248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Vervlogen tijd?
Door: Pommetje
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Diversen
Geschatte leestijd: ca. 6 minuten

Lang vervlogen tijd?

“Nee, ik mag niet van de gele steentjes af”, zei een klein meisje met kort blond haar. “Pff, wie zegt dat?”, vroeg haar buurjongen. “Dat zegt mamma”. “Ach, ga toch gewoon mee, we gaan alleen even wat halen bij de supermarkt, dat kan best, we zijn zo terug”, zei de tweelingbroer op overtuigende wijze tegen het meisje. Eigenlijk wilde ze wel mee. Ja, mamma had het wel verboden, maar … Ze pakte haar groene fietsje met vrolijke slingertjes aan het mandje en fietste snel achter de jongens aan. Zie je wel, er is niets aan de hand. Toen ze terugkwamen van de supermarkt stonden haar ouders op straat. “Mamma?”, vroeg het kleine meisje, “Wat is er?”.

Na een liefdevolle knuffel kwamen de emoties los. “Kom jij maar even mee naar binnen”, zei pappa, “Wij moeten nodig eens praten”. Eenmaal binnen begonnen pappa en mamma boos door elkaar heen te praten.
“Ik had nog zo gezegd dat je niet de straat uitmocht…”, vond mamma.
“Heb je enig idee van wat er allemaal kan gebeuren met een klein meisje, alleen op straat?”, zei pappa.
“Ja maar, ik was toch niet alleen”, verdedigde ze zichzelf.
“Denk je nou echt dat als er iets zou gebeuren dat de tweeling voor je opkomt en je beschermt?”, zei mamma, “Nee hoor, die fietsen gewoon naar huis toe en tegen die tijd kunnen we jou allang niet meer vinden”.
De klok tikte langzaam door terwijl haar ouders verder praatten en het kleine meisje erachter kwam dat ze misschien toch een foute beslissing had genomen.
“Jij blijft de hele week binnen; je gaat alleen naar school en je mag niet buitenspelen”, was pappa’s beslissing, “Dan kun je nadenken over wat er is gebeurd en hopelijk doe je het dan nooit meer”.
Dit was vreselijk. Het kleine meisje hield zo van buiten spelen, dan kon ze fietsen en voetballen en verstoppertje spelen en al die dingen mocht ze nu een hele week niet doen. Zouden pappa en mamma dan toch gelijk hebben?

