248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Paulus' liefde
Apostel der liefde
Door: Hugo Karels
Commentaar van de schrijver:
Paulus staat bekend als een denker. Dat is hij ook, maar vooral is hij iemand die iedereen een goed hart toedraagt.
Geloof, hoop en liefde, deze drie eigenschappen vormen zijn karakter. Maar de meeste van deze is de liefde.
Categorie: Overdenking / Preek
Geschatte leestijd: ca. 14 minuten

Zijn liefde


Paulus staat over het algemeen bekend als een denker. Maar wij moeten hem meer voorstellen als een filantroop, een man, die van iedereen houdt en alle mensen een goed hart toedraagt. Zijn denken was geworteld in en gegrond op zijn liefde. Dank zij deze karaktertrek kwamen al zijn andere eigenschappen ook beter tot ontplooiing. Johannes, de zoon van Zebedeus heeft sinds oude tijden de naam van "Apostel der liefde", maar de apostel Paulus heeft hier veel meer recht op. Door het vermogen om iedereen lief te hebben was de man van Tarsen zeker niet de mindere van de discipel, die Jezus liefhad. Zoals Paulus over de aard en de kracht van de liefde schrijft, daarin heeft nooit enig "bijbelhei1ige" hem geëvenaard. Het berust op een misverstand, dat het meest fundamentele van Paulus' theologie de leer over de rechtvaardiging door het geloof is. Het voornaamste deel is hetgeen hij leert over de redding van de mens, enkel en alleen door de liefde van Christus. Het leerstuk over de rechtvaardigmaking vinden wij en detail beschreven in een van zijn brieven - de brief aan de Romeinen en dat komt alleen door zijn strijd tegen Joodse wetsijveraars, terwijl hij verder overal waar hij zich bevindt, altijd uitweidt over de wonderlijke kracht van de liefde. Wanneer hij over dat onderwerp gaat spreken, wordt hij zo door de Heilige Geest geïnspireerd, dat de woorden die hij dan spreekt, tot juweeltjes van bijbelse schatten zijn gaan behoren. Nooit is hij zo vurig, zo welsprekend en overtuigend, als wanneer de liefde het thema is. Altijd stelt hij de liefde boven het geloof. De eerste vrucht van de Geest is liefde! Liefde omvat meer, gaat dieper en is sterker dan het geloof, want liefde werkt door geloof. Liefde staat op een hoger plan dan geloof. "Geloof door de liefde werkende!" Men mag zeker zijn van het geloof, maar als hierbij de liefde ontbreekt, dan heeft het geloof geen enkele waarde. Geloof, hoop en liefde zijn alle drie belangrijk maar de meeste en grootste van deze is toch de liefde.
Wat Paulus over de liefde heeft gezegd is spreekwoordelijk in heel de christelijke wereld. "De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht." "De liefde is de vervulling der wet." "Zijt dan niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben: want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld." "Toegerust met het harnas van geloof en 1iefde." "Laat alles bij u in 1iefde toegaan.‘’ "Jaag naar… 1iefde en vrede met hen, die de Here aanroepen." "Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer." Paulus' favoriete gedachte is liefde en deze wordt door hem weergaloos zuiver uitgedrukt in het dertiende hoofdstuk van de eerste Korintebrief. Dit is Paulus' meesterstuk! Het is een van de weinige passages, die op het niveau staat van Jezus' woorden en deze zelfs evenaart. Dit hoofdstuk behoort tot de pronkjuwelen van de christelijke godsdienst. Het is wereldliteratuur en overtreft alle Griekse en Romeinse klassieken. De taal ervan is zo ritmisch, dat het wel een hymne, een lofzang lijkt. Het is geen gedicht, maar deze tedere woorden, zo subtiel uitgedrukt, komen wel uit een dichterlijk hart. Het is de mooiste beschrijving, van wat liefde is en die ooit uit een pen is gekomen. Het is een fonkelende diamant, die de mensen tot aan het eind der tijden zullen bewonderen door haar onovertroffen schoonheid.
