, voor de geleerde Grieken een dwaasheid en voor de machtige Romeinen het toonbeeld van zwakte en minachting, een man aan het kruis, evenwel Paulus wist dat het dwaze van God wijzer was dan de wijsheid van de mensen en het zwakke Gods sterker dan de mensen.
Wanneer Paulus in aanraking kwam met mensen, die niet tot zijn volk en ras behoorden was de reactie op zijn prediking minder ruw en minder vijandig. Voor de Joden was het kruis nu eenmaal een steen des aanstoots maar voor de Grieken dwaasheid. Als Joden Paulus hoorden spreken dan knarsten zij hun tanden: Grieken echter, die hem hoorden lachten hooguit wat meesmuilend. Vooral het verhaal over de opstanding namen zij niet serieus en vonden dat belachelijk. In de eerste eeuw van de christelijke jaartelling waren de Grieken meer dan enig ander volk liefhebbers van de wetenschap. Zij waren ook het meest op de hoogte van de natuurwetten. Zij wisten goed wat wel en wat niet mogelijk was en daartoe behoorde ook de wetenschap dat een overleden man niet uit zijn graf zou opstaan. Zij wisten heel goed dat iemand, die gekruisigd was nooit een god kon zijn. Alles wat over de opstanding van Jezus tot hen werd gezegd klonk in hun oren als klinkklare onzin. En juist dit feit benadrukte Paulus steeds in zijn prediking. Het woord opstanding gebruikte hij in Athene zo vaak, dat de toehoorders op de Areopagus veronderstelden dat dit de naam van een god was. Toen hij uitriep: "en God wekte Hem op uit de dood", staarde men hem verachtelijk aan. Deze uitspraak was voor hen zo absurd en het feit zo onmogelijk, dat het leek of ze water zagen branden. Voor verstandige en ontwikkelde mensen, zoals de Atheners waren, was zulke taal niet te accepteren en alles wat Paulus te berde bracht vonden zij ongerijmd, onbegrijpelijk en ondenkbaar. Maar de apostel ging rustig door met de verkondiging dat Jezus door God uit de doden opgewekt was. Wat voor Paulus de kern en climax van zijn verhaal was, was voor de Grieken het toppunt van dwaasheid en gewoon kolder. En temidden van al deze mensen, mensen die hem met medelijden aankeken of weer anderen, die hem hoonden en lasterden om hem daarna met afschuw de rug toe te keren, preekte de apostel onversaagd het evangelie en bleef Paulus op hetzelfde aambeeld slaan met de verkondiging, dat God deze Jezus uit de doden had opgewekt. En daar stond Paulus dan, op de Areopagus, het centrum van de Grieks cultuur en in het hol van de leeuw. Op deze plaat moest hij de knapste en meest representatieve leider van de Griekse scholen zien te overtuigen van de inhoud van zijn boodschap, dat Jezus de Christus en de Messias was, waar heel de wereld op wachtte. Hij moest dat doen, alleen, in de meest verlichte stad van de toen bekende wereld. Ook op die plek bracht hij het evangelie, de verkondiging van de gekruisigde Jezus die door God uit het graf was opgewekt. En deze opgestane Jezus werd door diezelfde God bestemd om ook rechter te zijn over de hele wereld, om alle mensen te oordelen, de Grieken inbegrepen! Dit is het beste en sprekendst voorbeeld van de moed van Paulus. Wie zou dit aangedurfd hebben in zo'n bij uitstek wetenschappelijk, maar toch ook vijandig milieu? Deze gebeurtenis staat vermeld in de Handelingen van de Apostelen en Paulus steekt met deze daad als een held met kop en schouders boven alle andere daarin genoemde personen uit. Wat Paulus die dag deed en de klappen, die hij daarbij uitdeelde behoren tot de meest vermetele waagstukken, die de wereldgeschiedenis ons heeft overgeleverd. Het vraagt meer dan gewone moed om aan beschaafde, goed ontwikkelde mensen, die bekend staan om hun wijsheid en schrander inzicht, duidelijk te maken, dat al hun intellectuele kennis op een falende en onjuiste wetenschap is gegrond. Hier is een aanval op de levensgewoonten van mensen, die veel minder ontwikkeld zijn en soms een keer, alleen in een "meeting" het evangelie horen, kinderspel bij. Hoe zijn zulke mensen in staat om te beoordelen of de spreker het wel of niet bij het rechte eind heeft? Ze zijn niet gewend echt na te denken en over hun gedachten te discussiëren.
Paulus toespraak tot het warmbloedige volksgepeupel in Lystra vereiste minder moed dan zijn betoog tot het koelbloedige en minachtende gehoor der Atheense geleerden. Het smalende gelach van deze "heren" der cultuur en beoefenaars van de Griekse wetenschap zal Paulus wel nooit meer vergeten hebben en hem altijd in de oren zijn blijven naklinken. De Atheners waren tevreden en hun dag was goed. Zij hadden toch voor niets anders tijd dan om iets nieuws te zeggen of te horen? Ze hadden ditmaal niets te zeggen, wel nieuws gehoord en daar smalend om gelachen. Paulus keerde Athene de rug toe en ging naar Korinte. Nooit heeft hij hun een brief geschreven! Vier weken na deze bittere ervaring in Athene kwam hij daar lichamelijk sterk verzwakt en erg depressief aan. Maar de moed van Paulus was niet verminderd en niet gebroken. Hij had zich eenmaal voorgenomen om Jezus Christus te verkondigen als de Messias en dat mensen Hem hadden gekruisigd en dat God Hem uit de dood had opgewekt. Jezus de Messias was de Zoon van God en het heeft Paulus nooit aan moed ontbroken om dat wereldwijd te verkondigen. Hierin wist hij zich altijd bemoedigd door zijn Meester.











Gepost op 21-08-2004 om 19:41 uur
686 keer gelezen

Alle verhalen van deze schrijver (Hugo Karels)

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.