| |||||
Twee tellen had ze nodig om vanuit de bosjes achter het hekwerk vast te stellen dat haar schoten doeltreffend waren geweest. „Nóóit eenmaal afdrukken,” hoorde ze haar instructeur na al die jaren nog zeggen. „Voor ieder afzonderlijk doelwit tweemaal: pang-pang!” Haar diploma 'scherpschutter', dat ze lang geleden bij de geheime dienst van een Middenoosters land gehaald had, kwam haar goed van pas op deze verwrongen manier. Ze raapte de vier koperen hulzen op van de zanderige grond, waarop blaadjes van de afgelopen herfst nog lagen te vergaan. „Dat jullie maar net als die blaadjes mogen zijn, slappe Moderator en bemoeial EsQuirrel!” siste ze tussen haar tanden door. Terwijl ze wegliep, naar de achterliggende straat waar ze haar auto geparkeerd had, opende ze haar mobiel en zocht contact met het internet. Haar favoriete pagina kwam automatisch in beeld: bloCnoot.nl — met een tellerstand die haar een voldane grimlach ontlokte. „Bijna Sexaginta Milia — bijna zestigduizend!” grinnikte ze. „Het zal niet lang meer duren!” Sexaginta Milia stapte in haar auto, en startte de motor. Tevreden dacht ze aan de huurmoordenaar, die ze opdracht had gegeven alle bloCnoot-mensen in Israël te liquideren... „Allemaal rottende blaadjes,” mijmerde ze, terwijl ze de straat uitreed. „Eén blad moet ik nog zien te krijgen: dat snotjoch, dat zichzelf 'Snow' noemt...” |
|||||
|