Een paar maanden later had het meisje nog meer vriendjes gevonden in de straat achter haar. Nu kon ze nog veel vaker buitenspelen.
Twee blonde jongens kwamen aangelopen. De schelle klank van de deurbel klonk door het huis. “Mag ze buiten komen spelen?”, vroeg de oudste. “Ja hoor, ik zal haar even roe…”, begon pappa, maar het meisje vloog de deur uit. “Tot straks, half zes ben ik thuis hoor!”.
Ze gingen basketballen vandaag. Het kleine meisje had een nieuwe basketbal gekregen van haar ouders. Hij was mooi oranje en de bobbeltjes voelden heel raar aan als je er langs ging met je vingertoppen. Bij de tweeling in de voortuin hing een basket. De blonde jongens en het meisje speelden tegen de oudste van de tweeling. Die was zo goed, dat je er zelfs met z’n drieën nauwelijks van kon winnen. Ze hadden grote pret, maar toen ging het mis. Tijdens een ruzie vloog de bal over de licht bruine schutting van het hoekhuis aan de andere kant van het erf. “Wat doen jullie nou, je weet dat hij de bal nooit terug wil geven”, zei het meisje tegen de jongens. En ja hoor, daar hoorde je de buurman al aan komen, hij mopperde luidruchtig.
“Kijk nu eens wat jullie doen, die bal vernielt mijn hele bloementuin en ik had ze net geplant! Die bal krijgen jullie niet meer terug voordat de hond hem heeft stukgebeten. Fellow, kom hier” Wat moeten we nu doen? Als die bal stukgaat kunnen we niet meer spelen. Het kleine meisje rende snel naar huis en vertelde pappa en mamma wat er gebeurd was. Pappa vond het vervelend dat de buurman de bal stuk wilde maken, maar werd ook wel een beetje boos. “Als het onze bloemen waren geweest was ik er ook niet zo blij van geworden”. Hij liep mee naar de voordeur van de buurman. “Goed, jij mag het tegen hem vertellen, zoals we hebben afgesproken hè?”. Het kleine meisje knikte stilletjes, ze was toch wel een beetje bang. Gelukkig maar dat pappa naast haar stond. Dingdong “Goedemiddag meneer”, zei pappa, “Mijn dochter wil graag wat tegen u zeggen”.
“Ja, dat geloof ik graag”, klonk een diepe bromstem.
“Het spijt ons echt heel erg dat de bal alweer in uw tuin terecht is gekomen, maar het is net een nieuwe bal en ik zou er niet meer mee kunnen spelen als uw hond hem stukbijt. Dus zou u de bal alstublieft terug willen geven, dan beloof ik dat we nooit meer bij uw achtertuin zullen spelen.” Pappa voegde daar nog wat aan toe, “en als de jongens dat toch willen dan zeg jij dat je dan je bal meeneemt, omdat de buurman het anders niet fijn vindt hè?”.
“Ja, dat beloof ik”, knikte ze.
De bromstem klonk iets lichter toen hij zei dat dit de allerlaatste keer was dat hij de bal zou teruggeven.
Even later stond ze weer in de voortuin met de bal angstvallig tussen haar armen en buik ingeklemd. “Vanaf nu speel ik alleen nog mee als we gaan basketballen op het basketbalveldje bij de supermarkt.”
De weken daarna gingen ze dan ook basketballen op het veldje. Het kleine meisje vergat nooit om aan haar ouders te vragen of het mocht. “Mamma, mag ik basketballen op het veldje bij de supermarkt?”
“Wie gaan er allemaal mee dan?” Dan volgde een opsomming van namen en de goedkeuring van haar ouders. Anders kan er iets met mij gebeuren en weten pappa en mamma het niet, dacht ze altijd bij zichtzelf.

Er volgden nog vele jaren van buitenspelen. Het kleine meisje had ook buurmeisjes, maar die pestten haar. Eerst omdat ze niet zonder zijwieltjes kon fietsen en later omdat ze niet op dezelfde school zat als zij. De tweeling begon ook vervelend te doen. Ze pestten haar, omdat ze nooit mee wilde doen met plagen van dieren, omdat ze geen vlees meer at en omdat ze in een God geloofde. Maar elke keer weer probeerde ze het uit te leggen. Zo leerde ze om een weerwoord te hebben.
Maar naarmate de jaren verstreken ging ze steeds minder met hen om. Dat maakt haar ook niet zoveel uit. Ze had genoeg vriendjes om leuke dingen mee te doen. Ook die plaagden haar wel eens, maar nooit zo erg. Tot op een gegeven moment; ze gingen expres vloeken, alleen om te kijken wat het kleine meisje zou doen. Ze keek hen heel verdrietig aan en ging naar huis. Niet veel later stonden de jongens voor de deur. “Sorry, het was niet onze bedoeling zo gemeen te doen. We beloven dat het niet meer zal gebeuren.”
Menen ze het echt?
“Oké, als jullie het beloven kom ik weer buiten.”

Zoveel spelletjes werden gespeeld, Ik verklaar de oorlog aan, met en zonder brandkast en de grote landen waren altijd meer in trek dan Nederland, voetbal, basketbal, verstoppertje, tv-tikkertje, Simon zegt, waarbij het kleine meisje verbazingwekkend vaak ‘Simon’ was. Het kleine meisje was niet meer zo klein en begon steeds meer beslissingen te nemen. Als er ruzies waren liep het kleine meisje van de ene naar de andere straat om te bemiddelen.
“Maar als hij sorry zegt omdat hij geduwd heeft, zeg jij dan sorry omdat je valsspeelde?”
“Oké, maar alleen als hij eerst sorry zegt.” Dit alles was natuurlijk in haar belang, wanneer de jongens ruzie hadden kon zij niet buitenspelen!
Dit ging zo door totdat één van de blonde jongens tegen haar zei dat zij toch zeker niet hun moeder was. Oh, maar… ik dacht… nou ja… Vanaf dat moment dacht ze er weer aan om niet alles zelf te doen. Ze leerde om naar anderen te luisteren.