Dit is de reden waarom wij ons tot dit dertiende hoofdstuk wenden om er achter te komen wat de werkelijke theologie van de apostel is. In dit hoofdstuk kunnen wij het best kennismaken met hoofd en hart van Paulus. Wat wij van zijn theologie weten, over de oorsprong van de zonden, het lijden en de verzoening van Christus, de rechtvaardiging door het geloof en al het andere wat wij aan de apostel toeschrijven, is zonder de liefde erin te betrekken, van weinig nut. De ware, onvervalste leer van Paulus, is de liefde. Alleen als wij dit in het oog houden, zullen wij Paulus echt leren kennen en begrijpen. Hij zetelt niet in het koninkrijk van de scholastiek, maar in het domein van de liefde. Wij zullen in Paulus teleurgesteld worden als wij hem niet in dat licht zien. Hij behoort niet tot het koninkrijk van de subtiele theologische verschillen en ingewikkelde definities, die onlosmakelijk zijn verbonden aan starre dogma’s. Wij moeten hem niet betrekken bij de theologische twisten van boven- en ondervaldrijvers. Paulus is uitverkoren om ons het geweldige mysterie van de liefde te verkondigen. Hij houdt van alle mensen met een verbeeldingskracht, die dit soort mensen eigen lijkt te zijn. Hij dicht, voorspelt en spreekt in beeldende taal. Hij houdt ervan om in geschriften de zaken zinnebeeldig voor te stellen in een dichterlijke taal. In de eerste Korintebrief noemt hij de steenrots, waaruit Mozes eenmaal water sloeg, een geestelijke rots: Christus, die met het volk meeging op hun woestijntocht naar het beloofde land. Voortaan was deze rots hun tot drank en voedsel. Zijn brieven zijn liefdesbrieven. Als zij enkel en alleen als theologische verhandelingen worden gelezen, dan verworden zij tot onbegrijpelijke mysteries en een rots van ergernis, waarover men struikelt. Wij moeten ze lezen als brieven van een prozaschrijver, niet te nuchter of uitsluitend verstandelijk. Paulus hield niet van muggenzifters en betweters! In de populaire gedachtegang pinnen wij Paulus vast op zijn uitspraken over de predestinatie, heiligmaking en rechtvaardigingsleer. Hierdoor lijkt hij een pur sang dogmaticus, maar veel meer moeten wij hem verbinden met de geestesvruchten: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Zijn naam komt dikwijls voor in kerkelijke belijdenisgeschriften, wat wel te begrijpen is, maar jammer genoeg kennen wij hem alleen op deze wijze. Vooral in de 16e en 17e eeuw werd hij enkel om leerstellige redenen geciteerd. Talrijke moeilijk leesbare boeken zijn in die tijd over hem geschreven, waarin de theologen probeerden elkaar de loef af te steken met het verklaren van de theologie van Paulus. Het is geen theologisch stelsel wat Paulus wilde vastleggen, maar hij wilde de mensen over Jezus vertellen en wat Hij voor hen zou kunnen betekenen, als zij in de Gekruisigde gingen geloven. Geen dogma maar de vruchten van de Geest wilde hij meedelen. Wat hem werkelijk gelukkig maakte was niet de instemming van de intellectuelen met hetgeen hij verkondigde, maar de geestelijke groei van de mensen die zijn leer aannamen en zich hierdoor gevangen lieten nemen. Zij werden "geboeid" door het evangelie van de 1iefde. "Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking der waarheid, het evangelie, dat tot u gekomen is. Immers in de gehele wereld draagt het vrucht en wast het op, zoals ook bij u, sedert de dag, dat gij het gehoord hebt."
De tijdsomstandigheden, waarin zijn theologie is verklaard in aanmerking nemend, is helaas toch dat gebeurd wat Paulus zelf beslist niet wilde. De theologen hebben de God van Paulus geannexeerd voor hun moeilijke theologische systemen en hebben wetten gemaakt en voorwaarden gesteld voor een mens in Hem kan geloven. De bedoeling van Paulus was juist de mens van deze Godsvoorstelling te bevrijden, maar opnieuw is men vervallen in dat soort wetticisme, het Judaïsme uit Paulus' dagen, waartegen hij destijds zo'n strijd voerde. Het traditionele beeld van Paulus is hierdoor zeer negatief beïnvloed. Hij is niet de man van disputen maar van liefde, door het geloof werkende! De Paulus van het Nieuwe Testament spoort telkens aan om elkaar lief te hebben. Wanneer wij hem leren kennen, zoals hij werkelijk is, dan gaan wij hem ook zien als de man die, net als Jezus, vooral de liefde in zijn vaandel voerde. Alles wat Paulus heeft geschreven moeten wij in dat licht zien. Van nature was hij hartelijk en erg meelevend. Zelf hunkerde hij ook altijd naar liefde. Hiervan kon hij nooit genoeg krijgen. Altijd wilde hij meer. Hij leste zijn dorst aan de klare bron van Gods onpeilbare liefde, maar dat was voor hem niet voldoende. Hij smeekte ook om puur menselijke liefde. Zoals Jezus destijds in de hof van Gethsemané, wilde hij mensen om zich heen hebben, die van hem hielden en dat toonden door hun daden. Wij zijn gewone mensen en daarom kan Gods liefde ook door en aan mensen gerealiseerd worden. Paulus had zijn werk nooit goed kunnen doen zonder de liefde van zijn vele vrienden. Zij waren de supporters van zijn leven. Zonder hen was hij niets. Alleen zijn, kon hij slecht verdragen. Nooit zou hij meer vergeten, de totale ontreddering die hem overviel, toen hij zich zonder vrienden, alleen, in Athene bevond. Zijn vrienden konden, door omstandigheden, niet bij hem zijn en zijn hart leed hier zo onder, dat hij Athene depressief verliet. Als een vriend hem in de steek had gelaten, werd de wereld om hem heen duister. "Demas heeft mij uit liefde voor de tegenwoordige wereld verlaten!" Als wij deze woorden van hem lezen, dan voelen wij hoe zijn hart ineenkrimpt van smart. Hij zag voortdurend uit naar blijken van goedkeuring en genegenheid en kon niet leven zonder waardering van anderen. Voor minachting was hij uiterst gevoelig en door ondankbaarheid en verdachtmaking raakte hij in de put. Aan de Korintiers vertelde hij hoe verheugd hij was, toen hij van Titus hoorde hoe zij, de Korintiers, naar hem verlangden en wegens zijn langdurige afwezigheid, zelfs om hem treurden en zich voor hem inspanden om goed te doen. Deze berichten waren voor hem spijze en drank en teerkost op zijn moeilijke levensweg. Hoe dankbaar toont hij zich aan de Korintiers, dat zij zijn vertrouwen in hen niet hebben beschaamd, als hij schrijft: "Gij hebt in alles doen blijken, dat gij zuiver stondt in deze zaak. Daarom, indien ik u al geschreven heb, dan was het niet om hem, die onrecht begaan, of om hem die onrecht geleden had, maar opdat uw zorg voor ons bij u openbaar zou worden voor het aangezicht van God. Daarom zijn wij vertroost", zegt Paulus.
Als zijn vrienden niet bij hem zijn, dan zijn deze toch steeds in zijn gedachten. Hij bidt elke dag voor hen en draagt ze met name op aan God. Hij denkt na over hun geestelijke vorderingen en verheugt zich mede over hun groei in het geloof en is met verlangen vervuld om steeds opnieuw iets over hen te horen." Ik hoop in de Here Jezus Timoteus spoedig tot u te zenden, opdat ook ik welgemoed moge zijn, wanneer ik vernomen heb, hoe het u gaat." Zonder nieuws van zijn vrienden kon hij niet leven. Wanneer er weinig nieuws kwam, dan werd hij bezorgd. Als het werkelijk lang duurde voor hij iets van hen hoorde, dan raakte hij in paniek en was er helemaal ondersteboven van. Hij hield ervan om steeds aan het laatste contact, dat hij met hen had, terug te denken. Hij herinnerde zich het moeilijke ogenblik, toen Timoteus met tranen in de ogen, afscheid van hem nam. Hoe verlangde hij ernaar om steeds opnieuw zijn vrienden te ontmoeten. "Maar thans, nu Timoteus van u tot ons teruggekeerd is en ons goede tijding gebracht heeft van uw geloof en uw liefde, en dat gij ons te allen tijde in goede herinnering houdt, even verlangend om ons te zien als wij u, zijn wij dan ook, broeders, bij al onze nood en druk, vertroost over u door uw geloof, want nu leven wij, als gij staat in de Here. Want welke dank kunnen wij Gode over u vergelden voor al de blijdschap, waarmede wij ons om u verblijden voor onze God? Nacht en dag bidden wij vurig, dat wij uw aangezicht mogen zien en voltooien wat nog aan uw ge loof ontbreekt."