De gele straatstenen waren inmiddels vervaagd tot een licht grauwgele gloed. De tijd dat het kleine meisje overal toestemming voor moest vragen was voorbij. Pappa wilde verhuizen naar een plaats ver van waar ze nu woonden. Hij wilde een rustigere omgeving opzoeken. De maanden voordat het zover was, was het meisje al een paar keer meegeweest naar het nieuwe huis. Het was een grote twee-onder-één-kapwoning met een gigantische tuin erachter. Rond de vuilcontainer hing een groepje jongeren die haar gedag zeiden. Misschien wonen hier ook wel leuke mensen. Maar elke keer dat ze weer thuiskwam was ze blij dat ze al haar bekende vrienden weer zag. Na een afscheidsfeestje voor de buren was het moment daar: ze moest afscheid nemen. ’s Ochtends speelden ze met de hele buurt nog een spelletje lummelen, daarna ging ze met de buurjongen mee computeren totdat haar ouders haar kwamen ophalen.
“We gaan, de verhuiswagens zijn al weg.”
“Ja, ik kom”, slikte het meisje haar verdriet weg. Al die jaren in dat huis en nu ineens was het voorbij. Zouden ze me gaan missen? Op weg naar het nieuwe huis was het meisje heel stil en dacht aan haar vriendjes die ze moest achterlaten. Ze had geleerd wat het betekende om vrienden te hebben.

Jaren later zat het grote meisje aan een oude tafel met een vrolijk blauw kleed in de kantine van het hoofdgebouw. Ze speelde een spelletje toepen met haar vrienden. De jongens riepen allemaal door elkaar heen, beweerden dat ze wisten wie er blufte en probeerden te verbergen dat ze eigenlijk bar slechte kaarten hadden.
“Hé, ik stop er even mee hoor”, zei ze.
“Nee, je speelt gewoon even door”, zei haar vriend naast haar terwijl hij nieuwe kaarten deelde.
“Je kunt me wel kaarten geven, maar ik speel niet hoor”, hield ze voet bij stuk.
“Oké, maar zo weer wel hè?”
“Ja ja.”
Het geschreeuw van de jongens vervaagde tot het niet meer dan achtergrondgeroezemoes was. Ze droomde weg naar de lang vervlogen tijd van buitenspelen. Nadat ze verhuisd was, werd het contact elk jaar minder en nu bleef het bij een kerst en nieuwjaarskaartje met de beste wensen erop. Ze had nieuwe vrienden gemaakt en het leven was verder gegaan. Het kleine meisje was groot geworden.
“Hé, hou eens op! Het is niet de bedoeling dat je in m’n kaarten kijkt hoor.”
“Kom op zeg, het is maar een spelletje”, probeerde ze de boel te sussen.
“Nee niks d’r van.”
Ze schoot in de lach, “Kleine jongetjes veranderen ook nooit!”, ze keek rond, “Gelukkig niet”.
Gepost op 07-08-2006 om 14:46 uur
663 keer gelezen

Alle verhalen van deze schrijver (Pommetje)



Door: EsQuizzy
Mooi.

Misschien leest het in dialogen wat prettiger als je een nieuwe spreker aan het begin van een nieuwe regel laat beginnen?

Enne... autobiografisch?

Gepost op 07-08-2006 Om 20:16
Haha ja min of meer, niet helemaal hoor ;)
Zal de dialogen even veranderen, is idd wel handig thnx!
Gepost op 08-08-2006 Om 11:44

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.