Altijd dankte hij God voor zijn vele vrienden en prees Hem, omdat Hij ook in hen Zijn oneindige liefde had uitgestort, evenals bij hem. Met trots, die aandoenlijk is, schrijft hij: "mijn medewerkers", "mijn trouwe medestrijders", "mijn medegevangenen." Er ligt een overvloed van liefde in het eenvoudige woordje "mijn". Tot de Korintiers, zegt hij: "Ik vertrouw van u allen, dat mijn blijdschap ook uw aller blijdschap is. Want in zware druk en beklemdheid des harten heb ik onder vele tranen u geschreven, niet opdat gij zoudt bedroefd worden, maar opdat gij de liefde zoudt kennen, die ik in overvloedige mate voor u koester." Aan de Fi1ippenzen, schrijft hij: ‘’God is mijn getuige, hoezeer ik met de ontferming van Christus Jezus naar u allen verlang." Hoe kwistig is hij met zijn liefde jegens Timoteus en Titus en Tychicus en Epafroditus en Filemon en Lukas en Prisca en Aquila en nog een menigte anderen. Hij kan niet zonder hen. In zijn laatste brief zegt hij tot Timoteus: "Doe uw best spoedig tot mij te komen. Demas heeft mij verlaten. Crescens is naar Galatië en Titus naar Dalmatië. Alleen Lukas is nog bij mij. Haal Markus af en breng hem mede, want hij is mij van veel nut voor de dienst. Erastus is te Korinte gebleven, Triofimus heb ik ziek achtergelaten te Milete. Doe uw best voor de winter te komen." Dit is het aanhoudend appèl van een liefhebbend hart, dat duidelijk laat blijken niet zonder de aanwezigheid en de liefde van vrienden te kunnen leven. Rondom alle brieven van Paulus hangt een indringende geur van liefde, die alles doortrekt. Liefde is de basis van alle onderwerpen, die hij aansnijdt, ze omfloerst al zijn brieven en stroomt als een ruisende, sprankelende heldere beek door het dorstige land van afgunst en haat, die de wereld kenmerken.
Maar zijn liefde betreft niet alleen zijn persoonlijke vrienden, doch geldt iedereen waar hij mee in aanraking komt. Hij houdt van alle kerken, die hij heeft gesticht, van alle christenen, die zich erin bevinden wie ze ook zijn. Allen draagt hij, als kinderen, mee in zijn liefdevol hart. Een kerk is, volgens hem, een gemeenschap waarin men elkaar liefheeft, zonder uitzonderingen te maken! De christelijke gemeenschap was voor hem het einde en de grootste beloning voor al zijn werk. Aan de kerk van Korinte, schrijft hij: "Ons hart staat wijd open voor u." Aan de kerk van Filippi, schrijft hij: "Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie mijn verlangen uitgaat, mijn blijdschap en kroon." En aan de kerk van de Tessalonicenzen, schrijft hij: "Wie is onze hoop of blijdschap of erekrans voor onze Here Jezus bij Zijn komst, wie anders dan gij?‘’ De kerk is gegrondvest op liefde en het is alleen de liefde, die haar opbouwt en wasdom geeft. Alleen wanneer een christen in gemeenschap is met de andere gelovigen zal hij kunnen bevatten, wat de breedte en de lengte, de hoogte en de diepte van de liefde Gods is in Jezus Christus voor allen die Hem toebehoren. "Geworteld en gegrond in de liefde, zult gij dan, samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat." En niets zal hen daarvan kunnen scheiden. "Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven hebbe." "Zoals Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk!’’ Het laatste schreef Paulus aan de Efeziers en handelde zelf ernaar, door de liefde, die in zijn hart was uitgestort.
Zijn liefde beperkte zich niet tot de christenen, zijn grenzen lagen verder. Paulus hield van alle mensen. Hij hield evenzeer van plattelandsmensen als van stedelingen. Hij hield van bekenden, maar ook van vreemdelingen, die op zijn weg kwamen. Hij hield van zijn volk, maar ook van andere mensen ongeacht nationaliteit en afkomst. Hij voelde zich aan iedereen verplicht de goede tijding te brengen. Zijn diepste verlangen was om aan hen allen te verkondigen Jezus en die gekruisigd, maar. .. ook opgestaan en opgevaren ten hemel om nu als Hogepriester bij God altijd voor hen te bidden! Een Man, die kan medelijden, kan meevoelen, maar ook kan verlossen van alle ellende en verdriet, die de zonde met zich meebrengt, omdat Hij als Hogepriester Zichzelf eenmaal geofferd heeft aan het kruishout en daardoor de vloek van de mensheid heeft weggenomen voor allen die in Hem geloven.
Mensen, die Paulus nooit had gezien, droeg hij desondanks toch op zijn hart. Hij was nooit in Rome geweest en toch verlangde hij er naar hen een geestelijke gave mede te delen tot hun versterking. De inwoners van Spanje had hij eveneens nooit gezien, maar hij had een onweerstaanbaar verlangen om ook daar het evangelie te brengen en hen zo te helpen. God had de wereld zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon had gegeven en de liefde van Paulus voor de wereld was, dat hij de grote ambitie had om deze wereld van die liefde van God te vertellen.
Paulus is niet altijd zo geweest, vroeger hadden haatgevoelens de overhand bij hem. Zijn haat was toen zo intens, dat hij er volledig door beheerst werd. Maar op de dag, dat hij Jezus ontmoette werd deze haat omgezet in liefde. Jezus had hij intens gehaat, doch Deze vergold hem niets. Jezus had deernis met Paulus en verlangde er naar hem te helpen. Daar was zo een tederheid in Jezus' stem, toen Hij zei: "Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? Ik ben Jezus, die gij vervolgt", dat het hart van Paulus brak. Er was zo'n liefdevolle blik in Jezus' ogen en zo'n grote genegenheid in Zijn spreken en de glans rond Zijn verschijning was zo intens dat zelfs het licht van de zon in het niet viel. Het was een moment van heerlijkheid en majesteit waarvan Paulus nooit had kunnen dromen. Vanaf dat ogenblik was Paulus liefdevol met betrekking tot alle mensen. Hij ging van Jezus houden met een liefde, die grenzeloos was en hem volledig in bezit nam. Hij hield van Jezus tot op zijn botten! Hij beminde Jezus met een hartstocht, die waarschijnlijk nooit meer door een ander is geëvenaard. Zijn liefde tot Jezus was zo volkomen, dat zijn eigen leven hierin geheel opging en hij soms zei, dat niet hij, maar Jezus Christus, die in hem was dit deed.
Het is dan ook zijn liefde voor Jezus, welke in feite verantwoordelijk is voor alles, wat hij voor Hem gedaan heeft en die ook verklaart waarom zijn carrière zo is verlopen. Deze maakte hem geduldig. Jezus had geduld met hem getoond - waarom zou Paulus dan ook geen geduld hebben met anderen? Deze gaf hem moed. Jezus had zich moedig gedragen in confrontatie met zijn vijanden, waarom zou Paulus zich dan ook niet als een held gedragen? Deze gaf hem hoop. Als het mogelijk was dat hij van een man van haat veranderde in een man van liefde, waarom zou hij dan niet mogen hopen dat dit ook bij anderen zou kunnen gebeuren? Deze maakte hem offervaardig om alles voor Jezus over te hebben. "Hij houdt van mij en gaf Zich voor mij over aan het kruis", dat zei Paulus dikwijls tot zichzelf, bij alle moeilijkheden, die hij ondervond en als hij door droefheid dreigde te worden overmand. Het was ook de liefde tot Jezus, die de grote spankracht in zijn leven was. Het dwong hem om te prediken. "Wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig." Dit was de drijfkracht, die hem naar het hart van de grote steden stuwde. Zij waren de centra van het wereldgebeuren, maar ook de broeinesten van het kwaad en daar kon strijd geleverd en de overwinning behaald worden voor Christus. Dat was het wat hem dreef tot zijn lange en soms zo gevaarvolle zendingsreizen. "Want de 1iefde van Christus dringt ons", zo zegt hij, wanneer een moeilijke en gevaarlijke weg in het vooruitzicht lag.
Het was de liefde, die hem vrijheid gaf. Zij tilde hem boven al de wetmatigheden van elke dag uit en verbrak de hinderlijke kettingen waaraan zo menige traditie was gekluisterd. Het stelde hem in staat iets te proeven van de vrijheid, waarin de kinderen van God zich mogen verheugen: de vrijheid, waarmee Christus hem had vrijgemaakt, los van de dienstbaarheid en het juk van de wet en andere regels, die dikwijls knellende voorschriften en geboden van mensen waren. Het gaf hem een gevoel van kracht en overwinning. "Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft." Dat was geen ijdel gepoch, maar proefondervindelijke ervaring van een hart, dat door bepaalde inzichten wijs was geworden.
Het gaf hem inzicht in een belangrijk levensprincipe en maakte het hem mogelijk om zijn weergaloze lofzang op de liefde te schrijven in het dertiende hoofdstuk van de Korintebrief. Wat dit liefdeslied zo onnoemelijk kostbaar maakt, komt doordat het een afspiegeling van zijn persoonlijk leven is en gekleurd wordt door een heel persoonlijke ervaring. Het is een geschilderd zelfportret van de apostel Paulus. "Liefde is lankmoedig en goedertieren." Dit schrijft hij vanwege zijn grote liefde voor de Korintiers. Na alle pijn en moeilijkheden, die zij hadden veroorzaakt, hield hij nog meer van hen dan van enig andere gemeente. "Liefde is niet afgunstig." Hij was daar zo zeker van, omdat in zijn eigen hart alle gevoelens van haat en nijd waren verbannen door de liefde. Rijken, noch machtigen, maakten hem afgunstig. Ook voor hen was hij bezet door slechts een wens - vrede en vreugde in Jezus de Heer. "Liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen en kwetst niemands gevoel." Hij wist waar hij het over had en sprak uit eigen ervaring, omdat hij in elke stad, waar hij had gewerkt, kon zeggen, wat hij eenmaal tegen de oudsten van Efeze had gezegd: "Gij weet, hoe ik van de eerste dag aan, dat ik in Asia voet aan wal zette, al die tijd onder u verkeerd heb, dienende de Here met alle ootmoed, onder tranen en beproevingen." "Liefde zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. Zij is niet blijde over de ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid." Ook hier was hij zeker van, omdat het zijn eigen levensprogramma was. Toen hij schreef: "Liefde bedekt alle dingen, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij", doopte hij zijn pen opnieuw in zijn eigen bloed, want had hij dit niet zelf in praktijk gebracht in zijn leven? Hij kon schrijven: "De liefde vergaat nimmermeer", omdat zijn eigen liefde toereikend was geweest voor elke taak, die hij in zijn leven had moeten uitvoeren. Liefde is de sprankelende bron, waarbij elke generatie rust om er volop uit te drinken. Het is een pleisterplaats, waar de afgetobde pelgrim rust, een "Elim" op de reis naar de eeuwigheid.
Sommige van Paulus denkbeelden moeten wij lezen in het kader van zijn eigen tijd. Veel van wat hij te berde heeft gebracht, vereist studie en uitleg en een aantal uitspraken van hem gold alleen voor zijn tijd. Hij leefde in een cultuuromslag, die veel onzekerheden voor de mensen bracht. Het Hellenisme was op zijn retour en een nieuwe levensbeschouwing stond nog in de kinderschoenen. Nieuwe gedachten, denkbeelden en woorden moesten nog gevormd worden en een specifieke klankkleur krijgen, maar Paulus is in zijn omschrijvingen van de liefde modern als geen ander! Liefde is immers altijd "up to date!‘’ Een oproep tot liefde is een appèl, dat tot de laatste dagen zal verstaan worden. De wereld waarin wij leven is in alle opzichten een totaal andere dan die waarin Paulus leefde en werkte, maar ook onze wereld is alleen leefbaar door onderling liefdebetoon. Liefhebben kan men in elk huis, in elke stad, in elk land en in elke eeuw. Wij denken over vele dingen anders dan de mensen die leefden in de eerste eeuw na Christus, de wetenschap is vermenigvuldigd, er zijn nieuwe begrippen en woorden ontstaan, maar de manier en mogelijkheid om elkaar lief te hebben zijn niet anders dan voorheen. De wonderlijke kracht van liefde bestaat nog steeds. In onze eeuw zijn wij trots op ons vele kennen en kunnen, maar dit alles zal tot niets leiden, als de liefde ontbreekt. Het is een fundamentele levenswet, waaraan alles ondergeschikt moet zijn. Niets in de wereld is zo belangrijk als de liefde en niets is er wat wij zo nodig hebben. De hele schepping steunt en zucht en is hierdoor in barensnood en wacht op een toekomst, waarin liefde het fundament zal zijn. Door het gebrek aan liefde zal de oorlogsdreiging blijven bestaan en elk vredesgesprek in de kiem gesmoord worden. Aan de voeten van Paulus kunnen we leren, wat liefde kan betekenen voor een wereld, die ten onder dreigt te gaan in haat, nijd, wreedheid en wapengekletter.
Is het in deze tijd nog wel mogelijk om net als Paulus zo'n onbaatzuchtig en zegenrijk leven te leiden? De apostel Paulus leert ons, dat dit mogelijk is. Zijn leven voltrok zich in de eeuw van Nero, de Romeinse Caesar en in zo'n tijd meende hij, dat hij alle mensen moest liefhebben! Door een wonderbaarlijke kracht cijferde hij zichzelf volkomen weg en ging volledig op in dienstbetoon aan mensen in Korinte, Athene, Efeze en Rome. Hij was van huis uit niet met bovennatuurlijke gaven begiftigd, had geen bijzonder opvallende kennis of inzicht en ook geen verborgen reservoir, waar hij soms moed uit kon putten. Hij had, net als wij, zijn eigen beperkingen en zwakheden en worstelde, net als wij, met talrijke problemen. Maar een ding bezat hij in overvloed en dat was liefde. Hij had ervaren, dat liefde nooit faalde! Hij zei eenmaal: "Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg.’’ Paulus is geen onfeilbare dictator, die een ander zijn wetten voorschrijft, noch een halfgod, die precies weet hoe het moet, maar een broos en gemarteld mens, die de dood alleen van het lijf wist te houden door het tonen van een weergaloze moed en oneindig veel geduld. Hij was een man, die door zijn grenzeloze liefde, in staat was zichzelf uit te schakelen en op te offeren voor degenen, die onaantrekkelijk en gering in aanzien waren en dikwijls lomp in hun doen en laten. Ter wille van hen heeft hij veel moeten verdragen, lijden, honger en ongerief moeten doorstaan. Toch hoort men hem nooit klagen en blijft hij altijd vriendelijk. Dit is nu de liefde van Christus, die nimmer zal vergaan. "Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.’’






Gepost op 20-08-2004 om 16:57 uur
1329 keer gelezen

Alle verhalen van deze schrijver (Hugo Karels)

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.